9 cm. na uithaling aan den voet pijn inden rechter n. ischiadicus optreden, die spoedig verdween. Is bovendien het hoofd vergroot zooals bij hydrocephalus, dan is de uitgeoofende druk bij den doorgang van het onverkleinde hoofd zoo groot en langdurig, dat de toogebrachte schade onherstelbaar kan zijn. Kecds tijdens de weeën werd in het volgende geval de zenuw gedrukt: Lefebvre1) hielp een 34-jarige Yl-para, bij wie de vijf vorige haringen goed verloopen waren, bij haar zesde bevalling, welke door de aanwezigheid vaneen hydrocephalus bemoeilijkt was. De vrouw had tijdens de weeën pijn in het linker onderbeen en de glutaeusstreek. Hij verrichtte de keering; bij de uithaling, die veel kracht vcrcischte, voelde de vrouw hevige pijn in het linker onderbeen en de linker bilstreek. De wervelkolom van het kind brak, waarna de baring door perforatie van den hydrocephalus beëindigd werd. In het kraambed steeds pijn in onderbeen, voet en bilstreek. Het been kan de vrouw niet bewegen. Na thuis drie maanden te bed te hebben gelegen, worden do pijnen minder en begint zij met krukken te loopen. De status praesens vier maanden later luidt: patiënte kan met een stok zich hinkend voortbewegen. De linker voet is geëxtendeerd, flexie is ónmogelijk. Het geheclo been is atrophisch, sensibiliteit sterk verminderd op den voor-buitenkant van het onderbeen en den voet en op den voetzool. Bij electrisch prikkelen trekken zich de tibialis anticus, extensor communis en de peronci nauwelijks samen. 3 jaar later nog atrophie van het onderbeen en verminderde sensibiliteit. Het schijnt, dat na de spontane geboorte van het hoofd de romp druk op den plexus kan uitoefenen, wanneer de nog niet geboren schouders met kracht te voorschijn worden getrokken. Het volgend geval doet dit tenminste sterk vermoeden. Mogelijk is natuurlijk, dat het spontaan geboren hoofd den druk heeft uitgeoefend; er staat echter uitdrukkelijk vermeld, dat de vrouw na en niet tijdens de baring over pijn iu het been klaagde. In het algemeen zijnde schouders te week en vervormbaar, echter bij krachtig ontwikkelden schoudergordel en bij krachtig trekken – misschien in verkeerde richting —is het zeer goed denkbaar, dat de plexus inde knel komt. Glessner2) vermeldt, dat bij een 33-jarige I-para met een plat bekken (C. Y. 7 cM.) de baring na 48 uur eindigde met de spontane geboorte van het hoofd. Daarna trok de vroedvrouw gedurende ’/ï uur *) Lefebvre, These de Paris 1876. J) Gecit. door Hösslin l.c.

278