staatslui (Clemenceau), musici. Deze busten zijn van een groote indringendheid en leven, soms heel tragisch, spottend of pathetisch.

Hij ondervond veel tegenkanting in zijn opvattingen; een voorbeeld daarvan is wel het standbeeld van de Balzac, dat in onze dagen, dank zij veel onbegrepenheid, nu pas een plaats op de Parijsche boulevard kreegl

Het dierlijke leven in den mensch is hem allerminst vreemd, zie de dikwijls getortureerde, verwrongen lijnen, de zoo expressieve handen, hoe deze opstandig, berustend, streelend, woedend kunnen zijnl

Een geestelijke antipode is wel Aristide Maillol.

Hij kan beschouwd worden als de voorman der moderne beeldhouwkunst. Zijn kunst is een synthetische kunst, ontdaan van alle toevalligheden, van alle gemoedsbeweging. In wezen niet geheel vreemd aan Gauguin (hoe gek het ook klinken moge), werkt deze meester geheel terug naar zijn geestelijke voorouders, de Grieken.

Zijn beelden zijn vol en massief en geven een groote sereene rust.

Hier blijkt een overboordgooien van details; geen versieringen, een teruggaan tot het essensieele. Het is wat de Franschen noemen: „faire du simple avec du compliqué" (uit iets samengestelds de eenvoud opbouwen). • – -7 'j

Maillol, geboren in Banyuls-sur-Mer, is een zoon uit t Zuiden, mogelijk in afkomst verwant aan de Grieken. Wat zijn kunst voornamelijk kenmerkt is de volheid der vormen, de rust en de groote lijn in zijn beelden, het massieve in zijn figuren. Zijn ~Ile de France" is wereldberoemd, evenals zijn „Pomona". Deze monumentale Eva's herhalen zich in talrijke variatie's in zijn litho's, zijn houtsneden en zelfs in zijn tapisserieontwerpen (die destijds op den Salon van de société nationale te zien zijn geweest).

Evenzoo in zijn émaille plaquettes, die uit zijn vroegste période dateeren. Zijn vrouwenfiguren, met hun volle, ronde vormen, ademen de vruchtbaarheid; deze massieve, zware torso s, hebben juist die volumina, waarin men de stijl van dezen meester t best leert kennen. Hoewel men Maillol een realist kan noemen, hebben zijn scheppingen een niet reëele sfeer; ze zijn droomerig en dichterlijk, en zijn de dragers van een abstracte schoonheid.

Een tijdgenoot van Maillol, Antoine Bourdelle, komt in wezen meer Rodin nabij; veelzijdig en dichterlijk van aanleg, zoekt deze meester het voornamelijk in de mythologie. Zijn ruitermonument van Generaal Alvéar met de karakteristieke boekfiguren is een grootsche creatie; de vrouwengestalten, die hier de Kracht en de Rede, de Vrijheid en de Overwinning vertegenwoordigen, zijn typische Bourdelle figuren; lang en gestengeld, met de vaste, besloten maskers en de hoog aangezette jukbeenderen. Zijn Rodinbuste (voorgesteld als Mozes) heeft den