terugontvangen, omdat de gemeenteraad onze daartoe strekkende vordering heeft afgewezen.

Aangezien het hier geldt een geschil over de uitlegging van een der artikelen van de Vergunning, hebben wij ons tot den rechter gewend. Vervoer. Het aantal afgelegde wagenkilometers blijkt uit onderstaand staatje :

1921 1922 1923

Stadslijnen 12.666.067* 12.896.024® Den Haag-Delft 917.924* 918.903® Den Haag-Wassenaar 383.339

De vermeerdering van het aantal wagenkilometers op de stadslijnen geschiedde om tegemoet te komen aan den wensch van het gemeentebestuur om meer plaatsruimte beschikbaar te stellen. Daardoor daalde het aantal reizigers per 100 wagenkilometers van 490 in 1920 tot 408 in 1923.

In het boekjaar 1923 kwamen zeer vele en zeer langdurige bedrijfsstoringen voor ten gevolge van werkzaamheden door den dienst der gemeentewerken aan de wegen.

Bovendien was het geheele net op 18 Februari 1923 gedurende 58 minuten geheel stroomloos tengevolge van overbelasting door den hevigen sneeuwval.

Het meeste nadeel w'erd intusschen aan onze exploitatie toegebracht door den bouw van een nieuwe brug bij de Daakhaven. Dientengevolge ondervindt de dienst naar Delft zij het ook tijdelijk groot nadeel.

De Wethouder van Openbare Werken van ’s-Gravenhage heeft zich ernstig met deze groote verkeersstremming bezig gehouden en ons toegezegd, dat alles zal worden gedaan om de spoedige totstandkoming van de nieuwe brug te bevorderen.

Tarieven. De tarieven op het stadsnet en op Den Haag-Delft bleven in het boekjaar 1923 ongewijzigd. Bij het in exploitatie nemen met electrische tractie van het baanvak Den Haag-Rijswijk, werd op dit baanvak het stads-eenheidstarief (10 cent per rit) ingevoerd.

Op de in exploitatie genomen lijn Den Haag-Wassenaar werd een tarief ingevoerd, gebaseerd op een prijs van cent per K.M.

Wagenpark. Er zijn in bestelling 20 motorwagens en 10 aanhangwagens, zoomede 10 autobussen.

Deze laatste voertuigen zullen worden gebruikt voor het vervoer tusschen Delft en Den Haag en zullen dienen als aanvulling van onzen tramdienst, zoolang de dubbelsporige baan, die beide plaatsen in de toekomst zal moeten verbinden, niet tot stand zal zijn gekomen.

A. Stadslijnen. Ontvangsten Personenvervoer Diversen . . . . Totaal ontv. f 5.377.681.32^ 36-923.48® f 5.414.604,81 Uitgaven. Algem. Adm. kosten . . . . Exploitatie . . . Vaste lasten . . . Totaal uitgaven Winst f 31.979,90® – 3-440-309.97® 144.998,46 – 3.617.288,34 f 1-797-316,47 B. Lijn Den Haag —Delft. Ontvangsten Personenvervoer Diversen . . . . Totaal Ontv. f 420.440,56 5-605,05 f 426.045,61 Uitgaven. Algem. Adm. kosten . . . . Exploitatie. A. Actieve Dienst B. Vaste lasten Totaal Uitgaven Winst f 3-797,60 – 336-983,79 15.849,64® – 356-631,03® f 69-414,57® C. Lijn Den Haag —-Wassenaar—Leiden. Ontvangsten Personenvervoer Diversen .... Totaal Ontv. . . f 153-453,50 1.316, f 154-769,50 Uitgaven. Algem. Adm. kosten .... Exploitatie. A. Actieve Dienst B. Vaste lasten Totaal uitgaven Winst Winst der Exploitj f 2.198,60 92.729,43 9.245,62 f 104.173,65 50-595,85 -1-797-316,47 itie op Stadslij: len . . . Totale winst der Exploitatie . . f 1.917.326,89®

Rijksconcessie Electrische Spoorwegen Den Haag—Delft en Den Haag—Wassenaar—Leiden. —Het baanvak Den Haag—’s-Gravenmade van den spoorweg Den Haag—Rijswijk werd vanaf 7 Februari 1923 met electrische tractie bereden.

Eené beslissing over tracé van het baanvak ’s-Gravenmade—Rotterdamsche poort is tot dusverre nog niet verkregen. Waar echter de drang om te geraken tot betere verkeerstoestanden tusschen de Hoornbrug en Delft steeds grooter A'ordt, vertrouwen wij, dat binnen niet langen *ijd ook over ons tracé eene zoodanige beslissing zal worden genomen, dat met den afbouw van het genoemde baanvak kan worden begonnen.

Intusschen hebben wij ons tot Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gewend met het verzoek den bestaanden Spoorweg tusschen ’s-Gravenmade en Delft provisorisch te mogen inrichten voor electrische tractie.

Dit verzoek is ons toegestaan, zoodat wij binnen enkele maanden met electrische tractie, doch met enkel spoor, tot Delft zullen kunnen rijden. Daardoor kan dan de dure stoomtractie vervallen.

Het baanvak Den Haag—^Wassenaar—Haagsche Schouw van den spoorweg Den Haag—Wassenaarheiden werd op 2 Juni 1923 in exploitatie genomen. Het beroep van de gemeente ’s-Gravenhage, om het rijden over den Benoordenhoutschen weg te beletten, werd door de Kroon afgewezen.

Aangezien met den afbouw van het laatste kleine baanvak tot loeiden gewacht zou moeten worden tot de brug over den Rijn bij de Haagsche Schouw' door den Staat zou zijn gebouwd, hebben wij ons tot de Regeering gewend met het verzoek die brug voorloopig op onze kosten te mogen bouwen, terwijl later door den Staat der Nederlanden terugbetaling zal plaats vinden. Dit verzoek is onlangs toegestaan en hebben wij het bestek met teekeningen aan de Regeering ter goedkeuring ingediend. Zoodra die goedkeuring zal zijn ontvangen, zal met den bouw worden begonnen en hopen wij nog vóór het einde van 1924 den geheelen spoorweg in exploitatie te kunnen nemen.

EXPLOITATIEREKENING