para, was bij den eersten partus een flinke ruptuur van den 2'len graad ontstaan. Bij het extraheeren scheurde plotseling het perinaeum, nog voordat wij er aan konden denken zijdelingsche inknippingen te maken. Ditzelfde was bij de beide andere 1-parae het geval, waarvan eene een oude I-para was. Indien deze tangextracties onder betere omstandigheden hadden kunnen plaats vinden, met name indien ik over betere assistentie had kunnen beschikken, dan hadden deze complete rupturen hoogstwaarschijnlijk vermeden kunnen worden. Die drie gevallen zijn echter naar mijne meening geen voldoend argument om deze wijze van behandeling van de achterhoofdsligging met verkeerden spildraai af te keuren. Men zou in zijne afkeuring van deze behandeling sterk staan, indien bij de forcipale extractie eener gewone achterhoofdsligging met zekerheid het ontstaan eener complete ruptura perinaei zou kunnen worden voorkomen. Dat is echter niet het geval, ja zelfs bij de spontane geboorte eener achterhoofdsligging komen zij voor. Dit leeren ons zoowel de uit de Utrechtsche kliniek en polikliniek medegedeelde gevallen als ook de ervaring in onze kliniek. Op de 191 forcipale extracties gedaan bij de 8978 partus kwam 8 maal een complete ruptuur voor, terwijl deze driemaal bij een spontane baring in achterhoofdsligging ontstond. Onze wijze van handelen heeft het groote voordeel eenvoudig te zijn, mislukkingen komen niet voor en verrassingen inden vorm eener complete ruptuur kunnen met behulp van episiotomie, tijdig afnemen der lepels en daarna met behulp van expressie bijna altijd worden vermeden.

409