/ / / u 1 y Mevrouwtje, wat kunt U in moeilijke tijden, toch altijd nog heerlijke koeken bereiden.... 't Is het ei van Columbus, dat ik U nu noem: ,'k meng altijd Roer-Om in Regeeringsbloem!" ROER-OM is het prachtige bakpoeder, dat U in staat stelt fijne cake en gebak te maken zonder boter, vet, eieren of melk. Heerlijk en voedzaam. Vraagt Uw winkelier ook PANKO voor pannekoeken, luchtig en heel uit de pan, zonder eieren en melk. PEJA-producten Itoer-Om . v. B. W. pV>0 A kkerde" N"" 1 " u J qaan nö9 •»' .. ^ 081 "ei <°° e ' d0 ° r „ naar 0* O" 6 "*' s\aaP naal ü mor^n Uitgerust 9 ^^

„Wat heeft Frank misdaan, dat U nu al weg wilt, Fraulein?"

„Hij heeft mij beleedigd," antwoordde Lise hooghartig.

„Beleedigd?" herhaalde Bacha kwasiverontwaardigd, „dan verdient hij een zware straf. Ik zal U oogenblikkelijk wreken!" zei hij met komieke ernst.

„Mooi zoo! Wij zullen recht over hem spreken," vielen de vier anderen eenstemmig bij. „Maar hoe?" „Wij zullen hem aan de kroonluchter ophangen!"

„O, neen, wij zullen hem kaal scheren!"

„Stilte!" riep een ander op zeer dramatischen toon, „Frank verdient den heldendood! Wij zullen hem doodschieten!"

Het was de schilder Peschek, die bij de schoorsteen stond en daar het kleine pistool van Frank had zien liggen. Hij nam het „kinderspeelgoed" in zijn hand en hief het dreigend op.

„Reusachtig!" riepen allen en zij grepen Frank vast, om hem met een servet te blinddoeken.

Frank ging goedmoedig op het spel in en weigerde dapper het servet, waarmede zij zijn oogen wilden bedekken. In een theatrale houding ging hij in een hoek van de salon staan, zijn armen over de borst gekruist. De schilder Peschek nam de houding van een beul aan, mikte en haalde vervolgens de haan over. En toen gebeurde er iets verschrikkelijks. Een schot knalde door de kamer en er schoot een vlam uit het pistool. Kruitdamp vulde het vertrek en Frank gilde luid.

Eerst volgde er een oogenblik van benauwende stilte. Ontzetting had de getuigen van dit vreeselijke ongeluk van hun spraak beroofd. Allen staarden naar Frank. Zijn gestalte wankelde, maar niemand dacht er aan, hem te ondersteunen.

„Licht! Licht!" riep de getroffene plotseling gillend uit.

Hij greep, alsof hij bang was, dat hij zou stikken naar zijn hals. Bloed vloeide over zijn oogen en wangen. Toen pas kwam er beweging in den kring van de aanwezigen. Zij begrepen niet, wat Frank riep. Wel zagen zij, dat hij gewond was. Een van hen rende naar de telefoon, om een dokter op te bellen.

Alleen Lise, die lijkbleek was geworden en haar twee vriendinnen, bleven onbeweeglijk staan. Zij schenen van schrik als verlamd. „Licht! Licht!" riep Frank weer, maar nu nog veel angstiger, terwijl zijn vrienden hem ondersteunden en in een stoel neerzetten. Daar vloog de deur open en kwam Johan Nor binnenstormen. Hij liep regelrecht naar Frank toe. Dadelijk«beheerschte hij den toestand.

„Licht! Licht!" riep Frank met bevende stem. Zijn oogen hield hij wijd open en hij staarde wezenloos voor zich uit. Hij zag er, met zijn vreeselijke verwonding, ontzettend uit. Het was echter niet die verwonding van zijn gezicht, die bij allen hevige ontzetting verwekte, maar iets geheel anders. Iets veel meer tragisch! Zij wisten het nog niet zeker, maar vermoedden het heel sterk. Frank zelf was vernietigd. „Licht!" brulde hij woest en sidderend van angst.

„Kalm blijven, Frank zei zijn vader liefdevol, „kalm, mijn jongen. De wonde is niet gevaarlijk. Over een paar dagen zul je weer beter zijn."

Toen vloog Frank, als waanzinnig, op. „Ik zie U niet, vader!" riep hij vertwijfeld uit. „Ik zie niets!" Doodelijke stilte volgde op die tragische woorden.

Een oogenblik later gilde Lise als in doodsangst: „Frank! Frank!"

Zij liep, weenend en kreunend, naar hem toe, en, nauwelijks wetend wat zij deed, klampte zij zich aan hem vast.

„Frank! Lieve Frank! Wat hebben zij je gedaan?"

Maar Johan Nor trok haar van zijn zoon af. Het meisje was buiten zichzelf van opwinding en angst en kon haar verloofde toch niet helpen. Lise verweerde zich uit alle macht. Zij wilde bij Frank blijven! Doch Helene en de schilder Bacha hielden haar in bedwang en brachten haar de kamer uit. Toen zij haar naar de auto gebracht hadden en Lise was ingestapt, geleek zij in niets meer op het mooie, koel berekenende meisje, dat nog geen uur geleden met trots had verklaard, dat Frank haar had beleedigd. Helene, Blanka en Bacha spraken haar troostwoorden toe, maar zij wilde er niet naar luisteren en ging te keer alsof zij plotseling waanzinnig was geworden.

Toen zij haar thuis gebracht hadden, werd zij dadelijk naar bed gebracht. Bacha vertelde in korte woorden aan Dr. David, Lise's vader, wat er gebeurd was. Mevrouw David was als vertwijfeld. Zij weende hartverscheurend en verklaarde, dat het geluk van haar eenige dochter vernietigd was.

„Ik kan het niet gelooven!" zei Dr. David, die veel kalmer bleef dan zijn vrouw, maar toch ook diep onder den indruk was. „Frank! Die knappe en flinke jongeman, die zoo door en door gezond is, — blind! Neen, dat is niet mogelijk!"

„Arme Lise! Arm kind!" jammerde mevrouw David.

Dr. David ging tenslotte naar de telefoon en belde Johan Nor op. Het duurde heel lang, eer hij antwoord kreeg en darana duurde het nog geruimen tijd, eer president Nor aan het toestel kwam.

„Ik heb zooeven vernomen, wat Frank is overkomen, Herr Nor," begon David ontroerd. „Wat heeft de dokter er van gezegd?"

De stem van Johan Nor klonk vreemd en schor.

„Wij blijven moed houden, beste vriend. De schotwonde is niet van ernstigen aard, zoo verzekerde de dokter. Maar er is een hoogst merkwaardige complicatie bijgekomen. Vermoedelijk tengevolge van den heftigen schrik is een storing van de gezichtszenuwen ingetreden. En dat, terwijl de oogen door het schot in 't geheel niet getroffen zijn. Het is zuiver een geval van zenuwaandoening en dus is er ook hoop op genezing. Dr. Exner verklaarde dat het zeer wel mogelijk is, dat de storing over een paar uren alweer zal verdwijnen."

„Gelukkig!" riep Dr. David opgelucht uit. „Ik ben blij, dat ik dat aan mijn vrouw en mijn dochter kan meedeelen. Ik wensch U sterkte, beste vriend en hoop spoedig gunstige berichten van II te vernemen. Mijn dochter is zoo onder den indruk, dat ik een oogenblik vreesde voor haar verstand, ot ziens en spoedige beterschap met Frank!"

„Alles zal weer goed worden,