Kan gebeuren, zonder dat Arnold's geest zijn vonken spat. Wel raakt hij de kluts soms kwijt, Maar dan staat te rechter tijd, Abram Hesselink gereed,

Die hem te somflceren weet. Als Arnold Gorter maar één ding

[onthoudt:

Dat spreken is zilver en schild'ren

is goud.

A. n. GORTER.

Geen enkel schilder wordt er Zoo zeer gekocht als Gorter, 't Klinkt wel vreemd, maar 't is toch

[waar, — Vraag het de firma Buffa maar. En zijn eminent penseel Wrocht dan ook verbazend veel. Hij maakt met den Franschen slag Wel drie, vier tableaux per dag; Onbegrijpelijk hoe hij 't doet,

Maar ze zijn altijd haast goed. 'tls een wonderbaarlijkheid,

Dat hij zooveel vrijen tijd Daag'lijks overhouden kan, Als representatieman Van Sint-Lucas en van Arti; 't Al bewijst dan ook, hoe hard ie Nacht en dag maar door penseelt, En daarbij als lijfdeun kweelt Alsmaar Siegmund's Liebeslied (Burgstaller beschaamt hem niet). Zingt hij af en toe wat valsch, 't Komt door zijn te langen hals. Maar behalve zijn tenoor,

Heeft hij ook een goed komvoor, Een verrukk'lijk rechte scheiding, Die hij zelfs niet aan de leiding Van zijn lijfcoiffeur vertrouwt; Gorter is o, zoo benauwd,

Dat men zelfs een haartje knauwt Of een lok niet gladjes douwt.

Meer dan aan eenvoudigheid,

Lijdt hij aan welsprekendheid, En zijn redenaarstalent,

Met het achterhoeksch accent,

Staat dan ook zóó puik bekend, Dat geen kunstevenement

W. WITSEN.

Witsen maakt warachies

Bij voorkeur stille grachies;

Smijt ze niet op een doekie,

Met een zucht en een vloekie.

Hij schildert altijd netjes,

Kleedt zich als swell, coquetjes,

Poetst driemaal daags zijn tanden,

Draagt steeds geschoende handen.

Hoewel tiré a katterig,

Loopt onze vriend niet fatterig,

Maar heeft de élégance

Van een beer, die slaat aan 't dansen.

Hij speelt violoncello,

Verwoed als een Othello;

De etsnaald hij hanteert

Als Cyrano het zweerd.