Yan het beloop der thrombophlebitis hebben kliniek en sectietafel ons daarentegen maar al te veel doen zien. En dit alles heeft mij steeds meer versterkt inde overtuiging, dat het onderbinden of uitsnijden van gethromboseerde aderen volkomen in strijd is met alles, wat de normale en de pathologische anatomie ons leeren. De schaarsche zoogenaamd gunstige uitkomsten, inde litteratuur geboekstaafd, bevestigen die overtuiging nog meer. Daarnaast mag dan worden opgemerkt, dat, hoe betrekkelijk passief wij ons te gedragen tegen de aanvallen der mikroben, die, inden thrombus voortwoekerend, telkens en telkens weder de bloedbaan binnendringen, toch geen al te pessimistische opvatting omtrent de mogelijkheid der genezing is gerechtvaardigd. Ik zou dit kunnen staven met menige ziektegeschiedenis, maar bepaal mij tot een enkele, en wel uit de consultatieve praktijk: Bij een gezonde eerstbarige trad tijdens de verlossing, die met de tang werd ten einde gebracht, temperatuursverhooging op, wat in de volgende dagen voortduurde, tot 41°5 toe. Den 17den dag zag ik haar in consult, vond een bevredigenden algemeenen toestand, een niet pijnlijken uterus, ongeveer ter grootte vaneen vuist, en een infiltrant in het bovenste gedeelte van den rechter breeden band, in omvang toenemend in zijdelingsche richting. Yerder niets. De verschijnselen van pyaemie (intermitteerende temperatuur, koude rillingen) bleven in onverminderden graad ruim drie maanden lang voortduren. De temperatuurkromme vertoonde tot in het laatst der derde maand steeds denzelfden vorm; dagelijksche hooge toppen van 39—41°, diepe dalingen, gevolgd dooreen koude rilling, *die een nieuwen top aankondigde. De plaatselijke verschijnselen bleven langen tijd onveranderd: uitbreiding der thrombose, die stellig begonnen was inde groote aderen in het bovenste deel van den breeden band, kon niet worden waargenomen; evenmin werd ergens in het lichaam een nieuwe ziektehaard ontdekt. Zonder andere behandeling dan de hierboven beschrevene, genas de vrouw na het lange ziekbed (drie en een halve maand!) volkomen. Drie jaren later bracht zij haar tweede kind ter wereld, ditmaal zonder tegenspoed. Hoe ouder men wordt, des temeer leert men de geneeskracht van het organisme bewonderen en waardeeren. Des temeer wordt men ook behoed voor het gevaar van overschatting onzer therapeutische hulpmiddelen, maar ook des temeer wordt men doordrongen van den plicht, het genezingsproces niet te storen door goed bedoelde maar slecht begrepen kunstmiddelen. Hiervoor is het volstrekt noodzakelijk, dat men zich juiste voorstellingen vormt omtrent Ked. Tijdschr. v. Yerlosk. en Gynaec. XXV. 11

151