Links: Het stoere elftal van Zwartemeer, dat de poort van de eerste klasse KNVB op het laatste ogenblik gesloten vond. Rechts: Een merkwaardig moment tjjdens de verstreken competitie: Het eerste doelpunt, tegen Zwartemeer gescoord. Het was tegen Hoogezand, en scheidsrechter Bouwman ziet, hoe Pomp er juist niet bq kan.

Houkes (liggend) de taaie linksbuiten van Zwartemeer, een speler met een strak schot en trek op de goal. Hieronder: De verdedigers der Drenten: v .l.n.r. ten Berge, doelman Pomp en Lautenbach. Een sterk trio, dat gedurende een lange reeks van wedstrijden de tegenstanders geen enkel doelpunt afstond. Rechts onder: Lautenbach kopt het leer voor doel weg, en overigens is Pomp nog bq de hand om zo nodig in te grijpen.

VOOR ZWARTEMEER

PROMOTIESTRIJD TE ZWAAR

ALS men het over toneelspelers heeft, denkt men niet een-twee-drie aan voetballers. Het is, wat de voetbalvereniging Zwartemeer betreft, dan ook wel een eigenaardige zaak, dat zij uit een toneelclub is ontstaan. Maar dat neemt niet weg, dat die vereniging van sportmensen het maar wat goed heeft gedaan! Men begon met de planken te verwisselen voor een stuk bovenveen aan de Kamerlingswijk, en de acteurs bleken ook achter het bruine leer kerels van stavast. Men sloot zich aan bij de toenmalige Drentse Voetbal Bond, men kwam in de hoofdklasse van deze afdeling, en later — in 1935 — ging men als derde klasser over naar de NKVB. Ongeveer tezelfder tijd had men huisvesting gevonden op het tegenwoordige terrein in Klazienaveen, en bovendien had men botje bij botje gedaan met de toenmalige Nieuw-Dordtse vereniging N.D.V.C. Een samensmelting, die de club èn sportief, èn geldelijk geen windeieren legde. Nu 5 jaar geleden ging de club over naar de tweede klasse, en het verdere van de historie kent men. Het vorig seizoen al stond Zwartemeer aan de spits van de Gronings-Drentse tweede klasse, een prestatie, die dit jaar zonder haperen werd herhaald.

Een van de sterkste kanten van het elftal, dat nu dus al twee winters achter elkaar aan de kop is geëindigd, is het feit, dat men een goed geheel vormt. En dan is er het degelijke moreel van de ploeg, de wilskracht en de eendracht, waardoor bergen kunnen worden verzet. Niet zonder reden geldt Zwartemeer als een team van vechters — in de goede zin van het woord natuurlijk! — die nooit opgeven, en pas in een nederlaag berusten wanneer de scheidsrechter voor de laatste maal heeft gefloten.

In zo'n elftal vindt men in de regel geen bepaalde uitblinkers. Ook bij Zwartemeer niet. Toch trekken wel enkele spelers in het bijzonder de aandacht. Zoals de rechtshalf Hars, die door zijn kijk op het spel en met behulp van een goede balbeheersing knappe dingen kan doen. Dan is er de binnenspeler van der Werf, een zwerver, zoals men in de voetbaltaal zegt. Natuurlijk moet doelman Pomp genoemd worden. Was hij het niet, die het vorig najaar een record-aantal wedstrijd-dagen zijn goal volkomen schoon wist te houden? Maar in de aanval zitten nog enkele andere goede krachten: linksbuiten Houkes, die een gevaarlijk strak schot kan lossen en de nog jeugdige middenvoor Jacobs.

Zwartemeer heeft het dit jaar nog verder gebracht dan het vorig seizoen. Het kwam tot een beslissingswedstrijd tegen Achilles. een ontmoeting, die de Assenaren met 2—0 hebben gewonnen. Het is voor de Oost-Drenten een hevige teleurstelling geweest, zo dicht bij de haven nog te stranden. Maar nogmaals, opgeven staat niet in hun woordenboek, en men kan er zich van overtuigd houden, dat Pomp en zijn mannen zich al ernstig hebben voorgenomen, het nog een keer te proberen. En, Zwartemeer, drie maal is scheepsrecht!