dronk water, gaf goed antwoord, klaagde over hoofdpijn en vermoeidheid. Daarna viel zij in slaap, werd na een uur wakker, dronk water, praatte wat, vroeg o.a. of zij op zijde mocht liggen, en terwijl zij dit deed, riep zij: „O, God daar komt het weer” en kreeg zij weder een aanval (5.45). Te 8.25, 9.15, 10 uur en 10.50 volgden weder hevige aanvallen, mét sterke cyanose, zonder dat patiënte bij bewustzijn kwam. Daarna werd een venaesectie van 650 c.c. verricht onder lichte chloroformnarcose, waarop de aanvallen verder uithieven. Den volgenden morgen was patiënte goed bij kennis, de haring nog niet begonnen. Zij kreeg alleen water te drinken. De bloedsdrukking was 170. Lichte gezichtsstoornissen waren reeds den volgenden dag verdwenen. Er was een matige diurese met D/a °/00 eiwit. Den derden dag werd begonnen met zoutloos voedsel; zij klaagde toen alleen nog over lichte hoofdpijn. Zij ging er spoedig beter uitzien, maar hield een gevlekte gelaatskleur, terwijl zich de hoofdpijnen af en toe herhaalden. Intussehen daalde de albuminurie, maar de bloedsdrukking bleef hoog, zooals fig. 7 toont. 8 Ootober, dus drie weken na de eclampsie, steeg haar lichaamsgewicht en kreeg zij een opgezet gelaat. Er werd ook te veel zout uitgescheiden, ook door andere „zoutlooze” patiënten, als gevolg van een vergissing, inde keuken begaan —■ door wisseling van personeel —. Het gelukte niet dadelijk het dieet weder in orde te krijgen, zoodat aanvankelijk een matige NaCl-retcntie bleef bestaan. De hoofdpijnen namen in die dagen toe, de bloedsdrukking steeg, ook de albuminurie: tot 21 °/00, waarom 18 October, inde 36ste week, een'condoom-katheter werd ingébracht. Doordat het condoom gebroken was, bleven voorloopig contracties uit, waarom 7 uur later een andere condoom-katheter werd ingébracht. Terwijl dit geschiedde, kreeg patiënte inde linker liohaamshelft kleine schokjes, die toenamen, op de rechter lichaamshelft overgingen en ten slotte ineen typischen eclamptischen aanval eindigden. Dadelijk na den aanval kwam zij weder bij; zij kreeg 10 mg. morphine, klaagde over hoofdpijn, en een half uur later waarschuwde zij, dat er weder een aanval op til was, die inderdaad ook kwam. Daarna was de bloedsdrukking 152. Weder kwam zij spoedig bij en daarna bleven, zonder verdere therapie, de aanvallen uit. De haring begon spoedig; 4 uren na het inbrengen van den tweeden condoom-katheter werd een levend kindje van 1680 Gr. spontaan geboren. De placenta woog 475 Gr., vertoonde veel infarcten en inde decidua serotina een versch haematoom ter grootte vaneen knikker. De eerste dagen post partum ging het patiënte best, het eiwit

175