i/un de ene ten toonó nctcuf de andere

Jan Wiegers. „Dahlia’s”, 1947 ("Dahllas”,' 1947).

f Tentoonstellingen te Amsterdam

Harrie Kuyten heeft in de afgelopen maand in do expositiezalen Paul Brandt een collectie van niet minder dan tweehonderd tekeningen tentoongesteld, die een duidelijk beeld geven van de vlotheid, waarmee Kuyten zijn onderwerpen weergeeft. Het vrouwelijk naakt, dat hij op voortreffelijke wijze afbeeldt, heeft zijn bijzondere belangstelling. Hij toont het ons, soms in enkele gevoelige lijnen, soms als een meer doorwerkte'tekening. Het is echter niet slechts dit onderwerp, dat deze kunstenaar boeit. Portretten, musicerende mensen, stadsbeelden, het caféleven, dit alles heeft voor hem een grote bekoring en hij getuigt daarvan in rake schetsen, die levendigheid en frisheid bezitten.

In de Kunsthandel Huinck en Scherjon kan men genieten van het laatste werk van Jan Wiegers. Wiegers’ werken zijn tamelijk ongelijk van gehalte. Er zijn er bij, die met grote zorg, zeer accuraat zijn uitgevoerd. Ik denk daarbij aan de beide gouaches met als onderwerp ~bloemen”, of het stilleven met appels, terwijl hij in enkele andere schilderijen met een buitengewone nonchalance te werk gaat. Niettemin gaat er van dit werk een zekere opgewektheid uit, waardoor men genoemde.

wellicht minder aangename eigenschap gaarne door de vingers ziet. Spontaneïteit is nog steeds meer waard dai) accuratesse. Vooral zijn ~Danseres” is zeer mooi van kleur en spanning, evenals het fraaie naakt (pastel), dat mede onder de geslaagde werken van deze tentoonstelling gerekend kan worden.

De Moderne Boekhandel bracht opnieuw het werk van de schilder-schrijver Henry Major. Major is Hongaar van geboorte, doch bewoont thans de ~Nieuwe Wereld”. In de kunstzalen van bovengenoemde boekhandel zijn de schilderijen en tekeningen te zien, die tijdens de laatste jaren in Amerika ontstonden. Vele zijner werken herinneren aan het Franse Impressionisme. Weer andere vertonen een meer persoonlijk cachet.

Franz Molnar liet zich wel eens als volgt over deze kunstenaar uit: „Major kan alleen denken in kleuren en vormen. In zijn eigen kleuren en eigen vormen.”

Dat die kleuren en vormen vaak niet bijzonder fraai zijn is jammer.

Mi. X • Uit zijn tekeningen blijkt veelal zijn zin voor humor en zijn talent beter dan uit zijn schilderijen. Een reeks caricaturen van leden van het Concertgebouworkest en van een aantal bekende persoonlijkheden vormen de vrolijke noot op deze expositie.