redenen zijn maskerades veelal onmogelijk geworden; alle aandacht wordt geconcentreerd op het spel. Kleurig, fleurig, bont, ook nu is het dit nog, maar daarmede beschouwt men zich nog niet aan het einddoel. Het spel moet dieper waarde krijgen, moet méér zijn dan alleen een lust voor ’t oog.

Zelfs een schijnbaar historisch spel als Ichnaton (Utrecht 1926, herhaald Amsterdam 1928, ter gelegenheid van de Olympische Spelen,) heeft in de eerste plaats de bedoeling het conflict weer te geven tusschen twee naturen :held en heilige, verstand en gevoel; een conflict van alle tijden. En alleen om dit conflict in uiterlijke vorm te kleeden heeft men een historisch gegeven gekozen, dat echter naar alle zijden volkomen vrij verwerkt is.

Veel meer dan bij de ~kijkspelen is hier sterke concentratie noodzakelijk, met vermijding van al het toevallige, van alles wat de aandacht af kan leiden en juist bij een gewone openlucht-uitvoering is dit moeilijker dan ooit! Dus wordt de kunstmatige belichting te hulp geroepen, deze allerbelangrijkste factor van het moderne tooneel. Het licht wordt medespeler en drager van stemmingen. Het geeft accenten, die nog versterkt of verzwakt kunnen worden en laat alles in ’t duister wat niet noodzakelijk tot het spel behoort.

In deze richting is het Delftsche spel D 1 6. M.M. een hoogtepunt geworden dat onvergetelijk blijven zal. Raakten conflicten als held en heilige of de overwinning van geest over stof (Delft 1923) aan problemen van meer algemeenen aard, hier had men een drama vol brandende actualiteit. Het conflict Mensch—Machine: individualiteit tegenover massa, de worsteling van menschelijkheid en vermechaniseering. Een conflict, dat uit den ontwikkelingsgang van de materialistische cultuur van het Westen als vanzelf ontstaan is, het probleem van dezen tijd.

Reeds de inzet is vol stemming, wanneer het eeuwigheidsmotief weerklinkt. ~Eeuwigheid, bron van licht, bron van kracht” zingt het koor. Onbeweeglijk zenden hooggeplaatste stralenbundels hun licht op naar de sterrenlucht. Stil en duister ligt nog de plaats van het dramatisch gebeuren. Nog klinkt slechts de stem van de Eeuwigheid, waarbinnen ook de tragedie van den Mensch slechts een episode zal zijn, nog heerscht slechts de Goddelijke Macht, uit wien het al is ontstaan tot wien het M zal wederkeeren.

1) In Utrecht is in 26 nog eens naar de maskerade teruggegrepen. Merkwaardig genoeg was deze hier echter een directe voortzetting van het spel; de triompftocht van den overwinnenden held. Ondanks alles was dus de verhouding omgekeerd tegenover vroeger.