Verschillende Mededeelingen.

Debet WINST- EN VERLIESREKENING PER 31 DECEMBER 1922 Credit Aan Administratiekosten en diversen betaalde rente / 481,568 2.761,80 Per onverdeelde overwinst 1921 gekweekte rente / 907,598 3.778,— Balans: 8 % dividend over / 480.000,—■ / 38.400,— „ van de H.IJ.S.M. ontvangen aandeel in de opbrengst der exploitatie van 1922... 57.953,68 Uitkeeringen volgens Art. 19 der Statuten „ 6.200,82 Oprichtersbewijzen / 152,45 per bewijs „ 9.147,— Dividend-en Tantièraebelasting „ 4.561,20 Aandeelhouders voor onverdeelde overwinst 1922 „ 1.086,89 „ 59.395,91 / 62.639,278 / 62.639,278

De autobus. Steeds van meer zijden gaan stemmen op, die aandringen op een regeUng van het autoverkeervraagstuk. Nu weer is het „De Nederlander”, die aan haar ongerustheid ten dezen als volgt uiting geeft:

„Daar heeft zich in denlaatsten tijd in het verkeerswezen met groote snelheid een middel van vervoer ontwikkeld, dat naast spoor en tram een geheel eigen plaats opeischt en in het publieke leven bij een verstandige uitbreiding en meer nog bij een verstandige regeling, die allereerst rekening houdt met het publiek tot groote beteekenis kan_komen. _

Wij hebben hier het oog op het steeds toenemende gebruik van de automobiel in het moderne verkeer, een gebruik, dat inzonderheid de laatste maanden ten plattelande menige plaats uit een al te langdurig isolement komt verlossen en mitsdien toe te juichen valt, te meer waar er voor vele van die plaatsen in de eerste jaren toch wel niet aan het tot stand komen van een spoor- en of tram verbinding kan worden gedacht. Maar dan zal het ook gewenscht zijn dat deze wijze van vervoer aan het publiek een zoo groot mogelijke zekerheid ten aanzien van zijn veiligheid verschaft en dat het niet tot de levensgevaarlijke waagstukken behoort in zulk een vervoermiddel plaats te nemen. Kan het oubliek i

i dit opzicht gerust zijn? Het is moeilijk een algemeen oordeel uit te spreken, vooral wanneer men zelf nog maar weinig van de autobussen gebruik heeft gemaakt. Maar wanneer men juist bij die enkele malen, dat men zich in zulk een verkeersmiddel begaf, heeft kunnen constateeren, dat die veiligheid niet zoo heel groot is, dan krijgt men toch wel sterk het besef, dat er te dien aanzien nog zeer veel zal moeten worden verbeterd.

In vele gevallen worden deze autobussen, vaak door een stalhouder ten plattelande of een autoverhuurder in exploitatie genomen, door jongelieden bestuurd, die er ’n sportief genoegen in vinden, gevaarlijke bochten zoo kort mogelijk te nemen, dikwijls ook de snelheid maar nauwelijks verminderen op punten van den weg, waar dit toch wel mogelijk zou zijn, kortom, door chauffeurs, die er absoluut niet aan schijnen te denken, dat zij de verantwoordlijkheid dragen voor de levens van een aantal medemenschen. En wanneer er dan nog concurrentie in het spel is, zal het wellicht daarmede nog iets erger zijn, vanwege de zucht elkander vliegen af te vangen.

andere zaéLK, waar het publiek geen zekerheid van heeft, doch waarop de veiligheid gebaseerd is, althans ten deele, is de deugdelijkheid van het materiaal. Wordt dit voldoende nagezien en dat op vaste tijden?

Is men er zeker van, dat deze autobussen, die den ganschen dag worden gebruikt, dag in, dag uit, aan de geweldige eischen, die eraan gesteld worden, kunnen voldoen? Wij betwijfelen het, als we letten op de wijze, waarop ze veelal in exploitatie zijn gekomen. Bovendien, deze ondernemers zijn hun eigen baas en zijn vrij, een of meer wagens uit de dienstregeling te nemen, wanneer zij er voordeel in zien deze op voordeeliger condities aan een of ander gezelschap te verhuren. De reiziger, die dan op het passeeren der ~bus” staat te wachten om in een naburige plaats aan den spoorweg den trein nog te halen, moet dan maar zien hoe hij er komt. Zulke gevallen doen zich voor, en naar we vernemen, niet zelden al zijn er ook lieden onder deze ondernemers met grooter verantwoordelijkheidsbesef. Die dan, bij het vervallen van de verbinding, zelfs als

dit geschiedt buiten hun schuld, rijtuigen zenden om de passagiers niet al te zeer te dupeeren. Ook zulke gevallen zijn ons bekend, maar het feit, dat niets den ondernemer kan noodzaken in de eerste plaats om ’t belang der reizigers te denken, is toch oorzaak, dat het reizen met een autobus iets onzekers is.

Nu het autobus-verkeer zich zoo snel aan het ontwikkelen is, meenden we op dit alles even te moeten wijzen. Op het oogenblik is de toestand zoo, dat men feitehjk van een chaotische verwarring kan spreken. Wie maar een rijbewijs heeft en daarbij beschikt over eenig kapitaal, kan plotseling zich opwerpen als een der regelaars van het gemeentehjke en intercommunale verkeer, door daaraan mede te doen. Zijn zijn ~bussen” sterk genoeg daarvoor, zijn de chauffeurs betrouwbare mannen, kan men op zijn dikwijls per advertentie geannonceerde dienstregeling aan? Wat wij ervan bemerken, is niet bemoedigend geweest en deed bij ons de vraag opkomen, of hier niet gewaakt behoort te worden door de gemeen tehjke overheid, die, naar het ons voorkomt, in dit opzicht wel iets kan doen en wanneer het intercommunale verbindingen betreft, dit kan doen in samenwerking met andere gemeenten. Het moet haar toch mogehjk zijn, de verkeerde elementen er uit t e houden; door verstandig toezicht kan dan verder voor de veiligheid van het publiek veel worden gedaan. Dit is iets dat heel spoedig noodig zal worden, want we zullen in de eerste jaren nog wel een groote toeneming zien in deze wijze van verkeer. Reeds nu wordt het tempo, waarmede de autobusdiensten worden ingesteld, al sneUer en sneller en de concurrentie zal tot gevolg hebben, dat men uit de wagens haalt, wat er uit te halen is. Het kan dus wel niet anders, of van overheidswege zal men ter beveihging van het publiek zich met het vraagstuk moeten gaan bezig houden. We willen hopen, dat dit tijdig geschiedt.

Autobusdienst Venlo—Tegelen—Steyl. De N.V. Maas-Buurtspoorweg, die reeds geruimen tijd met de betrokken autoriteiten in onderhandeling is omtrent de verlenging van haar lijn van Venlo via Tegelen tot Steyl, opende op 3 September 1.1. tusschen genoemde plaatsen tijdelijk een autobusdienst voor het personenvervoer. Tusschen Venlo, Tegelen en Steyl wordt tienmaal dagehjks in beide richtingen gereden. De gemeenteraden van Venlo en Tegelen hebben de onderneming een jaarlijksche subsidie toegekend. („N. R. Ct.”)

Conflict tusschen H.T.M. en N.Z.H.T.M. Naar wij vernemen, zal de aanleg door de H.T.M. van de tramweg Den Haag—Leiden voor wat het gedeelte Haagsche Schouw—Leiden betreft vertraging ondervinden. De oorzaak zit in een conflict tusschen de H.T.M. en de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg-Mij., welke laatste niet wil gedoogen, dat op den Rijnsburgerweg, zooals aanvankelijk het plan was, de H.T.M, tot de Haarlemmerstraat te Leiden, den weg der N.Z.H.T.M. zai gebruiken.

Het staat echter zoo goed als vast, dat de Minister van Waterstaat aan de H.T.M. een running power (rijbevoegdheid) zal verleenen om van dezen weg toch gebruik te maken. Deze running power zal echter een voorloopig karakter dragen. De N.Z.H.T.M. is thans doende een nieuwe lijn te projecteeren van den Rijnsburgerweg naar de binnenstad te Leiden. (Het Vad.)