HISTORISCHE AARTEEKBNIRGEN OYER DE BARIKH BIJ DIPLOPAGT, DOOR .1. G. DE LINT •) (G-orinehem.) Jacobus Denys, „ordinaris stad-chirurgijn, operateur van den ateen, vroedmeester en voorleezer ter onderwijzing van de vroedvrouwen, binnen de stad Leyden”, geeft op blz. 239 van zijn: „Verhandelingen over het ampt der vroedmeesters en vroedvrouwen, met aanmerkingen, derzelver kunst raakende” 2), als de bij de toenmalige vroedvrouwen het meest in zwang zijnde methode om de vliezen bij de haring te breken het gebruik maken vaneen naald of speld aan. Hij keurt deze handelswijze af, vanwege de „ongemakken, daaruit voortgekomen zijnde”, en illustreert dit door het volgende voorbeeld: „geroepen zijnde op een zekeren tijd, om een vrouw te verlossen, die eenige dagen inden arbeid had gezeten, met een wel gekeerd kind, dat dood ter Waereld quam, zijnde inden arbeid gesturven, bevond ik, alles beschouwende, iets op het hoofd van het kind, dat mij vreemd voorquam; naauwkeurig alles, nevens alle de Omstanders, beziende, bleek het zonneklaar, dat het was de kop van een kloeke bakerspeld, die even boven de huit uitstak, welke uitgetrokken zijnde vaneen ieder met verbaasdheid en diep stilzwijgen wierd aangezien: die speld is zekerlijk gebruikt geweest tot opening van de vliezen, en door onvoorzichtigheid zoo diep geraakt. Zie, kunstlievende Leezer! wat rauwe behandeling de haastige en onervaare Vroedvrouwen hebben; indien dit kind voor het breken der vliezen geleeft heeft, zoo moest het daar van noodzaakehjk sterven.’ Waar Denys inde voorrede van datzelfde werk zegt: „Bdog de bevinding heeft geleerd, (en leerde die het niet dagelijks!) tot verbaasdheid, dat bijnaa geen kunst slordiger, ruikeloozer, en onverstandiger word bediend, als deeze, (de verloskunde)”, dan >) Voordracht gehouden op de vergadering van de Nederl. Grynaeo. Ver. on 19 Nov. 1916. 2) Uitgegeven te Leiden bij Juriaan Wishoff, 1733. Ned. Tijdschr. v. Verlost, en G-ynaeo. 1917. 1