Zoo kan men Mary Pos aantreffen, wandelend over het Scheveningsche strand.

muskiet veel voorkwam, doch in die tijd was ik in Australië of op Java en de tochten door het oerwoud van Sumatra heb ik volkomen fit kunnen doen. Op een der eerste, waarvan het einddoel de krater v<an een vulkaan was, die midden in het oerwoud lag, verdwaalden mijn begeleider en ik en namen een olifantspad, dat in een moeras uitkwam. Al onze pogingen om het goede pad terug te vinden, mislukten. Maar voor den nacht viel en het verblijf in het oerwoud levensgevaarlijk zou zijn geworden vond een inlandsche jager met zijn honden ons terug.

Ik heb ook meer dan eens per vrachtboot gereisd. Die reizen zijn meestal zeer aantrekkelijk. Zoo deed ik eens, nadat ik weer maanden in Italië had rondgezworven, de terugreis per vrachtboot van de K.N.S.M. Zestien dagen was ik alleen met twee-en-twintig Hollandsche zeelieden, die erg goed voor me gezorgd hebben. Het speet hun alleen, dat ik niet zeeziek kon

Mary Pos reisde niet altijd met groote oceaanstoomers, maar maakte ook vaak tochten met visschersschepen. Hier ziet u haar in de stuurhut van zoo'n logger.

worden! Naar Amerika deed ik de heenreis met een van de comfortabele booten van de HollandAmerika-lijn, maar terug nam ik een vrachtboot, die ook wat passagiersaccomodatie had. We waren met een klein clubje in het hartje van de winter. Maar over die reis schreef ik in mijn boek ,,Ik zag Amerika", dus daarover behoef ik thans niet te vertellen.

Met visschersbooten heb ik vele tochten gemaakt, ook met vrachtauto's of met een wilde autobus van inlanders, al naar het uitkwam. In Rusland had ik een slaapwagen met een boerenmeisje en twee soldaten, soms was een boerenkar mijn vervoermiddel, doch soms was dat de glanzende auto van een vooraanstaande persoonlijkheid, terwijl ik eens een rondvlucht met een bommenwerper mocht maken in de bergwereld rondom Bandoeng."

We kunnen ons voorstellen, dat Mary Pos op haar reizen wel eens het verlangen heeft gevoeld ergens langer te blijven dan volgens 't reisplan uitkwam, omdat 't er bijzonder mooi en goed was.

,,Ja zeker heb ik dat verlangen meer dan eens gehad," bevestigt zij; „vooral had ik dat in het Zuiden, in een land als Italië bijvoorbeeld, terwijl ik dit al heel sterk voelde in de Kaapprovincie, een van de schoonste plekken ter wereld. Dat ik mij gedrongen gevoelde in mijn laatste boek „Op vleugels naar Zuid-Afrika" over al de schoonheid, die ik in en rondom het wittte Kaapstad heb gevonden te schrijven, is niet te verwonderen, baaien en bergen, wijngaarden en golvende akkers, schilderachtige boerenhofsteden in de Kaapsch-Hollandsche stijl en dan de witte stad, liggend aan de voet van de oude Tafelberg, aan de blauwe Tafelbaai. Een schat van bloemen wordt hier gevonden en een overvloed van vruchten. En dan dat gezegende klimaat van stralende zonneschijn bij een diepblauwe hemel, terwijl de koelte uit twee oceanen de ergste hitte wegneemt, en het verblijf er zoo aangenaam maakt!"

„Dan zult u zich thans wel eens opgesloten voelen in ons land, nu tijdelijk de gelegenheid voor buitenlandsche reizen er niet meer is?" „Ja, wel een beetje. Maar ik heb nu weer heel veel in het land zelf rondgereisd, zooals ik trouwens ook reeds gedaan had voor ik aan mijn groote reizen begon. Bovendien heb ik nu een mooie gelegenheid mijn manuscripten over verschillende reizen uit te werken en lezingen te geven."

„Welke boeken hebt u zooal geschreven, en welke bent u nog van plan te schrijven?"

„Ik ben begonnen met romans. Van een dezer romans „Te mogen leven", is thans juist de vierde druk verschenen. Dan schreef ik heel veel korte verhalen, waarvan een aantal in boekvorm zijn verschenen. Vervolgens verscheen een bekroond jongensboek „Toen de zee over het land kwam", dat tijdens de watersnood van 1916 speelt. Binnenkort zal hiervan bij mijn uitgever Allert de Lange, een nieuwe druk verschijnen. Toen volgde een kinderboek, uitgegeven bij Kok in Kampen „Naar het land van de roode Rhododendron", dat speelt in de bergen en dalen van Piemont, waar de Waldenzers, de oudste protestanten ter wereld wonen. Daarna kwam mijn

boek over mijn Rusland reis, toen „Ik zag Amerika", dat eveneens een tweede druk mocht beleven en thans is verschenen „Op vleugels naar Zuid-Afrika".

U vraagt mij of ik nog meer boeken hoop te schrijven. Het is mijn bedoeling ook over mijn andere reizen nog te schrijven. Maar dit hangt ten nauwste samen met de tijdsomstandigheden. Plannen heb ik overigens genoeg, maar de uitvoering ervan is ook weer afhankelijk van de tijd, waarin we leven. Het is daarom maar het beste bij de dag te leven en zoolang men in het land heeft te blijven, zijn tijd zoo productief mogelijk te maken."

Den tijd productief maken, dat doet Mary Pos heel zeker. Zij houdt lezingen in de verst uiteen gelegen plaatsen van ons land, en zij vindt overal een aandachtig gehoor. En als ze niet op pad is voor 'n lezing kan men haar thuis vinden, werkend aan haar manuscripten.

Tenslotte is 't nog mogelijk, dat U haar ontmoet als zij wandelt over 't Scheveningsche strand, luisterend naar de geheimzinnige stem van de zee, die haar vertelt van verre oevers, waar zij eenmaal weer heen zal trekken.

Mary Pos in gezelschap van den piloot Lambrichts. der. Noorschen „lucht-millionnair" tijdens haar reis >. naar Lapland.

Foto's Mary Pos ■ I. P. 6 R, S

Hieronder: Vooral tegenwoordig kijkt Mary Pos meer naar de vliegtuigen dan dat zij er in zit! De oude visscher vindt dat zelfs veel beter en veel veiliger.