met

MARY POS

De Nederlandsche reis-journaliste en reizende schrijfster

'n Pracht van een slachtoffer voor 'n interview zou iemand als Mary Pos op 't eerste gezicht lijken. Weinig menschen immers hebben meer van de wereld gezien, en zelf heeft zij duizenden-een-vraaggesprekken gehad met klein- en grootmachtigen der aarde.

Daarom verwonderde 't ons in v t eerst wel wat, dat zij 't moeilijk vond iets over zich zelf te vertellen. Maar Mary Pos is een echte journaliste, en daarom ziet zij in zich zelf op de eerste plaats een toeschouwster en niet een medespelende in de wereld. Zij bekijkt de menschen en dingen, beschrijft ze, en vindt daarin haar geheele vreugde.

Zoo iemand kan ook wel eens tot de ontdekking komen, dat ze er 2elf ook nog is — bijvoorbeeld als ze op haar beurt geïnterviewd wordt — maar dan voelt zij zich toch wat vreemd, we zouden haast zeggen: wat minder op haar gemak.

Dezen indruk kregen we van Mary Pos, toen we haar ontmoetten in haar woning te Scheveningen. Van haar kamer uit heeft zij een prachtig uitzicht op de zee, die rusteloos zijn golven uitspreidt over het strand, en voor iemand met een beweeglijke zwerversnatuur zooals zij, kan men zich moeilijk een betere omgeving voorstellen.

In de inrichting van haar kamer ontmoeten elkaar alle vier windstreken: Boeddha-beeldjes uit Indië, armbanden uit Lapland, foto's uit Amerika, boemerangs uit Australië, bont ge-

Links: Aankomst op 't vliegveld te Napels bij haar terugkeer van de reis naar Zuid-Afrika, die zij kort voor den oorlog maakte.

schakeerde reisherinneringen uit verre en vreemde landen. Als bezoeker voel je je in zoo'n ietwat exotische kamer eenigszins... nu ja eenigszins bijzonder, maar Mary Pos beweegt er zich met zooveel natuurlijke gratie als 'n gewoon Hollandsch gastvrouwtje, dat je je gauw op je gemak voelt.

Als we haar zoo zien ronddribbelen, jong en eenvoudig, vragen we met eenige verwondering hoe zij er toe is gekomen het moeilijke beroep van reis-journaliste te kiezen.

„Omdat mij de reislust in 't bloed zit, en het vertellen mij is aangeboren," antwoordt zij

Een leuk kiekje dat genomen werd voor de afdaling in een van onze kolenmijnen.

Mary Pos vertelt ons in haar woning te Scheveningen over haar reizen, haar werk.

lachend; „de combinatie van deze twee eigenschappen moest er vroeg of laat wel toe leiden, dat ik er als journaliste op uit trok."

En als we dan vragen, waarheen de reislust haar zoo al heeft gevoerd, vertelt Mary Pos, dat zij in Amerika en in Zuid-Afrika is geweest, in Indië en in Australië, in Palestina en in Egypte, alsmede in vrijwel alle landen van Europa.

Op onze tamelijk onbescheiden vraag hoe zij 't heeft aangelegd door te dringen tot menschen van wereldfaam, die zich gewoonlijk verborgen houden voor alles wat journalist is, antwoordt zij:

„Dat is een vakgeheim! Maar wel kan ik U zeggen, dat ik daarbij nooit slimmigheidjes gebruikte. Ik diende steeds eenvoudig een verzoek om 'n onderhoud in, ziet U!"

,,En welke soort menschen, die U hebt ontmoet op uw omzwervingen, vondt U eigenlijk 't meest interessant?"

„In het algemeen hen, die zich het minst gewichtig voelden. Voorts heb ik altijd veel belangstelling gehad voor menschen, die zich aan maatschappelijk werk gaven. Daarvoor heb ik ook mijn zwerftochten door de slums én achterbuurten der wereldsteden gemaakt of soms in asyls geslapen. Een diepe bewondering heb ik gekregen voor de mannen en vrouwen, maar vooral voor de vrouwen, die in deze achterbuurten vol armoede en ellende, maar ook vol gevaren, willen leven en werken om te trachten het lot van hun naaste te verlichten. Daarvan heb ik ook veel mogen zien in onze koloniën bij mijn bezoek aan de grootestadskampongs of aan kolonies voor bedelaars, blinden, stommen, melaatschen en andere ongelukkigen. Vooral door de mannen en vrouwen van zending, missie en Leger des Heils wordt daar onnoemelijk veel gedaan voor hun donker getinte medemenschen". Wij vragen verder aan Mary Pos, waarom zij op haar reizen zooveel van vliegtuigen heeft gebruik gemaakt, en waarom niet meer van kameelen, muilezels en dergelijke romantischouderwetsche vervoermiddelen.

„Dat is 'n vergissing van u," antwoordt zij lachend, „want ik reisde lang niet altijd per vliegtuig, al heeft de luchtvaart wel mijn hart en al maakte ik de reis naar mijn verre doel meestal per vliegtuig. In het land, dat het doel van mijn reis was, aangekomen, nam ik elk vervoermiddel, dat er voor in aanmerking kwam. Ik rijd paard, 1 * dus ook dat kon dikwijls te pas komen. Maar daarnaast moet men goed kunnen loopen in geval men van geen vervoermiddelen gebruik kan maken, b.v. in het oerwoud. De olifantspaden, waarvan men bij deze tochten gebruik maakt, laten voor vervoermiddelen geen ruimte, tenzij het een draagstoel zou zijn. En gelukkig heb ik daarvan nimmer gebruik behoeven te maken, want dan is men er meestal niet best aan toe. Wel heb ik zeer te lijden gehad van tropische malaria, waarschijnlijk opgedaan tijdens nachtelijke tochten door streken, waar de malaria-