en in de lOnmiddellijlke nabijheid v,an den openbaren weg of gereed liggen.

(4) Indien bij aanlqomst van het vqor de afhaling bestemde v.O;er- of vaartuig de goederen niet ter oplading gereed liggen, zijn de beambten v,an den tramwegdienst bev|Oegd het voer- of vaartuig te doen tertigkeeren, terwijl de persioon, olp wiens verlangen de voer- of vaartuigen beschikbaar zijn gestold, alsdan verpllicht is heit afhaalloon, berekend volgens het öpgegeven af te halen go(ed, te voldoen.

(5) Bij het bestellen behioeven de goederen niet verder te wiorden gebracht dan gelijkvloers tot aan den harden rijewg of aan het vaarwater gelegen woning, pakhuis of kantoor van den geadrasseerde. De afzenders en geadresseerden moeten bij het op!- en afladen bulp' verleeinctn, wanneer het collo meer dan vijftig wteegt.

(6) Bij het ,afha](en van gaederen vangt de verantwoordelijkheid van die ondernemers van den tramwegdienst aan, nadat de goederen aan het station aangebracht m door afstempeling van den vrachtbrief in lOntvangst genojmen zijn. De beoordeeljng vpn den uiterlijken staat en de be[;aling van het gewicht der afgehaalde goederen gesöhieden aan het statiion.

((7) Blijkt bijl die bqoordeeling, dat de zending niet aan alle voorschriften van dit reglement voldoet, dan wordt hiervan aan den afzender kennis gegeven en blijven de goederen voor kosten, rjsico en schade van den afzender liggen, tptda,t aan die voorschriften is voldaan of tvel worden die goederen hem teruggegeven.

Artikel 58.

Loon voor te vergeefs ondernomen hestelling van goederen.

Vioor het terugbrengen het station van de goederen, die wegens onvoldoend adres of biji weigering v,an in ontvangst nemen niet zijn ktmnen wprden afgeleverd, twiordt den afzender het gewione bestelloon in rekening gebracht.

AFDEELING VI

Behandeling van de in de rijtuigen of op de stations achtergelaten voorwerpen, overbevonden goederen en niet ppgevr,a(agde bagaige.

Art,ikel' 59J Bewaring van de goederen.

(,i) Alle v(Qor<werpen, iw*elke op den weg, in of bij de stations of in de rijtuigen zijn achtergelaten, en alle niet opgevraagde bagage worden, behoudens het bepaalde in artikel 60, vierde lid, djpor de zorg V|an de ondernemers van den tramwegdienst gedurende ten minste zes maanden tegen een in de tarieven vast te stellen loion bewaard

(2) Overbevonden goederen worden eveneens, behoudens het bepaafde in artikel 60, vierde lid, dioor de ondernemers van den tramwegdienst gedurende ten minste zcas maanden bewaard.

(3) Zijn het balen, kisten, koffers, manden, zakken, enz. waarin de goederen gepakt zijn, dan worden die geopend en de inhoud geïnventariseerd door een door ondernemers aangewezen beambte v,an den tramw'egdienst, in bet bijzijn van twee getuigen, die van hunne bevinding proces-verhaal opmaken.

Artikel 60.

Verkoop van goederen. Behandeling van militaire goederen.

(i) Indien de vporwerpqn en gpederen na verloop van zes niet zijn ppgevraagd, kan tot verkoop worden overgegaan.

(2) De verkoop geschiedt jn het ioipenb,aiar, nadat in een lOf meer dagbladen de dag, het nur en de plaats van den verkoop zijn laangekondigd.

(3) De verkioop rpag eerst geschieden ééne maand na de dagteekenin'g v,an het 'dagblad of de dag'bladen, waarin de aankiondigimg is g^eplaatst.

(4) Zijn de ■vioor'werpen en gioederen aan bederf pf waardevermindering onderhevig of is de bewaring schadelijk, dan kunnen zij door de cmdememers van den tramwegdienst te allen tijde np de best mogelijjke wijze worden verkiocht.

(5) De Ibpbrengst van den verkoop wordt ten behoeve

van den rechthebbende in de gestort, n,a aftrek van het vrachtlioon en van alle aoiowel op de goederen drukkende als op de bewaring en den verkoop gevah len (Onkosten.

(6) Deze bepaJing'en zijn niet van toepassing op voorwerpen, beh|Oorende tot de kleeding', uitrusting en ning van militairen der land- en zeemacht, beneden den ran,g van Officier. De goederen, behoorende aan militairen van de landmacht, wprden tegen ontvangstbdwijs kostetloos afgegeven aan den plaatselijken- of garnizoenskomimandant in de naastbij een stati|on van den tramweg geleigen garnizioensplaats; die der militairen van de zeemacht worden aan de directeuren en kommandanten der Marine te Amsterdam of te Willenasoord en die van de militairen van het korps mariniers aan den commandant van het kiorps te Amsterdam opgezonden.

(7) Indien in de nabijheid een station van den tramweg gelegen is, wprden de goederen tegen ontvangbewijs kostei-Loos aan die autoriteiten afgegeven.

AFDEELING VII.

Bepalingen van verschillenden aard.

Artikel 61.

Zondagsrust.

Tenzij voor bijzondere gevallen door den Minister anders wordt bepiaald, behoeven goederen door de ondernemers van tramwegdiensten op Zondagen alsmede op i januari, 2den Paaschdag, Hemelvaartsdag, aden Pinksterdag, isten en zden Kerstdag niet te wprden afgehaald, vervoerd, afgeleverd of besteld en worden die dagen niet medegerekend bij de berekening van de termijnen, binnen welke goederen door de ondernemers bethooren te worden afgehaald, afgeleverd of besteld, door de afzenders behooren te zijn geladen, of door de geadresseerden behooren te zijn gelast pf weggeh,aald, en evenmin bij de berekening v,an de schadevergpeding, in artikel 51 bedoeld, en van staan-, ligt en magazijngeld, in arrikel 43 bedoeld.

Artikel 62.

Vervoer over tramwegen, in Nederland en in het buitenland gelegen.

Voor het vervoer op een tramweg, welke gedeeltejijk in Nederland en gedeeltelijk in het buitenland is gelegen, kunnen dpor den Minister bepalingen worden toegelaten, welke afwijken van die van dit hoofdstuk.

HOOFDSTUK 111.

Slotbepalingen.

Artikel 63.

Verklaring van enkele tn dit reglement gebezigde uitdrukkingen.

In dit reglement wiordt ondef: Minister: de Minister, bel,ast met de uitvioering v,an de wet van 9 April 1875 (Staatsblad no. 67) en van de en Tramwegwet;

station: elke aan den tramweg, waar treinen bot het opnemen of uitlaiten van reizigers of tot het laden of lossen van goederen stilhouden.

Artikel 64.

Overtreding van uitvoeringsvoorschriften.

Het niet paleven van krachtens en ter uitvoering van bepalingen van dit reglement, dpor den Minister of door den R,aad van Tioezicht op de Spoorwegdiensten gegeven voorschriften staat gelijk met overtreding van de bepalingen van dit regelment.

Artikel 65

Verkorte titel.

Dit reglement kan wprd'en aangehaald onder den ~Bijzonder Reglement Vervoer Tramwegen” pf „B.R. V. T.” Behport bij Koninklijk besluit van 24 Februari 1920, (Staatsblad rifO. 85).