met vrij veel NaCl-afscheiding, terwijl de dagelijks uitgescheiden hoeveelheid albumen gelijk blijft. (Zie fig. 9.) De haring beliep normaal in hoofdligging; het kind woog 4,140 K.G., de placenta was groot en wat oedemateus, 800 Gram. Het kraambed was normaal. Onder zoutloos diëet viel patiënte in 12 dagen nog 10 K.G. af. De eerste dagen bevatte de urine ondanks het diëet 7 tot 8 Gram per Liter. Ook in dit geval gelukte het dus inde verste verte niet de patiënte te ontwateren. Dit geschiedde eerst post partum. De albuminurie, die voor de haring stationair bleef, verminderde eveneens spoedig na de bevalling. Een afwijkend beloop vertoont het volgende geval in zooverre, dat ondanks het zoutloos diëet het lichaamsgewicht toe nam. (Eg. 10.) Geval XL 1915. K°. 540. I-para. 25 jaar. Menstrueerde 20 December voor het laatst. De zwangerschap beliep zonder stoornis tot begin Augustus, toen patiënte dikke beenen kreeg en de vroedvrouw eiwit in de urine vond. Patiënte heeft toen bedrust en melkdiëet gehouden, waaronder de oedemen verdwenen, maarde albuminurie toenam. Daarom werd zij 27 Augustus naar de kliniek gezonden. Klachten over braken, misselijkheid en hoofdpijn ontbraken. Bij opneming bestond een matig oedeem, de pols was afwisselend, soms hard, tamelijk frequent, 100. De urine bevatte 15 °/00 eiwit en veel korrelcylinders. Uterus tot even onder den ribbenboog, hoofdligging. Ondanks de ernstige nieraandoening werd zoutloos diëet gegeven. Toch nam tot 5 September, den dag der bevalling, het gewicht toe met vrij wel stationair blijvende eiwit afscheiding: ± 10 Gram per dag. Verschijnselen van braken, hoofdpijn traden niet op, ook niet tijdens de langdurige haring, die met de tang werd voltooid. Het drie weken te vroeg geboren kind woog 2,700 K.G., de placenta 600 Gram. Het geheele gewichtsverlies bij de haring was 5,3 K.G. In fig. 10 zien wij, hoe het lichaamsgewicht na de haring weder sterk daalde, niet minder dan 16,3 K.G. in 13 dagen, terwijl ook de eiwit-afscheiding geleidelijk wat afnam. Wegens de hardnekkige albuminurie werd den 13<Ln dag het zoutloos voedsel door melk vervangen, waardoor, zooals fig. 10 doet zien, de XaCl-afsoheiding tot 10 Gram per dag steeg met een sterk toenemende diurese, maarde dagelijksche hoeveelheid afgescheiden eiwit niet onaanzienlijk toenam, ofschoon het eiwitgehalte der urine daalde.

52