dacht der onderzoekers in hoofdzaak in beslag genomen is door de vraag naar de werkzame bestanddeelen van hei secale en naar de verschillen in werking der verschillende praeparaten (waarvoor dus bijna altijd gebruik is gemaakt van de niet-zwangere baarmoeder), maar dat onderzoekingen over de werking van secale op den zwangeren uterus der meest gebruikte proefdieren vrijwel inde literatuur ontbreken. Dit is des te opmerkelijker, omdat gedurende lange jaren een strijd gewoed heeft over de wenschelijkheid van het gebruik van secale als weeën opwekkend middel en omdat inde therapie secale toch vrijwel uitsluitend gebruikt wordt dadelijk na de geboorte of in het kraambed. Noch in het bekende leerboek „Die expèrimentelle Pharmakologie” van Meyer en Gottlieb, noch in Cushny’s „Pharmacology and Therapeutics, or the action of drugs” vindt men iets vermeld over de werking van secale op de zwangere baarmoeder, evenmin in het uitstekende overzicht over het secalevraagstuk, dat Edmunds en Hale hun publicatie „The physiological Standardisation of ergot”!) doen voorafgaan. Ik zie hier natuurlijk af van die proeven uit vroeger jaren, waarbij de werkzaamheid van secale-praeparaten bepaald werd naar het al of niet optreden van abortus bij dieren, die secale met hun voedsel of inden vorm van onderhuidsche inspuitingen gekregen hadden. Hiervoor werden voornamelijk dieren in het laatste stadium der zwangerschap gebruikt, en bet is wel heel gevaarlijk om uit het uitstooten der foetus op een tijdstip, dat zoo dicht ligt bij het physiologische einde der zwangerschap, dikwijls nadat min of meer gezuiverde secale-praeparaten gedurende geruimen tijd waren toegediend, en dan nog meestal in zulke groote doses, dat het dier er ernstig ziek van werd, te besluiten tot een werking van het toegediende praeparaat op den uterus. Evenmin kunnen die proeven eenige aanspraak op nauwkeurigheid maken, welke verricht werden volgens de methode van Van Braam Houckgeest, waarbij dus de uterus buiten de buikholte gebracht werd en het dier geplaatst ineen verwarmd bad van keukenzoutoplossing. Proeven, met deze methode gedaan, zijn nog het best beschreven door Vahlen2), die een in water oplosbaar secale bestanddeel, clavin, beschreef, dat volgens hem een sterke werking op de baarmoeder hebben zou. Toch ') Buil. n°. 76 van het Hyg. Lab. of the Public Health and Marine Hospital of the United States, 4911. 2) Arch.jf. exp. Path. u. Pharrn. Bd. 55, 1906, 430.

356