BOEKBESPREKING

WEZEN EN ONTWIKKELING DER EUROPEESCHE SCHILDERKUNST NA 1850. DOOR JOS. DE GRUYTER.

UITGAVE H. J. PARIS, AMSTERDAM, geb. F 4,50, ing. F 3,65.

Het is prettig een goed boek aan te kondigen en een goed boek is het hierboven genoemde inderdaad.

Jos. de Gruyter werd van etser, criticus. Ik ken etsen van hem en heb er een in bezit, die toonen, dat hij niet tot de critiek behoefde over te gaan, omdat hij als graficus mislukkende was.

De Gruyter heeft onmiskenbaar beeldend vermogen. En uit dit boek van hem blijkt eveneens muzikale aanleg, literair talent, zin voor wetenschappelijk onderzoek, lust naar het psychologische en bovenal drang naar het onderkennen van de dieptebewegingen des levens. Deze opmerkelijke veelzijdigheid maakt zijn geschrift boeiend en belangrijk.

Wij hoorden in de begincritieken van de Gruyter een wat onzeker, maar altijd eerlijk oordeel, waarin de godzelf-toon, die sommige critici kenmerkt, gelukkig geheel ontbrak. Allengs werd de uitspraak vaster en konden wij hopen in dezen opvolger van den fijnen en betreurden Just Havelaar een criticus te zullen vinden van groeiende beteekenis. Zijn boek over wezen en ontwikkeling der Europeesche schilderkunst na 1850 heeft dit verwachten bevestigd. ,

De Gruyter heeft zijn gaven geconcentreerd en zich door omvangrijke studies op velerlei gebied op dit werk voorbereid, fdij zocht de verbanden in de onderscheidene kunstuitingen, ging de uiteenstroomingen in hun verschillende verloopen na en rustte niet voor hij de geestelijke achter- en ondergronden der beeldende kunstvormen kon vatten in zijn totale levensaanschouwing. (Uit het voorwoord: Ik acht het doen beleven van den dieperen psychischen of psychologischen achtergrond van een werk of oeuvre het laatste doel van alle kunstbeschouwing).

Dit verleent aan zijn boek het kenmerk van een (soms misschien wat langzaam) rekenschap geven aan zichzelf en aan anderen van hetgeen hij aan verwerkte kennis en eigen overtuigingen in de laatste jaren verwierf, maar tevens geeft het aan dezen arbeid een bij het verder lezen alaan bevredigender wordende eenheid, een totaliteit, waarop men in den beginne niet zoozeer vertrouwt. Scheen aan de details soms teveel aandacht besteed, hoe verder men komt, hoe meer de deelen blijken opgenomen in een steeds duidelijker geheel. De Gruyters boek leest men eerst goed, wanneer men het reeds eenmaal doorgelezen heeft.

Zijn inleidende beschouwingen, waarin de schrijver den lezer vertrouwd maakt met de begrippen natuurvorm en kunstvorm en dieper ingaat op de behandeling van het zien en de onderscheidingen in impressionistische, expressionistische en abstracte kunst, worden m.i. terecht besloten met de behandeling van het voor kunstwerken zoo wezenlijke bestanddeel van het rhythme.