DE LOKOMOTIEVEN

[3 e lokomotieven met koperen ketels

glimmend en geel.

de lokomotieven uit de oude tijd,

je ziet ze niet veel meer, niet veel;

op een lokaalspoortje rijden ze nog,

voor goederentreinen staan ze toch,

ze zijn uit de tijdl

De dieselwagens met stroomlijn.

de verende zoemende wagens, grijs en menie-rood,

ze daveren voorbij.

en daarboven zweven in 't diepste blauw,

de ronkende vliegtuigen glanzend grauw.

De puffende lokomotieven.

de glimmende geel koperen grote en kleine ketel,

ze zijn uit de tijdl

Uit de tijd, dat ik stapte aan moeders en vaders zij.

dat ik stapte in de trein.

in het land van Waes

en naar Zeeland reed, via Sint Niklaas

De lokomotieven uit die tijd

(Als 't niet zo dwaas was sentimenteel te zijn)

ze stemden mij vreemd.

(weemoedig misschien?)

Ik heb in droom mijn dode vader gezien.

Nanu, die lokomotieven met koperen ketels,

hebben mij zacht verblijd

of heb ik even, (heel even maar, hoor) geschreid?

EDGARD LEMAIRE—DENS