Ci[[Si:H[ SCHI[D[RS

in Bethiehem

Het zijn vaak alleen de primitieve voorstellingen van de Christus-geboorte, die ons nog vermogen te ontroeren, omdat de meer bewuste verbeeldingen te veel onze eigen gedachten rond Kerstmis weerspieplen; gedachten, die gebonden zijn aan „staande” opvattingen, gebaseerd op iiitgesleten rehgieuse begrippen. Het christendom beeft zooveel aan kracht ingeboet, omdat bet element der verrassing er uit is, of om bet anders te zeggen, omdat de ideeënwereld, die er aan ten grondslag ligt, is gekanaliseerd.

Onmenscbelijk in zijn dogma’s kan het christendom nauwelijks meer inspireeren tot die simpele en tevens beklemmende geloofsuitingen, die wij uit vroeger eeuwen kennen en die onbetwist het praedicaat „kunst dragen. Zonder een sterk, innerlijk leven en beleven is geen kunst mogelijk. Het is daarom, dat de moderne kunstenaar zijn inspiratie op andere, dan bijbelsche gebieden zoekt, en ook als modern menseb zal men bet moeten erkennen daarmede een terrein heeft prijsgegeven, dat nog vele en onvermoede rijkdommen verborg. We gelooven dan ook, dat deze „ongoddelijke” mentaliteit slechts tijdelijk waarneembaar zal zijn en dat de kunstenaar zich opnieuw zij bet in een nieuwontdekte vorm zal geven aan de gebonden religieusiteit, waarmee hij dan tevens een strengere en duidelijker doelstelling zal hebben gevonden. De moderne kunst kenmerkt zich door een gebrek aan doelbewust— het nimmer overwonnen experiment en zal zich ten slotte op de een of andere wijze prijs moeten geven aan wat wij noemen een „boogere macht”. Het intellect o prijzenswaardige gave! zal de suprematie moeten afstaan aan het gevoel of instinct, dat men ook gerust geloof kan noemen. De kunstenaar moet weer deemoedig worden. Hij kan zich daartoe niet forceeren, maar de noodzaak zal hem wel dwingen. „Geduld ist alles!” zei Rilke.

Deze deemoed vereiscbt inderdaad een zekere primitieve kijk op bet leven en op de machten, die het leven bebeerscben. Wil men er voorbeelden van, men vindt ze in de twee gereproduceerde schilderijen van onbekende Chineescbe schilders, die beide betrekking hebben op de geboorte van Christus. De voorstellingen zijn op zijde geschilderd, ze bezitten een zeer sprekend element: de vertelling. Een vertelling echter, die precies zooveel onverhuld laat en suggereert, dat geen twijfel aan de artistieke waarde mogelijk is. Wanneer de toeschouwers, na de eerste verrassing, zijn intellect laat werken en voor zoover dit mogelijk ia de kinderlijke voorstelling van bet feit der ge-

boorte (de Chineescbe entourage) uitschakelt, dan fijnzinnigheid en de daaraan gelijkwaardige vormgeving als een wonder. Hoeis vast te stellen, wanneer deze schilderijen zijn gemaakt de oorlog in China maakte bet verkrijgen van nadere gegevens onmogelijk , staat bet wel vast dat bet betrekkelijk modern werk is. Des te meer reden tot waardeering gevoelt men, wanneer men zich een uitspraak van den grooten Cbineescben wijsgeer Confusius (551—478 v. Chr.) herinnert, die geheel van toepassing is op deze kunst: „Slechts die wijze kan volkomen heeten, wiens diepzinnigheid als liefelijkheid zich openbaart”, waarmee uit-