/■.Vet. De rubriek vet (bedoeld wordt natuurlijk het vetgehalte der cellen van de theca int. en van de granulosa) heb ik niet ingevuld, omdat hieronder bij verschillende onderzoekers niet steeds hetzelfde wordt verstaan, daarenboven wordt door R. Me jer dg aanwezigheid van vet aangegeven, niettegenstaande zijn praeparaten met alcohol behandeld zijn (ze waren in paraffine ingesloten). De hoeveelheid vet moet daardoor veel verminderd zijn. Wel viel hem het aantoonen daarvan niet gemakkelijk en moest hij om tot een positief resultaat te komen een kunstgreep aanwenden, doch deze methode liet o. a. Reusch inden steek. Ik hield mij daarom aan den raad van Reusch (1. c. p. 272): „Die ganze „Frage der Verfettung ist noch wenig geklart und bedarf noch eingehenden „Studiums ünter Berücksichtigung der neuesten Anschauungen über Verfet„tung, wie sie Aschoff prazisiert hat. Die allgemeine Bezeichnung „Fett” „sollte eindlich aus den Arbeiten der gynaecologischen Histologie versohwin„den. Wenigstens die beiden Hauptfettarten, Neutralfett und Cholesterinester„fett, die durch das Polarisationsmikroskop so leicht zu unterscheiden sind, „sollten bei ihrer dilferenten physiologisch-pathologischen Bedeutung immer „unterschieden werden.” Bij gelegenheid vaneen demonstratie van zijn (Meyer’s) praeparaten inde vereeniging voor Yerloskunde en Gynaecologie te Berlijn (11. XI. 1910) maakte Bumm de opmerking, dat hij van zijn leerling Kr eis 4) ook jonge stadia van corpus luteum gezien had en daarin de epitheliale afkomst erkend had. Meyer kon daarop antwoorden, dat Sobotta zich skeptisch over deze onderzoekingen van Kreis had uitgelaten. Het oordeel van Sobotta luidde: „Wir „können aber wegen der ünsicherheit des Beobachtungsmaterials „den Schlüssen zu den Kr eis kommt kein entschiedene Bedeutung „beilegen.”.2) Ook Meyer beweert, dat de praeparaten van Kreis weinig waarde hebben. 3) Meyer zelf bekent, dat ook hij „Mangels „einwandsfreier Praparate früher die epitheliale Genese für zweifel„haft gehalten habe” 4). Daarom is het van het grootste belang „einwandfreie” praeparaten voor het onderzoek te gebruiken, temeer, daar zooals reeds opgemerkt is, de praeparaten, die van den mensoh afkomstig zijn, tot de zeldzaamheden behooren en er geen sprake van kan *) Die Entwicklung und Rückhildung des Corpus luteum spurium heim Mensohen Archiv. f. Gynark. Bd. 58 1899. p. 411. 4) Ergebnisse der Anat. u. Entw. gesch. Bd. XI. 1901. p. 963, *) 1. c, p. 355—356, ») 1. c. p. 356.

95