de myelogene leukaemie in aantal toenemen. Ook in ons geval konden wij dat waarnemen. Deze verbetering treedt echter slechts langzaam op. Ook over het kleiner worden der milt door de bestraling heerscht eenstemmigheid. Bij voortgezette behandeling kan zelfs een buitengewoon groote milt zóó klein worden, dat zij niet meer is te voelen. Het kleiner worden van dit orgaan is van het grootste belang voor de ontwikkeling van het bloedbeeld. Bij de myeloide vorm der leukaemie toch berust de vergrooting der milt op ontzaglijke woekering van myeloidweefsel in de pulpa met gelijktijdige atrophie der miltfollikels. Door de bestraling wordt dit gevoelige weefsel — de bron der myelocyten — vernietigd. De waargenomen verbetering in den algemeenen toestand wordt verklaard door de vermindering van de abnormale weefsels en cellen, door wier stofwisseling toxinen in het bloed worden afgegeven. Gewaarschuwd moet worden tegen te intensieve Röntgenbehandeling, daar patiënten bekend zijn, die als gevolg daarvan spoedig overleden. Men moet beproeven met zulke doses te werken, dat men de neiging tot vermeerdering der cellen in toom houdt. Yolgens We tt er er mag men met een nawerking van de behandeling van ongeveer een half jaar rekenen. Muller meent, dat de vermindering van witte bloedlichaampjes ook bij bestraling van een carcinoom ontstaat en nog niet het gevolg van een typische miltverandering behoeft te zijn. Meur er meent, dat er dan toch nooit een dergelijke sterke verschuiving in het bloedbeeld optreedt. Engelkens: Een geval van primair Vaginaalcarcinoom. (Verschijnt in Bed. ïijdschr v. Deneesk.) Muller; De bindweefselvermeerdering in het bestraalde praeparaat behoeft niet het gevolg van de bestraling te zijn. Aangezien de vaginaalwond per secundam is gesloten, ontstaat alleen daardoor bindweefselnieuwvorming, Engelkens wijst op de vele jonge fibroblasten, die in het praeparaat voorkomen, hetgeen wij een half jaar na de genezing der wond normaal niet kunnen verwachten. Kouwer: vraagt zich nog altijd af, of de bestraling niet prikkelend werkt. Hij vindt een recidief ongeveer 5 maanden na de operatie, wel wat vlug. Engelkens: Het hangt geheel af van de wijze van bestralen of een prikkeldosis gegeven wordt. Wij kunnen dit steeds voorkomen door regelmatig de dosis te controleeren bij bepaalde filtreering.

317