In gezelschap van Mevrouw Penning verlaten de prinsesjes na een souvenir gekocht te hebben, een van de kleine winkels.

meestal twee onopvallende mannen Ontdekken, die een oogje in het zeil houden. Want de kinderen die daar in het dorpsstraatje van St. Anton winkelen, zijn de Nederlandse prinsesjes en op zulke kinderen wordt immer goed gelet. Soms gaat Mevrouw Penning mee, een ander maal is Martin, de Schotse terrier er bij, die de schrik is van de St. Antonse honden-gemeenschap. De prinsesjes hebben bruingebrande gezichten en bolle wangen en er is niemand die het hen lastig maakt. De Tirolers die rond de Arlberg wonen, weten hoe zij het koninklijke gasten naar de zin kunnen maken.

Als het'geld op is, gaan de kinderen terug naar het hotel, waar vader misschien bericht heeft gekregen van moeder. Want niet alleen de dorpsbewoners en de journalisten, maar ook de prins en de kinderen, zijn nieuwsgierig naar de komst van koningin Juliana. De prins telefoneert geregeld met Nederland en blijkbaar met even weinig succes als de journalisten, want toen hij Zondagavond zeer lang moest wachten voor het gesprek met Soestdijk doorkwam, werd hij nogal nijdig en deelde hij de teler foonjuffrouw mede: „Ik wil met mijn vrouw spreken, juffrouw. Met mijn vrouw. Juffrouw, ik versta geen woord van wat er ginds gezegd wordt. Ik wil niet zo lang wachten. Ik ben geen journalist!" De nood van de journalisten is dus ook reeds tot prins Bernhard doorgedrongen. Telefoongesprekken dienen via Weenen gevoerd te worden, waar vier bezettingsmachten nogal wat internationale gesprekken plegen te voeren. Dat vergt tijd. Komt het gesprek eenmaal door, en dat geschiedt in een voor ieder onbegrijpelijke volgorde, die blijkbaar onafhankelijk is van het tijdstip van de aanvrage, dan is het een bof als er één verstaanbaar wordt en via de lijn onze trommelvliezen in beweging brengt. De hotelgasten lachen zich altijd een kriek als een onzer met Amsterdam poogt te spreken, want de rauwe kreten waarmede wij ons verstaanbaar trachten te maken, schallen door het hele hotel en aan het duizenmaal gebrulde „Wat zeg je?" begrijpen ze wel, dat het weer mis is met de verbinding. Overigens zitten wij uren stil, doodsbang om door een beweging de opmerkzaamheid van het bedienend personeel te trekken, want we willen niets bestellen. Als een van ons om een kop koffie vraagt, moet hij allen tekst en uitleg geven, want niemand kan begrijpen hoe hij aan de Schillingen is gekomen om deze buitensporigheid te financieren. Wij hebben allen een handvol deviezen meegekregen, die in Haagse ambtenarenkringen als een groot bedrag mogen gelden, maar die hier, in Oostenrijks geld slechts tot bittere armoede leiden. Als een van de fotojournalisten de tweehonderd kilometer verre afstand over gladde wegen en diep-ingesneeuwde bergpassen moet afleggen om zijn foto's naar het vliegveld van Zürich te brengen, leggen wij hutje bij mutje van onze armoede om er de slechte benzine van te kunnen betalen. We bekijken de Zwitserse touristen vol afgunst, die met hun zwarte franken schatrijk zijn, en slechts daarom de Zwitserse hotel-luxe prijs geven om in de eenvoudige Tiroler hotels hun vacantie door te brengen.

PRINS Bernhard heeft ons gisteren beloofd dat wij vandaag volop de gelegenheid zouden krijgen om foto's te maken en vanochtend zijn wij moeizaam de gladde berg een eind opgelopen. Voor wij waren waar wij wezen moesten, waren reeds drie collega's met apparaten en al naar beneden gegleden en uitgeteld. Toen hebben wij onze foto's gemaakt en bleven, volgens afspraak, wachten tot de prinsessen weer de berg zouden afkomen, opdat wij de laatste actie-foto's zouden kunnen maken. Maar boven zei Beatrix tegen de trainer Hermann Spies: „We zullen de fotografen eens beet nemen," en voor de ski-ers in onze nabijheid kwamen, zwenkten zij naar rechts en maakten zij een grote boog rond de opgestelde foto- en filmcamera's. Later kwam de prins erbij en beloofde dat hij de ondeugende jongedames onder handen zou nemen en weer naar boven zou sturen. Eerst toen konden de internationale persmensen weer hartelijk lachen. Pr.

De sportieve prinsesjes poseren met de ski's onder voor de fotografen.

Prinses Beatrix maakt het zich gemakkelijk en laat zich eens lekker trekken.

Prinses Beatrix zet er stevig de gang in, maar prinses Irene doet het wat voorzichtiger.

In het spiegelgladde dorpsstraatje lopen twee meisjes. Ze dragen skibroekjes, witte vesten en zware berglaarzen.