gerechtelijk deskundige en privaatdocent in de criminalistiek, werd in 1875 te Alkmaar geboren. Hij studeerde te Leiden in de medicijnen en behaalde daar in 1898 het arts-examen. Na eenige jaren in het buitenland te hebben gewerkt en gestudeerd werd hij in 1903 assistent en prosector aan: de universiteit te Leiden in de pathologische anatomie.

In 1921 volgde zijn benoeming tot lector in gerechtelijke geneeskunde en criminalistiek aan het Tropisch Instituut LeidenRotterdam. Sedert 1929 is dr Hulst privaat docent in de criminalistiek aan de universiteit te Leiden.

In vele Nederlandsche en buitenlandsche tijdschriften heeft dr Hulst publicaties gedaan.

Links: Een microscopische opname van het slaghoedje in een patroonhuls. De gleufjes zijn veroorzaakt door het sluitstuk van den revolver en daar — microscopisch gezien — geen twee sluitstukken precies gelijk aan elkaar zijn. kan aan den hand van zulk een opname en aan de opname van een sluitstuk vastgesteld worden, of een bepaald schot met een bepaalden revolver is afgevuurd.

Dr J. P. L HULST

PR is een moord begaan. Dokter, politie. De dader ligt op het kerkhof, een wapen is niet te vinden. Maar de gerechtigheid dient haar loop te hebben en de Officier van Justitie belt om een deskundige. Deze snelt naar de plaats van het misdrijf, verricht sectie op den verslagene en zegt: „Het is een Luger 9 mm revolver en er zijn twee schoten door het hoofd van het slachtoffer gegaan. De man die het wapen heeft afgevuurd stond recht achter hem".

De politie gaat op zoek naar een man met een 9 mm Luger en vindt er tenslotte een. Maar de man is onschuldig, zegt hij. Een behoorlijk alibi heeft hij niet, en hij is nu niet bepaald een vriend van den verslagene geweest maar onomstootelijk te bewijzen dat hij de moord gepleegd heeft is toch ook niet zoo gemakkelijk. Dan komt de deskundige erbij. Hij heeft de twee patroonhulzen die bij het lijk gevonden zijn zorgvuldig bewaard en vergelijkt de sporen die op het slaghoedje aangetroffen worden nauwkeurig met de oneffenheden op het sluitstuk van de revolver. Zoo vindt hij het door den rechter geëischte „wettelijke en onomstootelijk bewijs", de ribbeltjes van het sluitstuk passen precies in de gleufjes van het slaghoedje. Sluitstukken van automatische pistolen maken namelijk een kenmerkende „vingerafdruk" op het slaghoedje zoodra het wapen wordt afgevuurd en als beide vergeleken kunnen worden, is afdoende vast te stellen of een bepaalde huls uit het wapen afkomstig is.

Dr Hulst vertelt.

In een rustig huis aan een statige singel te Leiden zit ik tegenove'r Dr Hulst die zich sedert 43 jaar in dienst heeft gesteld van het medisch criminalistisch onderzoek. Hier zit een man in zijn werkkamer, omringd met herinneringen aan een werkzaam leven, die een rustige kijk heeft gekregen op menschen en situaties en die mij veel interessants te vertellen heeft.

„In 1903 ben ik mijn eerste gerechtelijke secties gaan verrichten. Dat dit door een werkelijk deskundige gedaan werd, was nog vrijwel vreemd in ons land, want meestal liet men dit werk over aan pathooog-anatomen uit de omgeving, die zooal geschikt voor de ziektekundige-ontleedkunde, toch te weinig ervaren waren in de materie van de misdaad, dan dat hun conclusies groote waarde zouden kunnen hebben voor de rechterlijke macht. Nog wordt er dikwijls gebruik gemaakt van ondeskundige patholoog-anatomen, maar er is toch veel verbeterd. Sectie op lijken moest in den beginne meestal plaats vinden in de buitenlucht, op een kerkhof of in een boerenschuur. Menigmaal is het mij in de winter bij vorst gebeurd dat mijn messen aan de tafel vast vroren.

Thans hebben vele politiebureaux een eigen sectiegelegenheid en dat vergemakkelijkt mijn werk natuurlijk belangrijk. Maar nu en dan geeft ik er toch de vcorkeur aan in de buitenlucht te werken.

„Beschermt u eigenlijk op geen enkele wijze uw reukorgaan?" „Neen, mijn neus heb ik veel te hard noodig. Ruiken is heel belangrijk voor mijn werk. Want alcohol kan men ruiken en sommige andere vergiften ook."

„Wanneer maakt men van uw diensten gebruik?"

„Dat is heel verschillend en hangt af van den Officier van Justitie ter plaatse. Als deze van meening is dat er een deskundige gewenscht is om het onderzoek te bevorderen dan laat hij iemand komen. Wij — de vakmenschen — maken onderscheid tusschen drie soorten van gerechtelijke deskundigen. Er zijn medici (artsen, zooals dr Schoo er als een van de eerste was, dr Mieremet en ik), scheikundigen (waarvan Van Ledden Hulsebos wel de bekendste is) en toxicologische deskundigen (kenners van de leer van de vergiften, zooals mijn stadgenoote mej. dr Steenhauer). Dikwijls als een van ons geraadpleegd wordt, constateeren wij dat een deel van het onderzoek op het terrein van een collega ligt en roepen dien er dan bij. Want het is van het grootste belang dat de schoenmaker bij zijn leest blijft en de gerechtelijke deskundige uitsluitend werkzaam op het terrein waarop hij ook inderdaad deskundig is. Ook voor ongevallen wordt dikwijls mijn hulp ingeroepen. Soms zijn er namelijk vragen die dringend beantwoording behoeven. Neem bijvoorbeeld het volgende geval uit mijn praktijk.

Ergens in Noord-Holland rijden 17 wielrijders op een rijtje, zoo, dat zij de heele weg in beslag nemen. Er rijdt hen een auto achterop die luide signalen geeft. Zestien wielrijders wijken uit, de zeventiende blijft op het midden van den weg, wordt aangereden, dood. In vele gevallen komt een dergelijke zaak voor den rechter als .toebrenging van zwaar lichamelijk letsel", in plaats van als ,dood door schuld" in welk geval de doodsoorzaak door een gerechtelijk deskundige zou moeten worden vastgesteld wat moeite en geld kost. In dit geval was ik echter

Hieronder: Öp dit spatbord van een auto. waarmee een aanrijding heeft plaats gehad is een afdruk zichtbaar van een manchestersche broek, die het slachtoffer droeg. Dr Hulst, die deze foto maakte in verband met zijn onderzoek, had op het moment dat hij de opname verrichtte, geen centimeter bij de hand. Ten einde later toch den afdruk te kunnen meten plakte hij een postzegel op het spatbord.'