HET NOORDEN IN WOORD EN BEELD

De „Parrel", een kolk aan de Paddepoelsterweg bij Groningen, die een rol speelt in oude 'egenden, schijnt op zoo'n winterdag geslotener dan ooit, om zijn geheimen niet te

verraden.

RIJP!

Bij avond en nacht En de wilg bij de gracht

Kwèm de vluchtige pracht Teekent lijntjes, zoo zacht,

In de wereld van donkerte en kou; Als geen Rembrandt 't verbeteren zou.

De morgenstond lacht 't ls de eenvoud in kracht,

Bij de fleur, ons gebracht, Njet gewüd of bedacht_

Als een gave in wmtersche kou. Maar natuurlijk en zonder de schijn!

De boom draagt een vacht , En wij weten de klacht,

Als een zilveren vracht Hoe kort duurt die pracht

Onder lucht van tintelend blauw; Van dat schitt'rend juweelen-festijn!

Hoe mooi kan een terpdorp als Adorp (en we hebben er tientallen op 't Hoogeland!) zijn in de nieuwe toets, die de winter er aan gaf! Daarvoor zijn geen verre „Midwinter-tochten" noodig!

Een eenzame weg naar het Noorden, dicht bij Groningen, geeft ons alle tijd en gelegenheid, de pracht der wijde landen en die der details in de boomen te ge- ; nieten... het groote en het kleine.