geplaatst. Hier liep ’s avonds om 6.30 u. het sterk stinkende vruchtwater af, en werden de foetus en de placenta spontaan geboren. Den volgenden dag was de temperatuur gedaald (36.8) en werd de vrouw weder naar de chirurg, kliniek teruggebracht, waar men 15 Oct. het absces opende en draineerde. Aanvankelijk verbeterde de toestand, doch 19 Oct. kreeg zij plotseling een koude rilling, waarna zij hooge temperatuur hield. Den 28sten Oct. werd dooreen incisie boven de symphysis nog eens veel dunne etter ontlast, doch 2 dagen later stierf de vrouw. Obductie: Diffuse peritonitis. Samenklevingen tusschen darmen onderling en tusschen darmen en omentum. Hart en longen normaal. Lever: groot, bleek, slap. Milt: groot en slap (bacteriologisch onderzoek levert een reine cultuur van colibacillen). Periappendiculair absces, waarin een los appendixsteentje. Parametritis purulenta sinistra. 6). Peritonitis na perforatie vaneen veretterd cystoma ovarii. Toe. 1909—154. I-p. 20 j. De vrouw had een „moeilijke dracht”, door sterk opgezetten buik. De haring begon thuis met het ailoopen van vruchtwater bij weinig ontsluiting en treuzelde gedurende 4 dagen voort. Ten slotte vond men bij volkomen ontsluiting en voortdurende weeën-zwakte een hoogstaand hoofd met daarachter een „zwelling”. De hooge tang werd aangelegd, doch vruchteloos. Daarom werd nu gedurende 12 uren afgewacht, en hierop de vrouw naar het ziekenhuis inde nabij gelegen stad vervoerd. Hier legde men weder de hooge tang aan, maar nu inde houding van Walcher! Het succes was even gering en daarom ging men thans tot perforatie over. De vrouw werd dadelijk ziek, vertoonde alle verschijnselen van peritonitis inde omgeving der „zwelling” en werd nu behandeld met ichthiol- en glycerinetampons en heete lysolirrigaties! Eindelijk, een maand later, 29 Maart werd de vrouw inde kliniek opgenomen. Hier verrichtte men laparotomie en exstirpeerde de veretterde, met stinkende massa’s gevulde dermoiedcyste van het ovarium, doch de vrouw overleed 5 April aan peritonitis, gevolg van doorbraak. F. Sbpsis na angina. Het ziektegeval, dat onder dit hoofd beschreven wordt, was van klinisch standpunt uiterst merkwaardig. Deze vrouw toch had een anamnese, die duidelijk op een tuberculeuze aandoening

206