met het bestuur overeen, dat indien na twee jaar nog niet tot uitvoering van het plan kon worden overgegaan, de opbrengst van de verloting verdeeld zou worden onder de schenkers der bijeengebrachte kunstvoorwerpen. Dit is echter nooit gebeurd; het potje is nu ruim ƒ 4000,— geworden en K. a. h. V. weet er geen weg mee, daar het enthousiasme voor een eigen eksposiesiezaal bij het bestuur tot nul gereduseerd is. Wel heeft het indertijd een poging aangewend om dit bedrag te besteden voor restaurasie van het oude huisje achter de Nieuwe Kerk, maar de oude inzamelkommissie, daarover gehoord, heeft zich er hardnekkig tegen verzet. Persoonlik heb ik de Voorzitter van K. a. h. V. in overweging gegeven samenwerking te zoeken met anderen, die ook belang bij een eksposiesiezaal hebben, hem de toezegging van het bestuur van ~Kunstkring Delft” gevende voor deze samenwerking, maar er gebeurde niets.

Intussen, leden van ~Kunstkring Delft”, gij, die indertijd de inzamelkommissie vormde, zoveel moeite deed en alles bijeen bracht, en gij, leden die met anderen Uw werk offerde voor een exposiesiezaal, is in de behoefte nog altijd niet voorzien.

Dit is een toestand, welke in alle opzichten verandering behoeft en waarvoor ik zal trachten hier een oplossing te geven.

Er zijn in Delft momenteel drie verenigingen, welke direkt belang hebben bij een goede eksposiesieruimte, n.l. de twee grote verenigingen K. a. h. V. en de Violieren, als zij tenminste de beeldende- en de bouwkunst óók op hun programma hebben, en onze Kring. Verder is het voor de gemeente Delft van groot belang, dat het geestelik en kultureel peil der bevolking stijgt en de kunst kan daarbij een zeer grote plaats innemen.

De Gem. Delft bezit een groot aantal gebouwen, die leeg staan en geen bestemming hebben, nemen we b.v. het oude Weeshuis maar.

~Kunst aan het Volk” beheert een bedrag van ruim ƒ 4000,—, bijeengebracht door een kommissie, welke in een vergadering van schilders e.d. uit Delft, met het Bestuur van K. a. h. V. gekozen is en welke kommissie en een groot deel der op die vergadering aanwezige schilders, nu verenigd zijn in ~Kunstkring Delft”.

Wat ligt nu voor de hand? Dat ten eerste de besturen der drie verenigingen de hoofden bij elkaar steken en uit hun midden een kommissie vormen, die verder zelfstandig het geval tot oplossing brengt.

Deze kommissie moet het door K. a. h. V. beheerde fonds overnemen en middelen beramen om het te vergroten. Verder moet medewerking verkregen worden van het Gemeentebestuur, om de beschikking te krijgen over enige lokalen, terwille van het algemeen belang.

Het fonds moet bestemd worden voor inrichting en onderhoud dezer lokalen en verdere onkosten moeten door eksploitasie gedekt worden. De