DE LOCOmTIEP

WEEKBLAD GEWIJD AAN DE BELANGEN VAN SPOOR-EN TRAMWEGEN ORGAAN VAN

de NedeplandscheVfepeeniging voop Locaalepoopwegen en "Tpamwegen Administpateup;

de N.V! Cejntr>aal E>u.p>eau. ciei:® Ned. Vei=. voop Loc. en Tpamwegen. Dipectev-in :

AMSTERDAM TEL.C.6835

Ip. D. H.STIGTER.

WESTEINDE 9

No. 3.

Woensdag 17 Januari 1923.

Jaargang.

INHOUD

Nederlandsche Veré’enig’ing’ voor Locap.lspoorweg’en en Tramwegen. Verdeeling bestuursfuncties. De voorstellen tot reorganisatie der Tramwegen. Motorwagens en volgwagens te koop aangeboden. Jaarverslagen 1921. Stoomtramweg-Maatschappij ~OosteUjk-Groningen”. Gemeentelijk Trambedrijf Utrecht. Verschillende Mededeelingen. Advertentiën.

Zendt de nieuwsberichten Uwer onderneming allereerst aan ~De Locomotief” in.

Doet mededeeling Uwer bedrijfservaringen aan Uw vakgenooten door publiceering in ons blad.

Betaalt per Postgiro!

Nederlandsche Vereeniglng No. 13596

Centraal Bnrean No. 14233

Nederlamlsche Yereeniging voor Locaal spoorwegen en Tramwegen.

Verdeeling bestuursfuncties. In aansluiting aan het bericht, voorkomende in ons blad van 10 dezer, aangaande de samenstelling van het bestuur, zij thans nog vermeid, dat de heer F. M. Loep tot onder-voorzitter, de heeren G. van Asseit en A. J. Kuiper resp. tot pi.v. secretaris en pi.v. penningmeester benoemd zijn. DE ADMINISTRATEUR.

De voorstellen tot reorganisatie der Tramwegen.

Met een enkel woord werd hier ter plaatse reeds melding gemaakt van het besluit der laatste Alg. Vergadering, het reorganisatievoorstel ten spoedigste aan den Minister van Waterstaat te zenden.

Thans pubiiceeren wij hieronder den brief, waarmede het reorganisatieplan dezen bewindsman werd aangeboden. Nog zij hier vermeid dat het reorganisatievoorstel mede werd toegezonden aan den Minister van Einanciën alsmede aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaai.

Reorganisatie der Neder- 27 December 1921 landsche intercommunale tramwegen. I

Aan Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat, té ’s-Gravenhage.

De noodtoestand, waarin zich nagenoeg alle intercommunale tramwegen reeds sedert geruimen tijd bevinden, heeft de Nederlandsche Vereeniging voor Locaaispoorwegen en Tramwegen er toe geleid, een onderzoek in te stellen, naar de midde-

leü om het tramwezen in Nederland op afdoende wijze te reorganiseeren.

Zij heeft de eer Uwe Excellentie thans de resultaten van dit onderzoek, neergelegd in de hierbij gevoegde ~Nota omtrent reorganisatie der intercommunale tramwegen in Nederland”, aan te bieden.

De Nederlandsche Vereeniging heeft met groote waardeering kennis genomen van de Waterstaatsbegrooting 1923, welke in den post No. 191 den noodlijdenden tramwegen staatsteun voor het eerstkomende jaar toezegt. Zij acht daarin een bevestiging van hare meening te mogen zien, dat Uwe Excellentie ter zake van de noodzakelijkheid tot directe steunverieening aan de tramwegen dezelfde opvattingen huldigt ais liare ambtsvoorganger, zooais deze zich heeft uitgesproken in de Memorie van Toelichting tot het wetsvoorstel No. 455 van I April 1921. Evenzeer houdt zij zich overtuigd, dat Uwe Excellentie ook een definitieve regeling van ’s Rijks bijstand voor de tramwegen onmisbaar acht.

De Vereeniging heeft de overtuiging dat haar U hierbij aangeboden plan tot reorganisatie der tramwegen, door richting eener Nederlandsche Verkeersmaatschappij geheel Voldoet aan alle eischen, die ten aanzien eener zoodanige definitieve regeling in redelijkheid gesteld kunnen worden. Tot nadere uitwerking van de bedrijfshuishoudkundige zijde van het plan mocht zij den bijstand van prof. Th. Limperg Jr, verwerven, wiens rapport als bijlage I aan deze Nota is toe-; gevoegd. In de bijlage II zijn ontwerp-Statuten voor eene Nederlandsche Verkeersmaatschappij, zooals zij die voorstaat, gegeven, terwijl in bijlage 111 een accountantsrapport is opge-Qomen, waarmede een beeld gevormd kan worden van de financieele gevolgen voor den Staat.

Aldus méént de Vereeniging Uwe Excellentie een volledig reorganisatieplan ter beschikking te stellen, dat ook Uwer Excellentie’s ambtgenoot, den Minister van Financiën zal kunnen bevredigen.

Het in de Nota met bijlagen ontwikkelde reorganisatieplan geeft eene regeling van den overgang van de tramwegaandeeien uit de hand der huidige bezitters in die van eene op te richten Nederlandsche Verkeers-Maatschappij. De berekening van de waarde dier aandeeien heeft tot grondslag den bedrijtstoestand op het oogenbiik van overneming. Zij houdt dus geen rekening met een eventueeie vergoeding van de schade, door de ondernemingen geleden ingevolge dwingende regeeringsinmenging.

Voor vergoeding van die geleden schade richtte onze Vereeniging zich bij schrijven van 23 Mei 1921 tot Uwen ambtsvoorganger, van wien een helaas teleurstellend antwoord, gedagteekend 28 September 1921, werd ontvangen. Met de indiening van het onderhavige reorganisatieplan wil de Vereeniging zeker niet te kennen geven, dat zij de aanspraken