WEERZIEN

MET DEN

NEDERLA NDSCI IEN

KUNSTENAAR

JOEP NICOLAS

Joep Nicolas behoort met Henri Jonas, Charles Eyck en Charles Vos tot de leidende groep kunstenaars, die een twintigtal jaren geleden op belangrijke wijze hebben bijgedragen tot den opbloei der kunst in Nederlands meest zuidelijk gelegen provincie Limburg en daardoor niet alleen dit gewest een definitieve plaats in hel nationale kader hebben bezorgd, maar bovendien een grooten invloed hebben uitgeoefend op de beeldende kunst van boven den Moerdijk. Hun jonge veerkracht, hun religieus besef en vooral hun ingeboren drift tot het monumentale waren spanningen, die in het noordelijke Nederland rond de jaren 1925 onbekend waren. Binnen, maar ook buiten de landsgrenzen kwam men al spoedig tot het inzicht, dat Nicolas, vooral in zijn scheppend werk als glazenier een kunstenaar van groot formaat was, en allerwege viel zijn glasschilderkunst, waarin hij de traditie van den levenloozen neo-gothieken stijl overtuigend had weten te doorbreken, bijzondere waardeering ten deel. Talrijke groote ramen van zijn hand sieren thans kerken en openbare gebouwen in binnen- en buitenland en hetgeen zijn werk wel het meest kenmerkt, dat zijn de meesterlijke zwier en de haast barokke weelde van zijn composities, waarin de teekening en niet de kleur het hoofdmoment uitmaakt.

Gedeeltelijk om den Europeeschen oorlogsbrand te ontspringen, echter ook uit behoefte om nieuwe indrukken te verzamelen, vertrok Nicolas in 1939 naar de Vereenigde Staten van Amerika, alwaar hij tot voor kort zijn verblijf heeft gehouden en menige opdracht heeft uitgevoerd.

Na zijn pompeus aangekondigde visite aan Nederland in dit jaar, na de reeksen vlotte interviews, waarin oppervlakkige journalisten méér bekommerd schenen iets van ’s kunstenaars cosmopolitische ervaringen in de U.S.A. te weten te komen dan om den geestelijken achtergrond en den groei van zijn persoonlijkheid; na gansch deze weinig Nederlandsche parade van berichtenjagers en na zijn eerste expositie bij Buffa in Amsterdam, is het vrijwel plotseling heel stil geworden rond de figuur van Joep Nicolas. Wie gedacht hebben, dat de schilderijen, welke de kunstenaar uit de nieuwe wereld meebracht, in officieele ruimten zouden worden tentoongesteld, deftig ingeleid door prominenten uit de artistieke, politieke en diplomatieke kringen, hebben zich vergist, waarschijnlijk evenzeer vergist als de reizende schilder zelf. Een onmiskenbaar feit is, dat Nicolas enkele maanden

te laat voet aan wal zette. Immers, de gespannen nieuwsgierigheid, waarmede kunstenaars en belangstellenden gedurende de oorlogsjaren in het door de Duitschers geïsoleerde gebied hadden gewacht op een hernieuwd contact met de ontwikkeling der kunst in de vrije en onvrije landen, werd al spoedig na de hevrijding bevredigd. Vooraanstaande figuren uit de huitenlandsche kunstwereld, uit België,

Frankrijk, Engeland, bezochten Nederland. Picasso en Braque, om slechts enkele namen te noemen, hebben in een stad als Amsterdam velen verontrust, maar eveneens veler sympathie gewekt, zóó zelfs, dat zij maandenlang het onderwerp van verstandige discussies in bladen en tijdschriften zijn geweest en hier en daar school hebben gemaakt. De hedendaagsche wereld, ook in haar geestesontwikkeling, leeft in een snel tempo en kunstrichtingen, welke enkele jaren geleden in het brandpunt der bespreking stonden, weten op den dag van vandaag soms niet veel meer dan een koude belangstelling op te wekken.

Dat alles neemt niet weg, dat ook, wanneer Nicolas eerder was gearriveerd, de ontvangst waarschijnlijk niet veel warmer zou zijn geweest. Immers, nieuwigheden heeft hij ons niet gebracht. Die aspecten van zijn werk, waarin hij de chaotische maatschappij van heden op schilderkunstige wijze heeft uitgebeeld, waarin hij zijn wijsgeerige positie heeft willen bepalen ten opzichte van de verschijnselen onzer onevenwichtige, contemporaine menschheid, al deze aspecten mogen den doorsneeprovinciaal misschien den schrik om het hart doen slaan, zij vormen niettemin in het totale beeld der hedendaagsche Europeesche schilderkunst reeds een complex, dat wel degelijk aan intensiteit heeft verloren. Zelfs het nieuwe en ontvankelijk milieu van Amerika heeft op dit „surrealistische” plan veel bekwamer en oprechter kwaliteiten getoond, getuige bijvoorbeeld het diep-doorleefde werk van den Braziliaanschen schilder Portinari, die onlangs in Parijs veel bewondering wekte. Nicolas’ beste schilderijen, n.l. „Gefolterde aarde”, „Einde der illusie” en „Impromptu”, getuigen onbetwistbaar van een groot picturaal en decoratief talent, maar missen jammerlijk alle overtuigingskracht.

Ontegenzeggelijk voorbeelden van een zuiver kleurgevoel, van compositiebegrip en van boeiend verstandsspel, maar in den grond teekenen van een uiterst kille persoonlijkheid. De verschrikkingen van den modernen tijd, welke voor Nicolas’ voorgangers in dezen stijl onontkoombare tragedie en