Brieven voor deze rubriek kan men richten tot den heer J. Clinge Doorenbos, ,JDe Clinge", Bussum. Van volledige discretie bij de behandeling van de correspondentie kan iedereen verzekerd zijn. Wel mag als voorwaarde gesteld worden, dat de briefschrijvers hun naam en adres aan den heer Clinge Doorenbos bekend maken.

Droomerij. Ja, als een meisje zich eenmaal zoo iets in het hoofd heeft gezet, kost het vaak groote moeite om het er weer uit te praten; maar mij dunkt, zij moet toch voelen, dat het U ernst is en dat U oprecht van haar houdt en zij moet toch begrijpen, dat zij geen waarde mag hechten aan een droom 1 Al droomt zij honderd nachten achter elkaar, dat U haar in den steek laat, dat doet toch niets af aan de oprechtheid van U.w gevoelens! Dat zou een mooie boel worden! Als ze droomt, dat ze er een extra snoepkaart bij heeft gekregen, krijgt ze dan in den winkel extra chocolaatjes op die droomkaart? Verbeeld U, dat Uw beste vriend U morgen tegenkomt en U zonder meer twee blauwe oogen slaat, wat doet U dan? Als U van de eerste emotie bent bekomen vraagt U naar de reden van deze onverwachte liefkozing en als Uw vriend dan zegt: ik heb gedroomd, dat jij mij óók twee blauwe oogen sloeg, dus nu is de stand twéé-twéé... gaat U daar dan mee accoord? Laat Uw meisje dit maar eens lezen:

Een droom moet als een dróóm En NIET als èrnst genomen;

Want droomen zijn bedrog,

Daórvoor zijn droomen droomen.

Moeder te Z. U moet het gezegde van Uw jongste spruit niet zoo ernstig opvatten en in géén geval beschouwen als „profaan"; kinderen kunnen in hun onschuld niet profaan zijn. Er zijn mij in den loop der tijden al zóó veel van dergelijke gezegden uit kindermondjes overgebracht en ik heb er nooit iets profaans in kunnen voelen, intégendeel: meestal iets moois, iets roerends. Het onderstaande geyal is óók historisch; vindt U daar iets profaans in? Kleine Jan lag in zijn bedje.

Moeder ging weer naar benêe. En ze nam het kleine nachtlicht Uit de kamer met zich mee.

Maar dat stond den kleinen dreumes Niet zoo heel bizonder aan:

Moeder! klonk het lief en vleiend. Moeder 1 Laat het lichtje staan 1 Jantje ! Jantje 1 bromde Moeder, Hè, wat ben je nu toch klein! 'n Flinke jongen, zooals jij, mag Niet in donker bang meer zijn. - "k Heb het je zoo vaak verteld al. Heb je daar niet aan gedacht? Bij je bedje houdt een engel Als het licht weg is, de wacht. Jan lag ernstig na te denken. Waarna hij tenslotte zee:

Laat het lichtje liever HIER, Moe, Neem de engel dan maar mee ...

Drie wanhopigen. Och och, wat kan een mensch van 16 jaar toch al een boel aan zijn hoofd en in zijn hart hebben 1 Wat een problemen 1 Jullie hebben een complete problemenparade voor privé gebruik 1 Jullie schrijven: Wij zijn 3 meisjes van 16 jaar; elke week zien we drie jongens in de stad, plm. 18 jaar, die ons altijd toeknikken en met ons zouden willen gaan en wij met hen. Maar wij gaan al met drie andere jongens, wel leuk. Hoe moeten we nu die jongens aan de kant zetten zonder ruzie met ze te krijgen?

Ik zie twee kansen: op de éven dagen met de nieuwe ridders, op de óneven' met de oude garde; óf: laat de drie nieuwe en de drie oude op leven en dood voor jullie vechten, net zoö lang, tot er precies drie over zijn. Dan bent

U van al het gedoe af en tóch weer voorzien.

Tenminste — als die zesling zoo gek is, wat ik betwijfel.

Hilversummer.

Ik heb al meerdere brieven over dit onderwerp gekregen en er zullen er nog wel méér komen, want het gaat hier over een écht, specifiek

Nederlandsch euvel; U schrijft het het kortst en het duidelijkst en ik laat Uw brief hier dus volgen, opdat velen er van kun méé genieten. Hier komt hij:

Mijn broer, die al 40 jaar in Amerika woont, stuurde de gansche familie, zeven broers en een zuster, cigaretten, kousen etc. Op mijn vraag, wat Hl] nu eens graag wilde hebben, was zijn antwoord: Hollandsche kaas.

Dat lijkt heel eenvoudig, maar dat is het niet: uitvoervergunning halen op het postkantoor, zeer serieus invullen en naar het bureau voor uitvoervergunningen in den Haag sturen, o.a. waarde en gewicht vermelden.

Wij hadden dus onder elkaar een kaasje gekocht, 7 man en ieder heeft recht op 2 ons, dus dat werd een klein Edammertje. Het kistje was getimmerd en het wachten op de vergunning. Ja, dat had je gedacht, maar niks hoor! Wij mochten wel ieder 2 ons kaas sturen, maar NIET

met zijn allen één kaasje Wat maken

wij toch een enorm mal figuur bij de Amerikanen, die voor ons zoo goed zijn en van alles sturen!

Enfin, toen kwam er een brief, waarin om bloembollen werd gevraagd.

Wij naar het postkantoor om een uitvoervergunning, maar daar zei men: dat gaat zóó maar niet, U moet eerst toestemming vragen om te exporteeren; hèbt U die, dan koopt U bollen en stuurt ze naar Wageningen om te worden gekeurd en als ze goedgekeurd zijn, vraagt U een uitvoervergunning en dan kunt U ze verzenden.

Vergaat je door al deze dingen niet alle lust om eens iets voor iemand te doen? iah, wat een lamme wereld!

Tot zóóver „Hilversummer". Ja, goed-bedoelende Hilversummer, het is inderdaad droevig en bedroevend; we leven in 'n wereld van papierrompslomp en rompslomppapier, papierformulieren en formulierenpapieren, papieren en nóg eens .papieren, al loopt het nóg zoo in de papieren en ons weekblad kan niet eens genoeg papier krijgen voorloopig om weer wekelijks te verschijnen, al hebben we nóg zulke goede papieren!

Hoewel we het ergste hebben gehad, is het toch met alles nog erger dan erg; ik kan U maar één raad geven: erger je niet, al is het èrg. . erg

Canadeesje. Ho ho jongedame, U moet Canadeezen en Amerikanen niet over één kam scheren: Canada is een apart land en heeft in veel opzichten niets met Amerika te maken. Ik voor mij geloof, dat de Amerikanen praktischer, dus veelal ook prozaïscher zijn dan de Canadeezen; laatst hoorde ik nog een verhaal van een Amerikaan, die met een Italiaan naar den Vesuvius stond te kijken. Vol trots zei de Italiaan: zulke geweldige vuurspuwende bergen hebben

jullie toch maar niet in Amerika! Da's wdar, was het antwoord, maar wij, in Amerika, kunnen spuiten maken om ze te blusschen.

U ziet: ook hier, net als in Uw geval, een typisch conflict tusschen romantiek en harde werkelijkheid.

Zwemliefhebster. Ik kan, mag en wil

in deze rubriek geen propaganda maken voor speciale instellingen, dus zult U zelf moeten onderzoeken, waar het beste- zwem-onderricht wordt gegeven. Overigens bedenk ik me daar net, dat ik Uw vraag: „wdar kan ik het beste leeren zwemmen?" véél korter had kunnen beantwoorden: in het water.

Heidebloempje. U hebt „hem" wel heel erg onaardig behandeld; waarom hem zoo onnoodig te kwetsen, door hem, volkomen onverdiend, zijn lichaamsgebrek te verwijten? Het eenige, wat U nu nog doen kunt is: zeggen of schrijven dat U er spijt van hebt; lief en aardig zijn ligt méér in de lijn van heidebloempjes dan grofheid.

Gedupeerde.

O nee meneerl

Ver-ekskuseer!

Daar kan ik niet over schrijven;

Géén politiek

In mijn rubriek:

'k Wil liever nétjes blijven.

Mej. W„ G. Uw vraag hoort niet in mijn departement thuis, doch bij „Margriet" of bij een schoonheidsspecialist. Ik ben helaas noch een schoonheid, noch een specialist, noch de combinatie daarvan.

Ik zou haast willen vragen: hoe komt U aan die vetpuistjes, die U wèg wilt krijgen? Het lijkt me bij onze tegenwoordige vetpositie makkelijker om ze wèg te krijgen dan om ze te krijgen

Matroos. Ik geloof wel, dat ik U aan het adres kan helpen; in elk geval, ik zal mijn best doen en als ik het heb, zend ik het U toe.

Zee-Nymph. Hartelijk dank voor Uw gelukwenschen ter gelegenheid van ons weder-verschijnen; we zullen ons best blijven doen, het zaakje gaat al weer aardig op vroeger lijken en mijn problemen-klanten worden om zoo te zeggen per post talrijker.

Ik ben net als U: óók een tikje romantisch en sentimenteel aangelegd en ik voel me, net als U, óók altijd aangetrokken tot het geheimzinnige licht van een vuurtoren.

Ik kan er, net als U, uren op mijn eentje naar zitten kijken en eens op een avond is dat kijken overgegaan in filosofeeren, waarna dat filosofeeren weer ontaard'de in het schrijven van een versje; misschien interesseert het U en enkele anderen en daarom laat ik het hier volgen:

IN PROZA EN POEZIE Bussum. Wel Clinge

VUURTOREN.

Stil, eenzaam, zonder klagen, In diepen, donk'ren nacht,

In storm en regenvlagen Staat daar een trouwe wacht. Hij wijst er zonder falen Den schepen op de zee Met lichte, held're stralen Den weg naar goede ree.

Hij laat zijn oog ook waken Tot heel ver in het land;

Zijn licht speelt op de daken En over 't eenzaam strand.

Hij ziet hoe schepen varen,

Hoe 't moede menschdom rust. Belicht het schuim der baren. Die breken op de kust.

Soms ziet hij 'n schip verdwijnen: Het vindt den golven-dood;

Hij ziet een held verschijnen Met boei en reddingsboot.

Soms ziet hij menschenkind'ren / Alléén staan, oog irj Maar hij wil niemaji Beschrijft een nieuv

Stil, eenzaam, zonde Staat deze wachter!

In storm en regenvl<

Hij telt van jaar totJjaar. Den zeeman vergel Is er zijn hooge pil Maar óók: ons tc 'tellen: Hoe donker óók. laar 's lichtl

Treurwilgje. Och och, wat kunnen meisjes van jouw leeftijd al een hartverscheurend hartverdriet hebben! Zal ik je eens een goede raad geven, meiske? Bemoei' je voorloopig liever met je lessen en je boeken en zorg, dat je met succes van de U.L.O. weg komt; daarnó blijft er heusch nog tijd genoeg over voor de liefde en haar consequenties. Als je het soms nog niet wist: voor ólles is een leeftijd, maar de jeugd denkt dikwijls, dat hun leeftijd voor alles is.

Laat U.L.O. dus voorloopig alléén maar Uitgebreid Lager Onderwijs voor je beteekenen; als je wat ouder bent, mag je in U.L.O. de beginletters zien van Uit Liefde Ontsproten; maar let eens op mijn woorden: als je later in dat stadium bent aangekomen, zul je nog wel eens van harte wenschen, dat U.L.O. weer U.L.O. voor je was: Uitgebreid Lager Onderwijs.