KORT INTERMEZZO

Als overgang van Organisatie op Toonkunst, twee ver uiteenloopende onderwerpen die in dit nummer behandeld worden, geven wij hier dit kort tusschenstuk.

Aanvankelijk zou dit geheele nummer aan Toonkunst worden gewijd doch de ruimte was te beperkt om hetgeen daarvoor bestemd was geheel op te nemen. Een belangrijk en vrij groot artikel „Alphons Diepenbrock en de Klassieke Oudheid", door W. J. Schmidt, moest daarom blijven liggen tot het volgend nummer.

Bovendien lag reeds eenigen tijd een artikel van Mr. J. F. van Royen, Algemeen Voorzitter van de N.O.K. op plaatsing te wachten. Wij geven thans Mr. van Royen gaarne gelegenheid zijn meening over de organisatie van kunstenaars uiteen te zetten, nadat dit in het Novembernummer ook door den Algem. plaatsvervangend Voorzitter van genoemde organisatie, Ir. Hein von Essen, gedaan is.

Hoewel „De Delver" in de allereerste plaats het belangrijke werk der kunstenaars naar voren wil brengen waardoor zoowel Kunst als Kunstenaars en Gemeenschap gediend wordt is de organisatie van kunstenaars, vooral in dezen tijd, van zoodanig belang, dat wij meenen goed te doen de artikelen van de leiders van de N.O.K. te publiceeren en onze lezers over doelstelling en werkwijze en over de algemeene inzichten, die ten deze onder de kunstenaars leven, in te lichten.

De in dit nummer afgedrukte vignetten zijn houtsneden van den jongen schilder en graficus Jaap Hooft. Zij behooren tot de illustratie van het bij J. Philip Kruseman te Den Haag uitgegeven boek ~'t Begon in een midzomernacht", door Olav Gullvag, uit het Noorsche Landsmal vertaald door M. C. Castendijk.

Zij vormen ook hier onder de verschillende artikelen, als stalen van toegepaste grafiek, welklinkende slotaccoorden.

DE REDACTIE

VIGNETTEN, Houtsneden

JAAP HOOFT