jongen te beginnen. Heeft m'n man zoo z'n best voor hem gedaan. Hij kon weer bij z'n baas terugkomen, maar wat gebeurt er. 's Morgens gaat hij zonder een woord te spreken de deur uit en 's avonds wachten en wachten we, maar wie er komt, hij niet. Mijn man naar z'n baas, maar daar was hij niet geweest. Om elf uur kon ik het in huis niet langer houden en ben de deur uitgegaan, die mijn man al gesloten had. Op straat vond ik hem. Den heelen dag rondgezworven. Doodmoe "

„Als het aan mij gelegen had, was hij er niet ingekomen,"valt de man in. „Een nacht op straat zou hem misschien wel wijzer gemaakt hebben. Nu denkt hij, dat we bang voor hem zijn en is het heelemaal mis en als ik hem eens goed onder handen wil nemen, komt m'n vrouw er tusschen. Met slaag is nog wat te beginnen. Om z'n moeder geeft hij heelemaal niet meer."

„Ach man, houd op. Met slaan krijg je dat er toch niet uit. Het is die malle zee, die in z'n hoofd spookt. Die boeken hebben hem heelemaal van de wijs gebracht. Niemand van onze familie vaart, 'k Begrijp niet, hoe hij aan dat idee is gekomen. Hij heeft zelfs de zee nooit gezien. En wat is het leven van den zeeman, meester ? Daar hoort men toch genoeg van.De jeugd verzwerven en vergooien en dan op den ouden dag met den bedelzak langs de deur. Het is hard voor 'n moeder meester, als ze zoo haar kind af meet staan."

Nadenkend en ernstig kijkt het hoofd der school, wiens raad in deze moeilijke kwestie is gevraagd, voor zich uit. Het is niet de eerste maal, dat hij zoo tegenover ouders zit. Doch ieder geval heeft zijn speciale kanten. Zelf voortgekomen uit een zeemansfamilie uit een onzer Noordelijke kustplaatsen kent hij te goed de bezwaren, die aan het zeemansbestaan verbonden zijn, dan dat hij zijn scholieren het hoofd met allerlei onvervulbare illusies vol wil proppen. Aan den anderen kant vindt hij het jammer, dat zoo dikwijls jonge, krachtige naturen door allerlei vooroordeelen der ouders verplicht worden dicht bij honk te blijven, waar zij niet tot ontplooiing kunnen komen, terwijl de heele wijde wereld met haar vele mogelijkheden voor hen open ligt. Vele jongens zag hij met een hoofd vol idealen die wijde wereld ingaan, een groot aantal van hén kwam echter spoedig weer terug, anderen mislukten, slechts enkelen slaagden, een heel enkele klom boven de rest uit. Hij houdt er wel van dat de ouders hun kinderen een kans geven.

Gedempt doch beslist klinkt zijn stem. Zakelijk stipt hij alles aan.

„Soms wordt die wensch slechts gevoed door den tegenstand der ouders, 'k Heb jongens gekend, die in een zelfde geval verkeerd hebben en die, zoodra ze zich door toestemming voor de werkelijkheid geplaatst zagen, daardoor alleen al genezen waren en nooit meer over zee hebben gesproken, „eindigt hij zijn betoog. „Stuur hem morgenavond maar eens naar me toe. 'k Kom dan in den

loop van de week nog wel eens verder praten."

Als de deur zich achter hem gesloten heeft, valt de vrouw op haar stoel terug. De ellebogen op tafel, het hoofd gesteund door de beide handen, barst zij in snikken uit. Voor haar is het pleit reeds beslist.

De man staat op. Met meer gerucht, dan hij anders gewoon is. In de werkplaats rommelt hij wat in de stukken leer, doch vindt het vreemd, dat hij zelf niet weet, wat hij hier eigenlijk is komen doen.

„Zoo, zoo, Gerritsen! Dus jij bent de jongen, waarover mijnheer Zijlstra met ons gecorrespondeerd heeft ?" zegt de directrice van het zeemanshuis een en al zon, terwijl zij met welgevallen den knaap, die voor haar staat, in het open, blozende gelaat ziet. „Nu je bent er flink genoeg voor. Vijftien jaar hè ? En hoe is je voornaam?

„Willem, mevrouw."

„Een mooie naam, vindt je ook niet ? Dus je wilde met alle geweld varen. Mijnheer Zijlstra heeft er iets over geschreven. Bij hem school gegaan, zeker. Ja we kennen hem hier wel. Komt wel eens een enkelen keer als er familie van hem binnen is. 'n Goeie baas. Dus je wilt eerst eenige jaren varen en daarmee geld genoeg verdienen om naar de Zeevaartschool te kunnen gaan. 'n Loffelijk voornemen. Maar goed oppassen is de boodschap. Dat is 't trouwens overal in de wereld als je wat wilt worden. En nu zal ik je naar de koffiekamer brengen waar de zeelui zijn. 'k Denk, dat je je er wel spoedig thuis zult gevoelen."

„Alles is nog een beetje vreemd mevrouw !"

„Dat kan ik me wel indenken, 'k Zal straks een van de jongens vragen of ze een straatje met je rond willen loopen. Dan kan je al vast een kijkje nemen in de havens. En morgenochtend maar naar de kantoren van aanneming om je te melden. Zulke jongens als jij zijn altijd spoedig weg. Aan boord zal je ook wel groote oogen opzetten. Zeker nog nooit op een zeeschip geweest ?"

„Neen, maar toen ik hier heen kwam, heb ik ze aan de kaai zien liggen. Prachtig. Allemaal stoomschepen."

HET _L,EVEN IN DE "NOORD POOLSTREKEN

Alaska is wel een der onherbergzaamste bewoonde streken der aarde Het is het Noordelijkste deel van Alaska gelegen plaatsje Point Barrew is dan ook om zoo ie zeggen het einde der bewoonde wereld. Hoe de menschen. Eskimo's, daar leven, toont bovenstaande foto. Een hut. opgetrokken van groote ijsblokken, die. nadat ze met sneeuw aan elkaar gemetseld zijn een windvrije beschutting geven. Als ..venster'' dient een dunne plaat ijs. waardoor men weliswaar niet kan zien. maar die toch eenig licht doorlaat. De toegang, gewoonlijk met een stuk zeildoek afgesloten, is zoo laag. dat men er slechts op handen en voeten door kan binnengaan.

Is het huis van den Eskimo erg modern en de bewoner een welgesteld man. onder zijn stamgenooten. dan is het wel eens met hout ,.gevoerd" f beter gezegd, worden de blokken ijs die de muren vormen, opgestapeld om een geraamte van dunne boomstammen cn takken gemaakt, zoodat de woning van binnen alleen houten wanden vertoont. Een dergelijk interieur is hieronder afgebeeld.