van longen en larynx wees, en indien hier geen obductie was verricht, dan zou dit geval zeker hebben kunnen dienen om den slechten invloed, dien zwangerschap en kraambed op een bestaand tuberculeus proces kunnen oefenen, in het licht te stellen ! Nu bracht de sectie ons de gelegenheid een juister voorstelling te krijgen. Toe. 1910—4. IV-p. 28 j. De vrouw, die tot haar 18de jaar goed gezond was, diende bij een teringlijdster, die zij gedurende drie jaren geheel alleen verpleegde. Zij begon toen te kuchen en het gold als vaststaande, dat zij daar met tuberculose was besmet. Toch werden de verschijnselen pas ernstig in deze vierde zwangerschap; zij gaf nu veel op, soms met bloed gemengd sputum. In het laatst van October kreeg zij keelpijn, vooral bij eten en drinken. Eerst was zij zeer heesch, den laatsten tijd echter ging het met spreken wat beter. Bij haar komst inde kliniek, 3 Januari, was de algemeene toestand zorgwekkend. Nasale spraak, sterke foetor ex ore. Pharynx rood, met witte slijmmassa’s bedekt, rechter tonsil sterk gezwollen. Spiegelonderzoek door prikkelbaarheid onmogelijk. Pijnlijke klierzwelling aan den hals. Longen: R. a. b demping, L. v. b. ook. Beiderzijds fijne en grove reutelgeruischen. Zwangerschap van 26 weken. Gedurende haar verblijf inde kliniek blijft de temperatuur hoog en gaat de toestand achteruit. Den 23sten Jan. wordt een kind van 1350 gram geboren; tijdens de baring was de vrouw benauwd en de pols slecht. Na een tijdelijke verbetering sterft de patiënte den 29sten Januari. Obductie: Inde buikholte niets bizonders (geslachtsdeelen, darmen, nieren, lever, pancreas normaal). Inde borstholte veel pleuravergroeiingen, veel vocht, aan de rechterzijde geleiachtig. Inde longen niets van tuberculose te vinden; inde middenkwab der rechterlong gelatineuze pneumonie. De geheele omgeving der rechter tonsil veranderd ineen ulcereerende, necrotische massa, waarin de rechter hoorn van het tongbeen naakt uitsteekt. Uvula en epiglottis deelen in het proces. Uit de milt zijn streptococcen in reine cultuur gekweekt. G. Ontstaan en verbreiding der infectie onbekend. In deze groep heb ik een aantal gevallen ondergebracht, die in geen der vorige groepen een plaats konden vinden en die dit gemeen hebben, dat de vrouwen reeds ziek waren korteren of langeren tijd, voordat de baring begon, en dat er bij de obductie noch een punt van uitgang voor de infectie kon worden gevon-Tijdschr. v. Yerlosk. en Gyn. XXIX. 14

207