DE JONGE HOND.

Een jonge hond ging eens, vol lust in daden,

Naar 't meer. Al plassend ging hij er in waden, Verheugde zich over de nieuw geleerde kunst. Een bever keek naar hem. — „Och gunst, Zwemmeestertje, zeg mij nu, man,

Of ik niet reeds goed zwemmen kan!"

De bever sprak met lichten smaad:

„Ja, vriendlief, 't zwemmen nou, dat gaat,

Maar mööi is 't niet!" — Och wat,

Zoo dacht de hond, hij gunt mij niet de lol in 't nat!

Den ouden waterarchitekt heeft nu 't

Ontbijt niet goed gesmaakt, zoo is 't!

De bever ging. Daar kwam nu aan Een deftige kalkoensche haan.

Toen hij het hondje zwemmen zag,

Kalde hij luidkeels: ,,'t Is een prach'!

Hoe heerlijk zwem je! Beter kan niet één 't:

Geen kikker, visch, noch gans, noch eend.

Jij bent — en niemand zal 't bestrijden —

De beste zwemmer aller tijden!

Het hondje hoorde den kalkoen En heel de lofspraak van dien poen —

Liet toen zijn staart, bedropen,

Droef hangen, zette 't op een loopen.

Een wijze haalt u neer - misschien is't haat en gram! Een domoor prijst u — dan is 't lam!

Ja, als Jan Veth mij een ongunstig oordeel velt: „Die schilderij is niks!" — nog sta'k dan niet ontsteld; Maar als mij Plasschaert prijst en mijnen roem laat

[drukken,

Dan snij 'k met kloeke hand het heele ding in stukken, Breng aan de schilderkunst mijn laatst vaarwel En word dan stalknecht in een hond'-en-apen-spel.

(Vrij gevolgd naar Hans Heinz Ewers).

VOORHEEN EN THANS.

In het Oude Testament kan een ieder lezen,

Dat een zeker jongeling, die niet braaf wou wezen, Opgroeide voor galg en rad, wars was van het Goede, Als z'n „dernier des métiers" varkentjes ging hoeden.

Tegenwoordig gaat een vent, die geen cent meer waardis, Zonder spieren en verstand, maar wel zwaar behaard is, Als hij haast voor niets meer deugt, bijna is verwilderd, Kritiseeren in 'n krant over al wat schildert.

BRIEFWISSELING.

V. A. te B. Ik dank u. Soortgelijke en buitenbeenige onzin is een algeheele volmaking van het buitenmiddelpuntige in den ondernemingsgeest van den Egyptischen Eenling, die twaalf weken kraams op rolschaatsen knollen voor citroenen tracht te verkoopen. Ik dank u. Ge zijt rijp voor Plasschaert en Coudewater.

Ko D. 't Portret van je vrind „daar hei je de skutters" lijkt wel. Alleen vind ik dat je ZEd. tong wat meer naar voren hadt moeten brengen.

Mevr. K. v. K. Dank voor uw

1 - l i • • 1 ii,

Mevr. K. v. K. Dank voor uw

rijstkookrecept. 't Is eenvoudig maar erg onduidelijk. Henriette Davi-

dis is begrijpelijker.

Marinus. Als maar op Scheveningen? Laat eens iets van je hooren.

Meiertje Max. Over de zee? Wadis? Hei je Paget?

Leonetje. Wandelen is heel gezond, vooral 's avonds laat, en

dan in een presto-temps.

Timoer Lenk te Schandau. Zie uwe Saksische correspondentie gaarne tegemoet. Als je niets te schrijven weet, stuur dan maar wat mooi porselein en een paar kanarievogels.

Mac. Vorrat. Ik ontving geen steek. Je hebt mijn brief toch

wel ontvangen?

Hahn. Meld mij even of je die twee heeren vereenigd hebt. Kees Valkenstein. 'n Politiek actueel prentje, tijdig ontvangen, wordt altijd, als 't niet te beroerd geteekend is, geplaatst.

Karet Verbrugge. Zijn die Groningsche decors nog niet klaar? Loodwitkop. Er bestaan plannen, een „Kamerschut-Vereeniging" op te richten. Gij zult waarschijnlijk „Eerelid worden.

Jam. C. Kalm aap, met de kermis.

Leadingmensch. Schrijf John Bellusch eens. Misschien dat hij jou

antwoord geeft.

Verschillende inzenders De ijzeren pot.