conflicten zullen eens worden opgelost. Met deze beschouwingen zou ik kunnen doorgaan. Ten aanzien van den artiest moge men dus verwachten dat er niet veel zal veranderen. Met het publiek is het anders gesteld, daarvoor doemen steeds nieuwe vragen op en daarvoor is het dus niet onverschillig uit welken gezichtshoek de schepper het leven heeft bekeken.

Kortom, verwacht men weinig verandering ten aanzien van de productie, ten aanzien der reproductie kan men niet anders dan wijzigingen tegemoet zien.

Sedert psycho-analyse, sport, het vrijere leven enz. meer mogelijkheden bieden tot afreageeren van conflicten der massa, zal de mensch als collectief wezen verder minder aan kunst hangen.

De moderne zakelijkheid geeft ons hiervan een voorproef.

Er is geen reden een juichkreet aan te heffen, verzakelijking kan geestelijke armoede zijn. Er is ook geen reden te wanhopen, beperking is nu eenmaal noodig en op alles het merk „kunst" drukken is niet meer van dezen tijd. Ik behoef waarlijk Martin van Waning, de schepper van tal van gebruiksvoorwerpen hier niet op te wijzen, hij heeft ingezien dat de verzakelijking van ons leven nu eenmaal tot beperking voert, tot het aanbrengen van de versiering daar waar er plaats voor is. Hoe sterker de uiting gebonden is aan dat wat de praktijk nu eenmaal eischt (bouwkunst), hoe meer de „reine kunst" naar den achtergrond zal en moet verdreven worden. Dat behoeft nog niet opgevat te worden als geestelijke armoede, het is een vorm van geestelijke hygiëne, waaraan wij de samenleving niet mogen onttrekken. De „reine en vrije kunst" kan hier alleen wel bij varen.

Geloof mij, zooals steeds je

W. V. KONIJNENBURG

Groningen, 15 Mei 1940.

VI.

MUSEA.

„ÜBER GESCHICHTE KANN NIEMAND URTEILEN, ALS WER AN SICHSELBST GESCHICHTE ERLEBT HAT.”

GOETHE

Amice Martin;

EENIGEN tijd vóór, doch gewoonlijk lang na hun dood worden schilders waardig gekeurd om in hun arbeid bijgezet te worden in iets hetwelk men pleegt museum te noemen. Verdenk mij er nu niet van, dat ik elke kunstverzameling uit den booze

168