tot 41°, 1, doch herstelde (II.M. 434, jaar 1904). De moeder vaneen der levend geboren kinderen was een eclamptica en overleed na 5 weken (hoogste temp. in het puerperium 40°,6, H. M. 127, jaar 1910); de moeder vaneen ander der levend geborenen had bloedingen in de retina, hoewel de urine geen eiwit bevatte. De moeder vaneen der gemacereerde kinderen bleef in het kraambed lijden aan een eclamptische psychose, terwijl een andere vrouw, wier kind ten gevolge van de eclampsie reeds vóór den eivliessteek doodwas, één dag post partum in eclamptisch coma overleed (H. M. 99, jaar 1904, diss. Hoho blz. 105). 10 malen was een belangrijke decompensatio cordis de aanwijzing om de zwangerschap kunstmatig vroegtijdig te doen eindigen. 7 malen bleef de moeder na de geboorte van het kind inleven. In één geval daarvan was, toen 3 dagen na den eivliessteek nog geen weeën gekomen waren, de methode van Chenevière toegepast; de partus had 4 dagen later plaats. 3 malen overleed de vrouw toch post partum, n.l. éénmaal 10 minuten na de geboorte van het kind (H. M. 485, jaar 1904, diss. Hoho blz. 108), in het 2de geval, waarin naast mitralis-insufficiëntie ook pneumonie aanwezig was, na 9 dagen (H. M. 70, jaar 1905, diss. Hoho blz. 108) en in het 3de geval van acute endocarditis na 2 weken (hoogste temp. in het kraambed 40,°1, H. M. 195, jaar 1902, diss. Hoho blz. 102). Yan de kinderen werden 7 levend geboren (1 overleed na een dag, geval van acute endocarditis der moeder), terwijl 3 dood geboren werden. Hydramnion was 7 maal (1 maal gepaard aan gemelli) de indicatie tot eivliessteek; de baring liep meestal vrij vlug af. Alle moeders bleven inleven. Er werden 7 levende kinderen geboren, waarvan echter 2 dadelijk post partum en 1 na één dag overleed; één kind werd dood geboren en bleek bij obductie een hernia diaphragmatica te bezitten. De nu volgende indicaties zijn alle éénmaal voorgekomen. Haematurie: geval vaneen secundigravida *), die in haar eerste zwangerschap ook haematurie, hoewel zeer kortdurend, had. Ha den eivliessteek en alreeds vóór de baring verdween de haematurie volkomen, (H. M. 158, jaar 1899, diss. Hoho blz. 96). Pyelonephritis: de moeder koortste in het kraambed ook nog; het kind overleed spoedig. Bloeding door onbekende oorzaak op het einde der zwangerschap: de partus werd beëindigd door oprekken met het instrument van Bossi, gevolgd door verwijding volgens Bonnaire en extractie; er ') Zie ook Bonman, Haematuria in graviditate, Diss. Amsterdam 1901, blz. 35.

96