tramnet over de geheele Veluwe, ontstaan uit de samenvoeging van alle partieele plannen, die tot dusver hebben, bestaan.

Dit plan is in beginsel besproken in een vergadering van afgevaardigden van de besturen der belanghebbende gemeenten, welke ten gemeentehuize te Apeldoorn, onder presidium van baron Sweerts de Landas heeft plaats gehad. De eenige, die daartegen bedenkingen opperde, was de heer R. Dinger uit Lunteren, die \Teesde dat de plaatselijke belangstelling niet voor zulk een groot algemeen plan, maar wel voor locale plannen te wekken zou zijn. Het groote plan werd echter als meer economisch en ook meer practisch met het oog op later toch wenschelijke fusie van de locale ondernemingen, welke dan echter m'et moeilijkheden gepaard zou gaan, krachtig verdedigd door de burgemeester van Deventer, Elburg en Harderwijk, de heeren jhr. mr. F. A. M. A. van Humalda van Eysinga, H. A. R. Jonkers en M. 'G. J. Kempers.

Een met het oog op de tijdsomstandigheden zeer gtmstige zijde van de voorstellen van het voorloopig comité wias wel dat voor de verdere uitwerking van de p'larmen geen beroep voor financieele bijdragen op de gemeentebesturen behoeft te worden geda,an, daar niet alleen de Belgische maatschappij voor constructions électriques te Charleroi, maar ook de Duitsche firma Siemens und Schuckert zich bereid hebben verklaard tot het gratis uitwerken van een ,ayant-;projet. Ook zal men zich wenden tot de Provinciale Geldersche Electriciteitsmaatschappij met de vraag, of deze tot hetzelfde bereid is, in welk geval aan de Nederlandsche onderneming de voorkeur zal worden verleend.

Met algemeene stemmen werd het besluit genomen, in den geest, als door het voorloopig comité is aangegeven, voort te werken. Op voorstel van den heer Kempers werd besloten, zich tot de gemeentebesturen te wenden met het verzoek om een geringe financieele bijdrage.

Benoemd werd een definitief comité bestaande uit de heeren J. L. J, B. Sweerts de Landas, burgemeester van Epe, jhr. L. F. Teixeira de Mattos c.i., wethouder van Apeldoorn, Copperus Buma te Elspeet, J. F. Wegener te Twello, mr. S. J. R. de Monchy, benoemd-burgemeester van Arnhem, jhr. mr. F. A. M. A. van H(nmalda van Eysinga, burgemeester van Deventer en mr. dr. C. O. Ph. baron Creutz, burgemeester van Ede. (A-lg. Hbld.)

Het Restitutiefonds van het C. V. B. Men deelt ons mede, dat van de 2i millioen gulden, die noig in' het Restitutiefonds van het Centraal Verrekenkantoor voor Brandstoffen berusten, bij uitkeering het rijk en de rijksinstellingen (in ronde cijfers) f 6.930.000 zullen ontvangen, de spoorwegen f 2.940.000, gasfabrieken, tramwegen, waterleidingen, electr. centrales, polders, prov. en gemeentelijke instellingen gezamenlijk / 6.300.000 en de gezamenlijke deelnemers uit de industrie f 4.830.000. ! (Alg. Hbld.)

Spoorweg N.-Brabant—Tholen. In het stadhuis te Bergen op Zoom gehouden vergadering van belanghebbbenden bij de tot standkoming van een lokaalspoor van Bergen op Zoom naar en door het eiland Tholen, is besloten niet af te wachten, wat de door de Provinciale Staten van Noord-Brabant benoemde commissie daaromtrent rapporteeren zal, maar zelfstandige pogingen aan te wenden tot het zoo spoedig mogelijk aanleggen van deze lijn. (Middelb. Cr.)

Laura et Vereeniging. De Soc. des Charbonnages Laura et Vereeniging, die te Brussel zetelt doch wier bezittingen in Nederland zijn gelegen, heeft de Soc. an. beige d’Entreprises de Forage en Fongage den aanleg van nieuwe mijn werken. Noordelijk van de reeds bestaande inrichtingen, opgedragen. De nieuwe werken zullen twee schachten van ca. 250 meter omvatten. Na het gereedkomen der werken, dat ongeveer drie jaar zal duren, zal de productie der onderneming minstens 1,25 miU. ton per jaar bedragen. (Hbld.)

De éénmanswagen op de lijn Station Haarlem—Overveen. Donderdag 6 iOctober a.s. is op bovengenoemde lijn een nieuwigheidje ingevoerd.

Zooals men weet is de Julianaweg, waarlangs de lijn loopt, nog betrekkelijk weinig bewoond, zoodat het vervoer over deze lijn vrij slap is. De opening van den nieuwen Zeeweg en van Stoop’s Bad heeft wel wijziging hierin gebracht en belooft zulks nog meer te doen, maar toch de lijn zal voorloopig wel blijven behooren tot de niet drukke lijnen.

Het gevolg van het slappe vervoer en de hooge personeelsuitgaven is een zeer slappe dienst, welke dus weer een snelle ontwikkeling van het verkeer niet bevordert. De directie stelt zich nu voor, te beginnen, den dienst op deze lijn uit te oefenen met de zoogenaamde éénmanswagens, d.w.z. met wagens, welke slechts door één man bediend worden. De bedienende man is dus tegelijkertijd bestuurder en conducteur of liever hij vervult beider functies elk op haar tijd.

De inrichting der wagens zal aldus zijn: de reizigers kunnen slechts instappen op het voorbalcon, waar zij den wagenbestuurder-conducteur achter een betaalkas vinden. In die kas betalen zij de Vracht, dus 10 cent voor een, ejikelen rit, 15 cent voor een overstapje. Zij krijgen daarvoor \'an den wagenbestuurder-conducteur een plaatsbiljet op de gewone wijze. Reizigers, die reeds op een andere lijn voorzien werden van een overstapbiljet of in het zijn van een 10-rittenkaart of abonnement, vertoonan die op de gewone wijze en zal de bestuurder-conducteur deze ook op de gewone wijze behandelen.

Nadat alle ingestapte reizigers zijn af gehandeld, brengt de bestuurder-conducteur zijn wagen in beweging. Om dus bij de haltes een niet te lang oponthoud fe krijgen, moet het „behandelen” der reizigers zoo snel mogelijk gaan. Dit kan ook inderdaad zeer snel gaan, indien de bestuurder-conducteur zijn vak verstaat en het publiek medewerkt. Het medewerken der reizigers bestaat hierin, zooveel mogelijk afgepast geld in gereedheid te houden, zoodat men bij het instappen oogenblikkelijk zijn vracht in den betaalkas kan deponeeren of indien men een overstapje, 10-rittenkaart of abonnement heeft, deze bij het instappen gereed te houden. De directie stelt zich voor, dat bij een lijn als de hierj-

bedoelde met slap vervoer de stagnatie bij de haltes, na het verkrijgen van de noodige routine door den bestuurder-conducteur en door het publiek, van geenerlei bezwaar zal blijken te zijn en daardoor de gelegenheid te krijgen met hetzelfde personeel een drukkeren dienst te kunnen doen rijden. Blijkt dan ook de éénmanswagen te voldoen, dan zal spoedig inplaats van de thans, bestaande 20 minutendienst een 10 minutendienst worden ingevoerd. Daar op Zondagen en enkele andere tijden bij een drukker vervoer het gebruik van den éénmanswagen wellicht niet mogelijk zal blijken en dus op dezelfde lijn nu eens éénmans- en dan weer gewone wagens kunnen worden verwacht, zullen duidelijke teekens worden aangebracht, waaraan de reizigers een aankomandein tramwagen als een éénmanswagen zulleei kunnen onderkennen. Op de eindwanden zullen borden zijn aangebracht met het opschrift „i manswagen”, terwijl des avonds de koplichten een groengekleurden ring zullen vertoonen. (

Bij het instappen worden de reizigers door een bord er nogmaals aan herinnerd hun vracht gereed te houden. Om de gewone wagens voor éénmanswagens geschikt te maken, moesten zij eenige wijzigingen ondergaan. De deuren van de balcons naar binnen zijn weggenomen en de balcons zelve geheel door deuren afgesloten. De wagen is dus een onverdeelde ruimte geworden. Men kan slechts instappen en den wagen verlaten door de voorbalcondeur. Hinderlijk tochten zal hierdoor niet be-

hoeven te worden gevreesd. Daar de gordijnafsluiting tusschen voorbalcon en zitruimte niet kan worden gehandhaafd en dus het reflecteeren van de in de verlichte binnenruimte aanwezige reizigers in de ruit vóór den bestuurder voor hem hinderlijk zou kunnen worden, moest die voorruit met de beide zijruiten schuin worden geplaatst. Het hinderlijke spiegelbeeld komt nu boven