Uit gegevens, verstreki door het „American Bureau of Standards”, bleek, dat de geringe verandering van den hardheidsgraad der rails geen aanleiding geven kan tot het ontstaan van gebreken in den dienst

“”be invloed van”hêt lasschan stt*t nch niet verder uil ■dan tot een van

In de bijgaande figuren geven wij een illustratie van de nieuwe lasdh.

Fig. I stelt een lasch met dubbele koperstreng voor, ge-‘ lascht aan de zijkoppen der te verbinden rails, hangend overj de stalen laschplaat. In figuur 2 is het klemtoestel weer-; gegeven, waarmede de raillasch wordt vastgeklemd tot lasschen wordt overgegaan. Een doorsnede over de lasc® loodrecht op de rail geeft tig. 3 weer terwijl in de fig. J len 5 een paar voorbeelden electnscn lasschen van, de stalen zjn J

Wajineer de laschkamer ruimte genoeg biedt, kan ook een speciaal daarvoor geconstrueerde electrische lasch ónder de stalen lasch plaat worden aangebracht, geheel het onttrokken en beschermd tegen aanvallen van buiten, hetzij moedwillig of niet gedaan.

Electrisch lasschen van yzer en staal volgens het Qnasi-Lichtboog stelsel.

Inleiding.

De goede eigenschappen van een gelaschte verbinding hangen niet enkel af van haar weerstandsvermogen ten aanzien van daarop werkende mechanische krachten, maar ook moet daarbij gelet worden op mogelijke veranderingen in de structuur van het materiaal, die een gevolg van de bewerking kunnen zijn.

De hoofdkenmerken van een goed uitgevoerde smeltings lasch zijn ten eerste, dat het metaal in de gelaschte verbinding volkomen zuiver zij en vrij van eenig spoor van lijzeroxyd en ten tweede, dat de verandenng in structuur ■van het omliggende metaal, door de bij het procédé ontwikkelde hitte, zoo gering mogelijk _worde. |

De gepatenteerde „Quasi-Arc"’ voor electrischei lassching van ijzer en staal, hieronder vermeld, voldoet aan; deze hoofdvoorwaarden en wordt tegenwoordig in groo-; ten omvang in den machine- en scheepsbouw toegepast. Vpprdeejen van het electrisch_lasschern

De reden, dat electrisch lasschen zooveel beter is dan lasschen met gas of in het vuur is een gevolg daarvan, dat de door den electrischen hchtboog ontwikkelde hitte zoo uiterst plaatselijk is en dus ook de gevolgen van den invloed op de metaalstructuur tot een veel kleiner deel der doorsnede worden beperkt, verder, dat het volkomen onnoodig wordt, het te lasschen werkstuk vóór te warrnen.

De micro-photo’s (fig. i en 2\ toonen aan, hoe wemg ver de invloed van het „Quasi-Arc’ electrisch lasschen op de metaalstructuur, doordringt en daarentegen hoe ved sterker dit verschijnsel is bij gebruik van zuurstof-Acetvleen of ander gas voor het lasschen.

uit die moeilijkheid om bij lasschen met gas de hitte doelmatig te localiseeren ontstaat ook allicht onvoldoeiide hechting van de lasch op sommige plaatsen der verbinding, wanneer deze niet behoorlijk op laschtemperatuur kon- worden eebracht.

Gebreken der oudere electrische methodes.

De tot nog toe hierbij bij voorkeur gevolgde werkwijzen kunnen in 2 soorten worden verdeeld:

Ten eerste de methode, waarbij buitengewoon groote stroomsterkte onder lage spanning wordt aangewend en die als „weerstandsmethode” bekend staat,

Ten tweede: de „smeltingsmethod e”, waarbij dej hitte-ontwikkeling van den electrischen lichtboog benut ■om de verbinding tot stand te_ brengen.

Lasschen volgens de „weerstandsmethode” vereischt een zeer kostbare installatie en aanzienliike stroomsterkte.

Zij leent zich alleen voor het maken van stuiklasschen van eenvoudige en kleine, beknopte doorsneden en is ook

I) Zie „De Locomotief” No. 48 van 30 November 1921.

dan nog on-economisch, tenzij er een groot aantal detgelyke verbindingen moet worden gemaakt. •

’’ Het maken van smeltingslasschen door middel van electrische energie geschiedde tot dusver; hetzij met den koollichtboog hetzij met uit een ijzeren staaf bestaande electroden, zoowel zonder als met een omhulling van smeltbaar slal^enmateriaal.

Het lasschen met koolelectroden komt neer op het vormen van een krater met kokend gesmolten metaal, dat spoedig zuurstof uit de lucht opneemt, waardoor de aldus ontstane laschverbinding altijd onsterk zijn zal ten gevolge van de reactie der aan de lucht ontleende zuurstof op de kooldeelen in het staal, onder gas vorming en op de ijzerdeelen, onder oxydvorming. Een en ander loopt uit op poreuzen toestand en omvorming der structuur van het metaal.

Een ander bezwaar bij het gebruik van den koollichtboog voor hel lasschen komt voort uit het feit, dat een op deze wijze gemaakte lasch bijzonder onderhevig is aan wegtering door de aanwezigheid van magnetisch ijzeroxyd in het ineengevloeide metaal.

Dat dergelijke laschverbindingen, op een ijzeren bak of op een flenspijp toegepast, met goeden uitslag een persproef hebben uitgehouden kan er allicht aanleiding toe geven over ’t koofd te zien, dat het materiaal daarom toch ernstig aangetast kan worden, wanneer het een betrekkelijk korten tijd aan de oxydeerende inwerking van lucht of water zal zijn blootgesteld. |

'Stellig Ts er één geval bekend, waarin een pijpleiding geheel losraakte van de flenzen, enkel door den wegterenden invloed der lucht. |

Omhulde metalen electroden zijn reeds vroeger niet zonder goeden uitslag gebezigd; want het van kool werd, door aanwending der slakken-zelfstandigbeid, onnoodig. Evenwel, door de groote lengte van den zich daarbij vormenden lichtboog en de zeer kleine rest van niet weggevloeide slakken, ontstond een materiaal, slechts weinig beter dan bij gebruik van koolelectroden, terwijl het daarbij nog meer aankwam op groote handigheid en bekwaamiheid van den lasscher.

Beschrijving van de „Q u a s i-A rc” methode. Het is een smeltings-methode; evenals bij het zuurstofacetyleen „blaaspijp”-stelsel komt de laschverbinding tot stand door autogene ineenvloeiing van het metaal, maar de nieuwe methode wijkt van deze en de koolelectrodenmethode hierin af, dat, van welke uitgebreidheid het te verrichten werk ook zijn moge, voorwarming niet vereischt wordt.

Het procédé is gegrond op een geheel nieuw verschijnsel, dat zich bij onze onderzoekingen openbaarde en verschilt, wat de werkwijze en de verkregen uitkomsten betreft, zóó van de andere methoden, dat het een geheel bijzonder standpunt inneemt.

Niet alleen werkt onze methode vlugger dan een der bestaande andere, maar men verkrijgt er een volmaakte verbinding mede, doordat de op de laschplaats aangewende hitte zelfwerkend geregeld wordt in verband met de eigenschappen der hierbij gebruikte electroden. Werk van elke grootte kan hiermede worden gelascht; er is geen kostbare installatie of machinerie bij noodig, terwijl het stroomverbruik uiterst gering is.

Bij onze werkwijze ontstaat de autogene verbinding door een zeer plaatselijk gehouden hittewerking van den electrischen lichtboog terwijl het metaal begint te vloeien onmiddellijk na de vorming \an den boog, doch onder zulke omstandigheden dat, gedurende de geheele bewerking, het vloeibaar geworden èn het aangrenzende materiaal volkomen beschermd wordt tegen eiken oxydeerenden invloed. Dit wordt verkregen door gebruik van onze gepatenteerde electroden, in verbinding met onze eveneens gepatenteerde wijze van aanwending. Deze laatste hangt samen met den bijzonderen aard der gebruikte electroden-ornhulling en maakt, dat de lasscher geen in ’t bijzonder hiervoor bekwaam of geoefend persoon behoeft te zijn, wat bij anderß methodes luist een vereischte is. |

De uitkomsten zijn onfeilbaar goed en betrouwbaar; gjOCA . structuurverandering van eenig belang ontstaat in het mate-