IE JFIBU

1. Een bruine woudbeer, weldoorvoed. Deed zich aan t heerlijk lam te goed Dat hij zoo pas kon kapen.

Z Toen is de slokop welvoldaan, Het groote wond weer ingegaan. En ziet een wandlaar slapen.

1 Hij komt heel zoetjes dichterbij. En zonder vrees besnuffelt hij Den man, die door blijft slapen.

4 Met groot genoegen merkt hij ras De heerlijkheid daar in die tasch; Dat kan hij ook wel kapen!

5. Dat wittebrood is naar z 'n zin; Hij slaat er fluks de tanden in, En lapt het gauw naar bliVnen

En in die flesch zit drank. Gewis: Wat voor de menschen lekker is, Mag beeroom ook beminnen.

7. Al zit de kurk ook vast erop, 't Qeeft voor den beer geen nood. De stop Zal hij wel mores leeren.

8. Hij pakt hem vast, hij draait hij rukt Er even aan, ea t is gelukt Die kurk kan hij ontberen.

k Reeds lept de beer aan 't heerlijk nat Met gragen lust, en drinkt zich zat Aan t kostelijke goedje.

10. Maar 't gaat aan 't draaien in z'n bol. En d'arme drinker, zat en dol, Trekt o zoo'n wonder snoetje.

IL Het wijntje werkt gestadig aan. En beeroom moet aan 't dansen slaan, Want Alles ziet hij dansen.

12. Dan gaat hij keuklen op den grond. Beweging toch is erg gezond Voor die zooveel moest schransen.

13. Maar t wordt steeds erger in z'n kop; Hij geeft het keuklen ook maar op, En rust wat uit van t werken.

14. Hij zet zich rustig neer en slaapt De wandelaar ontwaakt en gaapt Nog zonder iets te merken.

15. Dat slaapje heeft hem goed gedaan ; Nu zal hij maar aan 't smullen gaan, Maar.... alles is gevlogen.

18k WMr mag he| 7 De man kijkt c £ n (nerkt den bikken berenkop. Wat zet die vent een oogen!

17. Dan merkt hij tot z'n groot plezier, Hoe vast het slaapt 't vraatzuchtig dier; Vooreerst is 't niet [te spreker

18. Daar komen van den andren kant Drie boeren, sterk en bijdehand. Om 't arme lam te wreken.

19. Men pakt den beer en bindt hem vast En draagt naar huis dien raren last; Hij kan zich niet verweren.

2U. Nu zit het beert jen in dc val. Moet oren wat hij krijgt, en zal Hot gappen wel vprleeren

ONZE KERSTNUMMER-PRIJSREBUS

Onze gewoonte getrouw geven wij ook ditmaal in ons Kerstnummer een aardige prijsvraag, en wel in den vorm van "n aardige prijsrebus. Voorwaarde voor deelneming aan deze wedstrijd is dat men abonné zij op ons weekblad en een Kerstnummer daarvan heeft gekocht. Wij loven voor de goede oplossers de volgende prijzen uit:

1. Een fraai zilveren dames- of heeren-horloge;

2. Een fraai likeurstel; 3. Een schaakspel; 4. Een schilderijtje in lijst; 5. Een doos fijne bonbons; 6. Een kistje sigaren; 7. Een Halma-spel; 8. Een doos sigaretten; 9. Een boekwerk in prachtband; i0. Een sigarettenpijpje.

Vervolgens nog 10 boeiende romans als troostprijzen.

Oplossingen van deze rebus moeten, OP EEN BRIEFKAART GESCHREVEN, aan ons kantoor worden ingezonden, uiterlijk 15 Januari 1930, terwijl de oplossing en de namen der prijswinnaars 2 a 3 weken later in ons blad worden gepubliceerd. Denkt u er s.v.p. aan dat alleen op een briefkaart geschreven oplossingen mededingen en dat alle andere inzendingen ter zijde worden gelegd