Bulthuis, zelf hardwerkend kunstenaar, in de laatste jaren als leermeester naar zijn ~methode zocht. Het zijn immers de slechtsten niet, die zoeken! Nu komt hij met deze resultaten. Een gelukwensch waard. En evenzeer de aandacht van velen verdienend! Hij heeft zijn leerlingen de vrijheid van uiten gegeven (of hergeven? ) en de techniek van de lino-snede voor de grootere kinderen er bij genomen. Zie nu, met welke arbeidsvreugde de jongens en meisjes een zeilboot, klievend de golven, of een micky als verkeersagent hebben bedacht en gesneden. Zullen de makers mettertijd de vreugde kunnen aanvoelen, die onze kunstenaars vervult, wanneer zij werken in hout, koper of op den steen? Ik vertrouw van wel. Recht wedervoer hun jong gemoedsleven, hun uitingen werden scherp bezien en liefdevol geleid en toekomstige vreugden voorbereid.

Ik herinner me een Spaansch spreekwoord: „AVien God kunst-aanleg schenkt, daar komt een bedelaar van . Het zij zoo. Maar zij, die scheppend arbeiden, en zij, die hebben leeren verstaan, zijn toch in ieder geval vele uren huns levens gelukkige menschen!

Den Haag, 12 October 1932.

JAC. A. HAZELAAR.

BOOMEN DOOR JONGEN VAN 14 JAAR