Yerder vindt hij voor een vaginaal carcinoom een recidief na 5 mnd. niet ongewoon. Meurer deelt een geval mede van bestraling van een tumor, die later niet maligne bleek te zijn. De pat. was door prof. Treub per vaginam geopereerd wegens cystoma ovarii. Bij de colpotomia post. kwamen echter brokkelige massa’s te voorschijn, die voor carcinoom werden gehouden, en daarom werd de operatie gestaakt. Het mikroskopisch onderzoek bevestigde de diagnose carcinoma ovarii. De pat. werd toen, n.1. in 1904 of ’05, abdominaal bestraald. Behalve een lichte verbranding trad er verbetering op; de buik slonk. Eenigen tijd daarna trad zwangerschap op. Pat. beviel van een gezond kind. Dit geval werd medegedeeld op een Gynaecologische Vergadering van 1918 en voorgesteld als een inoperabel carcinoom, door Röntgenbestraling genezen. 10 jaar daarna kwam patiënte bij spreker met een grooten tumor in den buik. Bij operatie bleek een multiloculaire ovariaalcyste aanwezig te zijn, die met het oude kolpotomielitteeken vergroeid 'was. Daar ter plaatse had de tumor een papillomateusen bouw. Indertijd werden deze weefselbrokken verkeerdelijk voor carcinoom gehouden, en is dus de conclusie, dat Röntgenbestraling dit carcinoom genezen had, niet gewettigd. t Kouwet wil die vergevorderde gevallen van carcinoma ovarii niet bestralen. Hij ziet hiervan nooit iets goeds, integendeel. Hij vraagt dan de Sn o o naar het verdere beloop van diens in de Vergadering van 13 Juni 1920 medegedeelde gevallen van carcinoma ovarii. De Snoo deelt mede, dat de patiënte met het cystadenoma papilliferum malignum het nog steeds goed maakt. De tweede patiënte met carcinoma ovarii duplex is ruim */i jaar vrij van klachten geweest; daarop is er ascites opgetreden cn is zij ongeveer 1 jaar na de operatie overleden. Bij de 3de patiënte is het niet tot bestraling gekomen; zij stierf 3 maanden na de operatie en de 4de patiënte, die ook niet bestraald is, maakt het best. Spreker heeft in den laatsten tijd tamelijk veelvuldig laten bestralen, soms met, soms zonder resultaat. Omtrent blijvende resultaten kan hij nog niet berichten; in niet operabele gevallen is het primaire resultaat soms verrassend; totale genezing van het carcinomateuse uleus, verbetering van den algemeenen toestand. In die gevallen werden radium en Röntgenstralen toegepast in sterke doses. De voor bestraling gunstige gevallen moet men leeren uitkiezen. Ha den dank der vergadering aan den Heer Meurer betuigd te hebben, sluit de Voorzitter de vergadering.

318