Jan vvt'issenhrucli

Men heeft vaak gezegd, dat de Nederlandsche kunsthandel in de afgeloo})en oorlogsjaren, vele goede schilderijen aan het buitenland is kwijtgeraakt. Uiteraar<l heeft hij vaak werken verkocht, die tenslotte over onze grenzen zijn gegaan (en vraag niet hoeveel schijven in den vorm van zich ..gentleman-dealer” noemende lieden daarliisschen hebben gezeten) maar het is toch ook een verblijdend verschijnsel, dat de bonafide handelaar nog al een en ander blijkt te hebben achtergehouden. dat hij nu in volle glorie in zijn zaak ten toon kan stellen. Zoo zag ik dezer dagen een vrij groote collectie schilderijen en aquarellen uit de romantische school, die vele maanden ergens in een j)articuliere woning hebben gehangen; het huis lag in een stadsdeel, dat van een bombardement veel te lijden heeft gehad, het werk moest daarom nog eens een keer verhuizen, doch uileiiidelijk bleek St. Lucas. .Mars te kunnen weerstreven en zoo kwam het dat het hierbij afgebeelde schilderij van Jan Weissenbruch te zien was. Deze Weissenbruch. twee jaar jonger dan J. H.. de groote figuur uil de Haagsche School, werd 18 Maart 1822 te ’s-Gravenhage geboren en is daar L") Februari 1880 overleden. Hij heeft les gehad aan de Haagsche Academie, o.a. van Waldorp en van Elink Sterk en reeds op zeer jeugdigen leeftijd publiceerde hij litho's in de Kuiistkronijk, meestal gezichten en buurtjes in de kleine steden langs onze groote rivieren. Hij koos graag het eenvoudige onderwerp, eenige witgekalkte huizen, een stil hofje, wat woninkjes tegen den dijk. een waterpoort, meestal gestoffeerd met een paar figuurtjes. En als schilder loonde hij een zelfde voorkeur. Twee schilderijen van hem zijn

vooral nop;al bekend p;eworden: de Mariakerk te Utrecht in het Museum Boymans en het Landschap hij Elshout in Teylers museum te Haarlem. In „Buiten de waterpoort'’ vindt men diezelfde }>edaagde rust weer, welke zijn andere werk kenmerkt, vooral dat uit de jaren voor 1860. Het is een typisch Nederlandsch stadsgezicht: de weg, die wal oploopt naar de rivierdijk, waaraan het stadje, van hetwelk men rechts een massief poortgebouw ziel, is gelegen. Van een paar schepen, die aan de kade liggen, steeks het zeil hoven den kruin uil. Links is een hrug over het kanaal. Het geheel is uiterst gevoelig geschilderd met een volkomen hegrij) voor de stemming van zoo’n zomerschen dag in die omgeving. Het is middag en het is bladstil buiten, geen rimpel rilt er over het water, de hoornen bewegen niet, de zeilen hangen slap. Zorgvuldig heeft de schilder alles wat hij zag weergegeven: de menschen. het hondje, de vischkarren oj) den voorgrond, de man. die zijn kruiwagen heeft neergezet om de aankondigingen op het bord te lezen, de kereltjes, die op de brug staan en kletsen, de bedrijvigheid bij de sche])cn. Prachtig van toon is het schilderij; de kleur van oude baksteen overheerscht er met het blauw van den hemel, doch heel fraai wordt dat alles verlevendigd door het groen van de hoornen en de fijne accenten van b.v. een witte muts of een rood jak, een blauwe kiel. Plasschaert schreef eens. jaren geleden, „de stadsgezichten van dezen Weissenbruch. met hun bedaagde, propere kalmte zijn beter soms dan ze nu gemeend worden te zijn en daarmede kan men ook heden ten dage een schilderij als dit nog volkomen recht doen. „Amateur”.

Collectie : Kunsthandel Gebr. Koch, Den Haag