Links: Nog al te veel rust heerscht et in de haven van Delfzijl. Op den voorgrond het monument dat is opgericht ter nagedachtenis van loodspersoneel. dat bij de vervulling van zijn plicht om het leven is gekomen.

„DELFZIJL WIL LEVEN!"

EEN HAVENSTAD WACHT

Het is een gemoedelijke schildwacht, die ons bij de oude vertrouwde Waterpoort van Delfzijl om onze „toestemming tot het betreden van de havens" vraagt. Zonder dit papier wordt men nl. niet op het haventerrein toegelaten, daar dit gebied nog steeds onder militaire bewaking staat. Als we de wacht zijn gepasseerd, de barak van de bewakingstroepen aan onze linkerhand hebben laten liggen en ook de van ouds bekende hooge bergen ijzeraarde „genomen" zijn, zien we de groote Noordelijke zeehaven liggen... in groote onnatuurlijke rust!

Havens zijn er om gebruikt te worden, drukte en vertier moet er heerschen! De kranen moeten in een voortdurende heen- en weergaande beweging zijn, schepen moeten worden geladen en gelost! Men moet het geluid van de stoom- of motorwinches kunnen hooren, het ratelen van kettingen moet opklinken! Schepen uit verre vreemde landen behooren aan- en af te varen, binnenschepen moeten hun kostbare ladingen over nemen en brengen op plaatsen, waar ze tot nuttige en noodige voorwerpen worden verwerkt. Grondstoffen voor onze industrieën moeten worden gebracht uit alle landen ter wereld met schepen, groot en klein.

Onze producten zouden moeten worden vervoerd om den grooten machtigen koning met zijn „meervoudsnaam": •— Deviezen te dienen en te steunen.

Maar niets van dit alles! De haven van Delfzijl ligt zich te koesteren in de zon en wacht op betere tijden. Zoo nu en dan leeft ze op, voelt men er de polsslag van vroeger en hoort men haar het lied van de arbeid zingen: weerklinkt het in het gezoem van de electrische kranen, in het af- en aanrijden van auto's, 4ie producten naar en van de schepen brengen, in het korte rhytmische ploffen van motoren in de coasters. Dat geluid hoorde mentfenige tijd geleden toen de eerste schepen, bestroid voor het laden van hèt groote uitvoerproduct van de Veenkoloniën: het stroocarton, wat leven in de haven brachten. Het mag als algemeen bekend worden verondersteld, dat de oorlog niet onopgemerkt aan de derde haven van ons land is voorbijgegaan. Na het beëindigen van de oorlogshandelingen zagen het Gemeentebestuur en de havenautoriteiten zich dan ook voor groote moeilijkheden geplaatst, doch onversaagd toog men aan het werk. Versperringen werden afgebroken, groote hoeveelheden puin geruimd, de kaden kregen ■weer hun verzorging. Kortom alles werd en wordt nog gedaan om Delfzijl weer te maken tot wat het voor de oorlog was: een haven van groote bjteekenis.

Dan is er nog het strand. Ja zeker, de havenstad Delfzijl is tevens badplaats, waar vele menschen uit de provincie en „uit de stad" zich een plekje in het zand uitzoeken om er te geniafcn van de zon en het zilte water of -— zooals later in de middag het geval was — zich haasten om in het strandpaviljoen een beschut plekje tegen

de neerstroomende regen te vinden. Het is geen geschenk van de natuur: dit strand en het zeebad. Eenige jaren voor de oorlog werd aan de voet van de zeedijk zand opgespoten, een steiger een eindje in zee aangebracht en een bad afgepaald.

Delfzijl had haar zwembad, haar eigen echt strand en dat het bestaan hiervan op prijs wordt gesteld bewijst de groote drukte, die er in de zomer heerscht. Als we ons tegenover het Burgemeester Buiskoolmonument in de rij achter de op de bus wachtende menschenmenigte hebben opgesteld, de wachttijd hebben gedood met het aanhooren van de omliggende gesprekken, met veel geluk een .raamplaats" hebben bemachtigd en uit het verdwijnende Delfzijl de groote kranen zien opsteken, dan hopen we van harte dat binnen afzienbare tijd deze onmisbare schakels in het havenwezen voortdurend arbeid voor hun sterke armen mogen vinden. Ze staan ervoor en... ze zijn verlangend om werk, veel werk te verrichten, evenals de havenarbeiders en het verdere havenpersoneel.

Delfzijl wacht op haar oude en nieuwe klanten! Mogen deze gauw aan haar roepstem gehoor geven!

Bovenaan: Dit is de toestand waarin de Duitschers de haven van Delfzijl achter lieten.

Daaronder: Het verschepen van carton brengt leven in het havenbedrijf.

Links: Het kunstmatige strand van Delfzijt, waar het gedurende den afgeloopen zomer buitengewoon druk was.

LET OP UW OOGEN

Ofschoon bijna iedereen met normale oogen wordt geboren lijdt ongeveer vier procent van de menschen aan het een of andere oogdefect. Vele van deze gebreken zouden voorkomen kunnen worden, indien een elementaire kennis van het gebruik der oogen meer verbreid was.

Hier volgt het een en ander over oogen. Door den vorm van vraag en antwoord kunt U zelf nagaan, wat U weet van deze dingen. Het is namelijk zoo, dat iedereen hiervan op de hoogte behoorde te zijn, maar dat dit bij lang niet iedereen het geval is.

1. Is het gebruik van onvoldoende licht het slechtste, dat U kunt doen voor uw oogen?

Neen. Het allerslechtste is verblindend licht. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door b.v. verblindende autolampen, maar ook door glimmende of witte wanden. Dit alles stelt veel zwaardere eischen aan de oogen dan onvoldoende licht.

2. Kunt U, als uw gezichtsvermogen normaal is, langec uw oogen gebruiken zonder ze te vermoeien dan iemand, die ver- of bijziende is?

Neen. Het vermogen om de oogen te gebruiken zonder dat zij vermoeid raken, hangt met diverse factoren samen. Onderzoekingen hebben echter uitgewezen, dat menschen met zeer scherpe oogen soms eerder vermoeid zijn bij het lezen dan lieden met het een of andere oogdefect.

3. Mogen kinderen beneden drie jaar brillen dragen?

Ja. Het komt voor, dat zelfs kinderen beneden het jaar een brilletje moeten dragen. Dit gebeurt meestal in geval van scheelheid en dreigende blindheid aan een der oogen.

4. Is een operatie noodzakelijk om schele oogen recht te zetten?

Neen. In sommige gevallen moet een operatie uitkomst brengen, maar vaak is dit ook mogelijk door middel van een bepaalde bril of van 'oefeningen der oogspieren.

5. Kan een dokter soms zien of er iets aan uw tanden mankeert door uw oogen te bekijken?

Ja. Sommige tand-defecten hebben invloed op het gezichtsvermogen, ja, kunnen in heel bijzondere gevallen zelfs blindheid veroorzaken.

6. Is iemand, die geen bril draagt, over het algemeen in het bezit van goede oogen?

Neen. Een volmaakt oog is een zeldzaamheid, maar ook lieden met kleine ooggebreken kunnen het vaak zonder een bril stellen, zonder hun gezichtsvermogen verdere schade te bezorgen. Talrijk zijn echter degenen, die geen bril dragen, maar er heel hard een noodig zouden hebben. Iedereen behoorde regelmatig zijn oogen te laten onderzoeken.

7. Zijn de meeste gevallen van blindheid te voorkomen?

Ja. Blindheid, die ontstaat uit staar en menige andere oogziekte kan voorkomen worden. Bij pasgeboren kinderen wordt blindheid afgewend door een paar druppeltjes oplossing van zilvernitraat. Er bestaat b.v. ook een goed middel tegen de gevreesde besmettelijke oogziekte trachoom, die vroeger bij vele menschen blindheid veroorzaakte.

8. Zijn er meer mannen kleurenblind dan vrouwen? Ja. Kleurenblindheid komt tien maal meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Ongeveer vier procent van alle mannen is kleurenblind.

9. Kan een klap op het hoofd, waarbij de oogen niet getroffen worden, Blindheid veroorzaken?

Ja. Met name bij boksers komt het wel eens voor, dat zij blind woorden na een klap op het hoofd te hebben gekregen. Gelukkig is deze blindheid in vele gevallen geneeslijk.

10. Kan nachtblindheid, die zooals men weet wordt veroorzaakt door gebrek aan vitamine A, binnen zeer korten tijd genezen worden?

Ja. Het komt voor, dat menschen, die den eenen avond volkomen nacht-blind zijn, den volgenden avond behoorlijk kunnen zien na het gebruik van een portie schelvisch-lever. die bijzonder rijk is aan vitamine A.

11. Is het snuiten van uw neus het beste middel om een splinter uit uw oog te krijgen?

Neen. De grondgedachte van dit oude middeltje is echter nog zoo gek niet. Door het snuiten wordt de productie van tranen verhoogd en deze kunnen soms den splinter uit het oog spoelen. Nog beter is echter uw oog gedurende 15 seconden gesloten te houden. Door de prikkeling die dit veroorzaakt, komt zulk een vloed van tranen tot stand dat het weg spoelen van den splinter veel waarschijnlijker wordt dan bij het neuzengesnuit.

.12. Gebruiken wij het eene oog meer dan het andere?

Ja. Wij gebruiken onwillekeurig het beste oog het meeste. Voorts hebben linkshandige menschen evenzeer de neiging het linksche oog meer te gebruiken als rechtshandige menschen het meest van hun rechtsche oog gebruik maken.

13. Is het waar, dat wij een vierde gedeelte van de kracht, die ons lichaam voortbrengt, gebruiken om te zien?

Ja. Onderzoekingen van een bekenden specialist hebben dit aangetoond. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de conditie, waarin onze oogen verkeeren, van grooten invloed is op onzen algemeenen gezondheidstoestand.