DB LOCDÜiPTIEF

WEEKBLAD GEWIJD AAN DE BELANGEN VAN SPOOR-EN TRAMWEGEN ORGAAN VAN

d.e voop Locaalspoopwegen enTpamwegen Administpateup:

de N.V: Cer~itr=aal cieps Ned. Ver=. VDOP Loc. en Tpamwegen Dipectecirs :

AMSTERDAM TED.C.6835

Ip. D. H.aTIGTER.

WESTEINDE 9

No. 13

Woensdag 28 Maart 1923.

41” Jaargang.

INHOUD:

De kwikdamp-gelijkrichters ten dienste der tramwegen. Jaarverslagen 1921. Geldersche Stoomtramweg-Mij. Dell Spoorweg-Mij. Verschillende Mededeelingen. Advertentiën.

Betaalt per Postgiro!

Nederlandsehe Tereeniging No. 13596

Centraal Bnrean No. 14238

Zendt de nieuwsberichten Uwer onderneming alleréérst aan „De Locomotief” in.

Doet mededeeling Uwer bedrijfservaringen aan Uw vakgenooten door publiceering in ons blad.

De kwikdamp-gelijkrichters ten dienste der tramwegen.

Vervolg.

Thans zullen wij even behandelen de betrekking, die tusschen den stroom en de spanning van den wissel- en gelijkstroomloop van den gelijkrichter bestaat, om vervolgens aan te toonen, dat, door tusschenvoeging van een smoorspoel in den gelijkstroomloop, het gelukken zal, den golvings-coëtticiënt van den gelijkgerichten stroom aanmerkelijk te verkleinen.

Ten einde de hieronder volgende uiteenzetting te vereenvoudigen zullen wij aannemen, dat de primaire stroomkromme een harmonische functie vormt van den tijd, dat is dus een volkomen sinusoïde.

Tevens nemen wij aan, dat de gehjkstroomloop een enkel in Ohm’s uit te drukken weerstand bezit, dat de transtormatieverhouding van den transformator gelijk i : i en het spanningsverval in den lichtboog = o is. Uitgaande van deze hypothesen komt men tot de figuren 5, 6 en 7, die nauwkeurig de omstandigheden bij de werking weergeven.

Fig- 5

Men ziet hieruit, hoe de positieve halve golven van den pri-

mairen stroom en de primaire spaiiningskromme zich hooger uitstrekken dan de aan dezelfde zijde der neutrale as gelegen krommen der secundaire wikkeling en van den gelijkstroomloop. De negatieve golven daarentegen, die met tusschenpoozen optreden, loopen juist tegenovergesteld aan die van den secundairen stroom en van den gelijkstroom, aan de andere zijde der neutrale as.

Fig. 6.

Noemen wij in de figuren 5, 6 en 7

laj en de beide werkende anode-stroomen (in elke phase der secundaire wikkeling van den transformator optredende). Eaj en Eaj: de twee werkende spanningen in de secundaire phasen. Ij; de werkelijke ot werkende sterkte van den primairen stroom.

de werkelijke primaire spanning. Ig: de werkelijke sterkte van den gelijkstroom. Eg: de werkelijke galijkstroomspanning. Laten wij ons het eerst met de stroomen bezighouden. A zij