Wat

vermag ♦♦ *

vertelt ons Annie S. Swan in haar aangrijpenden roman „De Stiefmoeder". Dit is geen boek, dat U leest en daarna weglegt; neen, veelmeer, U beleeft dit boek 1

Zal de jonge cheffin van de pakafdeeling van een groote fabriek gelukkig worden in haar huwelijk met den bedrijfsdicecteur, een vele jaren ouderen weduwnaar?.

Zal het standsverschil haar geluk niet in den weg staan?

Grootsch is de opofferende liefde, waarmee de jonge vrouw vooroordeel, ja meer nog, haat, wil overwinnen. Ontroerend fijn en gevoelig is dit boek geschreven.

bestel vandaag nog bij den bezorger van dit-blad'„De Stiefmoeder", want een dergelijk prachtboek is spoedig uitverkocht.

ct'

Prijs 32'

Franco per post 42'/2 ct.

DE STIEFMOEDER

door Annie S. Swan Uitgave De Geïllustreerde Pers N.V.

dank z'J ■[Si-ARNHEM BEKENDE SCHRIFTELIJKE CURSUS Vraagt ons Prospectus Hoofdakte A en B Wiskunde L.O. en M.O. K' Nijverheidsacte N' Fm , Duits, Engels l. 0. Handelskennis L.O. Boekhouden M.O. Staatsexamen AenB H. B. S. A en B Onderwijzersakte Mulo-Diploma WIE BIJ RESA STUDEERT SLAAGT!

90 tnoddl&i uitsluitend elegante nieuwe ontwerpen, een veelomvattend overzicht van wat dezen herfst in Europa gedragen zal worden, brengt het groote Duitsche Modeblad MODEN WELT Met een bijlage, waarin alle belangrijke ontwerpen op modegebied worden behandeld, alsmede dubbelzijdige knippatronen... 65d. Verkrijgbaar in alle kiosken en bij den bockhandel. Inlichtingen door: N.V. van Ditmar's Boekenimport SINGEL 90 - AMSTERDAM

„Niet doen, Tim... Niet doen! Hij is geen partij voor je!

Fross was door het dolle heen. Met zijn linkerarm duwde hij haar opzij. Zijn aanhangers begonnen hem opnieuw aan te vuren. Zij hadden de lucht van een sensationeel drama. Fordice voor de oogen van zijn aangebedene verslagen! „Ga uit den weg, Kate!" riep Fordice. Er viel even een stilte. „Kate!", had hij gezegd. Niet: „Miss Beavers!" Maar dan klonken de kreten weer op. Kate wilde zich aan Tim vastklemmen, maar hij wierp haar van zich af. Ze struikelde bijna en bleef met groote oogen staan kijken.

Fordice's oogen fonkelden, toen Tim haar zoo ruw terzijde slingerde. Traag bewogen zich Tims voeten, sluipend. Dan een sprong. Vier, vijf snelle slagen. De laatste trof Fordice tegen de borst. Hij deinsde een paar stappen achteruit, met moeite ademend. Toen schoot hij, als bewogen door een reusachtige stalen veer, vooruit. Tim ontving hem met een linkschen hoek, welke echter zijn doel miste. Een schuivenden slag van Fordice rukte Tims oor bijna van zijn hoofd. Dan was Fordice opeens naast Tim. Zijn vuist bonkte, omhoog tegen Tims kin. Tim stond te wankelen als een dronken kerel. Hij snoof en bewoog zijn armen nog maar zwakjes. Vol op zijn mond werd hij getroffen, op zijn linkeroog, op zijn schouder. Zijn armen vielen slap langs zijn lichaam en hij zwaaide heen en weer! Fordice maakte er een slot aan. Een kalme stoot tegen Tims schouder. Als een plank viel Tim op den grond. Dit alles ging zoo snel in zijn werk, dat de toeschouwers volkomen verrast waren. Met kwaadaardige oogen keken zij naar Fordice. Maar er was tevens respect in hun houding. Zij waren eerlijk genoeg om toe te geven, dat Fordice geheel volgens de regelen had gevochten en op bewonderenswaardige wijze Tim zijn portie had gegeven. Het intellect had gezegevierd over brute kracht. Met trillende knieën stond Fordice te hijgen. Kate kwam naar hem toe. In haar oogen streden ongeloof en bewondering om den voorrang... Eds gezicht droop van het zweet. ,,Ed...", zei ze. ,,Je hebt hem..." „Zijn vet gegeven...", vulde hij aan, met moeite. „Ik heb honger!"

Tims maats waren bij den verslagene neergeknield en ontfermden zich over hem. Fordice en Kate liepen samen terug naar den ingang van het gebouw, waar Kate haar tasch opnam. Naast elkaar verlieten zij de kade, nageoogd door verschillende arbeiders, die nog maar steeds niet konden begrijpen, dat die bijna tengere jonge snuiter een man als „Big" Tim van de sokken had geslagen.

,,'t Was... schitterend, Ed!" zei Kate. „Maar... hoe kwam dat nou eigenlijk?"

„Hij zag me te vaak naar zijn zin in z'n onmiddellijke omgeving... En hij begon tegen me op te pijpen... Nou... 't draaide op vechten uit!"

Kate keek hem vragend aan. „Bedoel je... Hield je hem dan in het oog, Ed?" vroeg ze, weifelend. „Ja, eerlijk gezegd: dat deed ik... Maar daar weet je niets van, hoor! Denk daaraan... En: je had je er beter niet mee kunnen bemoeien! Al had hij me een pak slaag gegeven, wat dan nog? Een kind kan nu begrijpen,

dat we nogal intiem zijn..." „Zijn we dat dan?" vroeg Kate schalks.

„Waarom kwam je er tusschen?" vroeg Fordice droog. „Alleen maar, omdat je mij wilde beschermen! En waarom zou je mij willen beschermen? Omdat we gemeenschappelijke belangen hebben? Of... omdat je..." Hij voleindigde den zin, doch zweeg veelbeteekeifend.

„Ik denk, dat je je veel te veel verbeeldt!" gaf ze te kennen.

„Ik ga vanmiddag naar Wittington," sprong Fordice van den hak op den tak.

„Heb je dan iets ontdekt?" vroeg ze snel.

„Niets bepaalds... Ik heb alleen een vermoeden! Kom je ook? We zouden na ons bezoek aan H. W. bijvoorbeeld ergens kunnen gaan theedrinken, of, als het wat laat wordt, dineeren! Maar ik zal me dan toch eerst in heerenkleeding dienen te steken, anders durf ik niet in jouw gezichtskring te komen!"

,,'t Kan me niets schelen, hoe je er uit ziet," verzekerde Kate hem. „En ik ben H. W. buitengewoon dankbaar, dat hij mij bij „Yssel en Wilbury" heeft geplaatst. Ik zou er eeuwig spijt van gehad hebben als..." „Gaan we vanmiddag teaën?" herhaalde Ed zijn verzoek.

„Laten we óók samen dineeren en daarna ergens heengaan," opperde Kate.

„Luister eens, Kate... Werk gaat voor het meisje... Ik weet heusch niet, of we daar wel tijd voor hebben. Misschien moet ik nog ergens op uit. 't Zal afhangen van hetgeen H. W. zegt..."

„Ik ben om drie uur bij hem!" beloofde Kate. „Maar eerst ga ik in een kuip steenkoud water liggen..." „Ik ook!" antwoordde Ed. „Ik voel me zoo slap als een vaatdoek... Ik tril nog over mijn geheele lichaam... Tot straks dan!"

Ze keek hem aan.

„Dag!" zei ze. Haar blik was een liefkoozing.

Toen Edward Fordice precies om 3 uur de werkkamer van Mr. Horace Wittington binnentrad, was hij onherkenbaar. Hij droeg een keurig costuum en een parelgrijzen hoed. Hij was op en top een aristocraat, zoolang men zijn handen niet aan 'n nauwgezet onderzoek onderwierp. „Nieuws, Fordice?" vroeg mr. Wittington .

„Misschien," twijfelde Fordice. „Ik zal u eens iets vertellen... 't Is in elk geval verdacht... Vanaf den eersten dag, dat ik bij Yessel en Wilbury" werkte, heb ik mijn ooren en oogen wijd open gehouden. Daar is ook 'n zekere Tim Fross, een boom van een kerel. Ik ontmoette hem 's avonds toevallig in de stad. Hij was in ge-zelschap van een griezelig klein mannetje met een zwart puntbaardje en ik maak me sterk, dat het een Griek was. Nadien bleef ik Fross in het oog houden. Twee of drie keer had ik het ongeluk, dat hij me opmerkte. En ook slaagde ik er nooit in na te gaan, wat hij nu allemaal precies uitvoert. Maar dat er een luchtje aan zit, is zeker. Toevallig — ditmaal was het werkelijk toevallig —' ontmoette ik vanmiddag, na afloop van het werk, Tim Fross op de kade. Daar had hij niets te maken, want na zijn loon in ontvangst te hebben genomen, verlaten we door 't hek het terrein. Ik was