Het bericht vat het resultaat van het onderzoek als volgt samen;

„Het tijdvak tusschen de jaren 1870 k 1880 en thans heeft aan het bedrijfsleven van alle maatschappelijke kringen een geweldigen voioruitgang gebracht door hetgeen tram- en locaalspoO'rwegen tot stand gebracht hebben. Deze verkeersmiddelen vervoeren thans jaarlijks meeer dan 2 milliard personen. Met deze uitbreiding hebben -echter de tarieven geen gelijken tred gehotur den. Het tarief is niettegenstaande de ingetreden duurte in verhouding tot dat van de eerste jaren gedaald. De vermindering der onkosten door interne verbeteringen en meerdere volmhking van het bedrijf kon tengevolge van de stijgj,ng der uitgaven niet 'tot uit. drukking komen. Het sedert jaren algem'een toegepasta 10 Pf. tarief voldoet niet meer aan de wet van het evenwicht. Met de thans geldende tarieven kunnen de maatschappijen uit financieel oogpunt niet het, boiofdbieden aan de te verwachten uitbreidingen.

Van dit standpunt bezien moet derhalve in hdt openbaar de overtugrng doordringen, dat alleen een tariefyerhooging in staat is, het verkeerswezen, dat' met groote inspanning zijn taak vervult in de toekomst een behoorlijk bestaan te verzekeren. Een werkelijk duurzame verbetering zal dus alleen door aanzienlijke tariefverhooging kunnen worden bereikt. Het 10 Pf. tarief dient te worden losgelaten en een 15 Pf. tarief moet worden ingevoerd. Aangezien van rentegaranties geen sprake kan zijn, moeten tariefgaranties worden gevonden.”

Bij de discussie, welke hierop volgde, bevestigde allereerst Dr. Thelemann uit Dusseldoirp, dat het h.v. bij de tram in Dusseldoirp' reeds voor den oorlog duidelijk was gebleken, dat het bestaande goedko-ope tarief een nadeelig'en invloed op de rentabiliteit uitoefende, daar men voortdurend met een daling van de ppbrengst >en ten slotte met een belangrijk verlies rekening mjoest houden. Zijns inziens heeft het 10 Pf. tarief afgedaan en wanneer men ziet hoe een tramweg-maatschappij niet meer kan voldoen aan de eischen van behoorlijk rendement en behoorlijke afschrijving dan is het meer dan tijd, dat men door verhooging van tarieven meer gezonde toestanden schept, waartoe men, hoewel dan slechts op bescheiden schaal, in Dusseldorp heeft besloten.

De heer Adolph, te Gerthe, deelde een en ander mede omtrent de onlangs bij de Westfalische Strassenbahnen ingevoerde tariefverhoo'ging'. Deze is gebaseerd op ©en eenheidsprijs van Pf. 4,7 per kilometer met een minimum van 15 Pf. en overeenkomstige afstandstarieven; tevens werden de abonnementen van M. 5,10 op M. 7,70 gebracht en werkmans-weekkaarten afgegeven met een reductie van 50 pCt. (bij lange afstanden minder).

Dr. Nefkes uit Oberhausen, zegt dat de voornaamste aanleiding van de ongunstige rentabiliteit dikwijls moet worden gezocht in te lage abonnementen, waarbij hij wijst op de toestanden te Mühlheim a. d. Ruhr.'

Bij de verdere bespreking wees de heer Battes, uit Hannover op de ongunstige economische toestanden, die blijken uit de prijsverhoioging van materialen en de zeer belangrijke bedragen die voor belastingen en uitkeeringen moeten worden betaald, welke laatste bij particuliere ondernemingen hun invloed merkbaar doen gevoelen en na den oorlog zeker lot nog meerdere belasting zullen leiden.

De heer Kühles, lid van den raad van München kwam er legen op, dat men som's gemeentelijke en particuliere bedrijven tegenover elkaar plaatst en legde er den nadruk op, dat de regelen, die bij het beheer van een particuliere onderneming gelden, ook bij stedel'ijke bedrijven dienen te worden gehandhaafd; voorts meende hij dat het raadzaam is niet in het lalgemeen te spreken; men dient elk stelsel op zichzelf te beschouwen, doich daarbij vast te houden aan den regel dat de bijzondere tarieven in geen geval een minimum mogen hebben dan den zelfkostenden prijs. Ook de gew'one tarieven zijn in vele gevallen nief toereikend om de uitga,ven te dekken.

Na eenige opmerkingen van Dr. Simoen, directeur te Aken, die wees op gelijksoortige pogingen om de tarieven

te verhoogen in Engeland en Amerika en nadat de heer Stahl, directeur te Dusseldorp in zijn slotwoord er in het bijzonder den nadruk op gelegd had, dat ijiet de rentabiliteit bij particuliere en gemeentelijke trambedrijven in de allereerste plaats rekening moet worden gehouden bij de vaststelling der tarieven en dat een tariefverlaging, die de rentabiliteit aantast, moet worden veroordeeld uit economisch en industrieel ,oogpunt, werd onderstaande motie met algenieene stemmen op voorstel van den heer Koeppen, lid van den raad van Dresden, aangenomen.

„De Duitsche tramweg- en locaalspoorwegm'aatschappijen zijn meerendeels aan vaste tarieven geboffidan, die nog afkomstig zijn uit de jaren tusschen 1890 en 1900. Deze tarieven zijn thans onvoldoende, daar de uitgaven reeds voor den oorlog met meer dan vijftig procent zijn gestegen en na den oorlog nog verder zullen stijgen. Een economisch verval der ondernemingen, waardoor het publiek belangrijke schade zoiu ondervinden, is in het algemeen stechts te voorkomlen doior spoedig het minimum-tarief te brengen op 15 Pf. terwijl de bijzondere tarieven lovereenkomstig dienen te worden verhoogd.”

Besloten werd deze motie ter kennis te brengen aan de rijks- en gemeentelijke autoriteiten in Duitschland; thans is het de plicht der verschillende maatschappijen, maatregelen te trefffen waardoor het bedrijf op een meer gezonde basis wordt gebracht en waar zulks noodig mocht zijn, te bevoegder plaatse tariefverhooiging te verkrijgen. (Deutsche Strassen und Kleinbahn Ztg.).

Jaarrerslagen 1915,

Maas-B II urtspoorneg.

De 'Opbrengst heeft, zoowel uit het personen- als uit bet goederenvervoer, die van 1914 zeer belangrijk overtroffen.

Belialv'C een geleidelijke toename wan het lokaal verkeer kunnen als buitengewone oorzaken van de vermeerdering van opbrengst uit het personenvervoer worden vermeld een levendig verkeer van 'militairen en een belangrijk personenvervoer Nijmegen—Plasmolen gedurende de zamerntaanden.

Tot de vermeerdering Van opbrengst uit het goederenvervoer droegen bij o.a. belangrijke transporten hout, kunstmeststoffen, aardappelen, steenen, bieten en zand.

De brutOHopbrengst van de lijn, vermeerderd met de jaarlijksche bijdragen van die provincie Limburg en -de Lim>- burgsche gemeenten en met het onverdeelde saldo over 1914, bedroeg / 31.683,78 meer dan het totaal der uitgaven.

Vlan de2e som werden gereserveerd ƒ 5500,— voor een. ten behoeve van het personeel en de nagelaten betrekkingen op te richten pensioenfonds, f 6000,— voor aflossing der obligarie-leening, / 13.317, voor terugbetaling op rentelooze voorschotten en jaarlijksche bijdragen, .waarna aan aandeelhouders nog 3 pCt. kan worden liitgekeerd.

Die bouwrekening werd tot ultimo December 1914 met goedkeuring van den Minister van Waterstaat vermeerderd met een bedrag van / 32.286,931/a.

Tot versterking van het vernieuwingsfonds werd een bedrag van f 15.163,82 ingehouden.

Nadat van verschillende zijden door belanghebbenden was gewezen op de wenschelijkheid van het verkrijgen eener directe verbinding van de gemeenten H.eumen, Over- en Neder-Asselt en Grave met Nijmegen, werd in den loop van het jaar, na ernstige overweging besloten dit plan, zoo mogelijk, te verwezenlijken.

Aan den Minister van Waterstaat werd derhalve concessie gevraagd voor den aanleg van een jzijlijn vanaf de halte Heumen door de kom dier gemeente, Jangs O veren Neder-Asselt naar het Graafscbe veer.

Tevens werd verzocht voor deze lijn van het Rijk gelijken geldelijke steun i:e mogen ontvangen als voor den aanleg van den Maas-Buurtspoorweg werd verleend.

Een uitvoerige begrooting van kosten met m'emorie van toielichting en de noodige teekeningen werden den Minister toegezonden.