afzonderlijk stangenstelsel bestuurd. De lastverdeeling is als volgt :

\’ooras drijfas achteras

Gewicht ledig, in kg 2200 3400 1000

Gewicht beladen, in kg 2ö:10 öüOO 2r)30

Opvallend wordt het genoemd, dat de autobussen den ingang aan de achterzijde hebben ; de passagiers worden dan bij in- en uitstappen door den wagen beschermd, tegen het voorbij-stroomend verkeer ; zij stappen echter met het gezicht naar achteren gekeerd uit, wat weder niet raadzaam is.

Ook de autobussen hebben Ie en 2e klas.se ; de Ie is vooraan

Te Parijs tracht men de voetgangers voor het bes])atten met slijk van de wielen te vrijwaren door een smallen giunmi-ring, iets kleiner van middellijn dan de gummi-wielbanden, aan te brengen op een verbreeding van den buitenkant der wielvelgen ; deze ring moet dan juist even op de bestrating aanloopen en zoo het van de wielbanden komende water en slijk tegenhouden. Men verzekerde, dat dit aan het doel beantwoordde.

Te Parijs gebruikt men bijna uitsluitend volle banden ; luchtbanden komen alleen in het buurtverkeer voor.

In Amerika maakte men zich blijkbaar een verkeerde voorstelling van de stoomomnibussen in lingeland, want alle proeven in deze richting zijn mislukt en weder opgegeven.

Alleen voor goederenvervoer werden stoomtractors, met cokes gestookt, gebezigd. De as wordt gedreven door middel van een wormwiel en zware ketting ; men acht daar deze machines zeer voor het zware werk geschikt en voordeelig in ’t gebruik.

Te Donden heeft de ~General” Maatschappij 166 benzine-electrische autobussen in dienst gesteld, waarbij de benzine motorkracht door dynamo en electromotor op de wagens wordt overgebracht; zij onderscheiden zich door het rustige, zachte en snelle aanloopen.

Het grootere wagengewicht maakte het noodig, de wagens iets kleiner van inhoud te bouwen, zoodat er plaatsen verloren gingen en het twijfelachtig werd, of deze constructie besparing opleveren zal.

Te Birmingham deed men dergelijke ervaringen op.

Met raillooze electrische wagens worden in lingeland op vele plaatsen proeven genomen. Het laagliggende zwaartepunt bij wagens met dakzitplaatsen wordt beschonwd als een voordeel tegenover autobussen. De dakzitplaatsen zijn gewoonlijk rondom afgesloten.

Te Deeds werkt op elk der voorwielen een electromotor ; dit samenstel wordt door den bestuurder door een tandrad met groote overbrenging wat omslachtig, op eenigszins logge wijze, bestuurd. Men beweert dat het voordeel (? schrijver dezes), bestaat in ontlasting der achteras.

Een raillooze electrobus met 6 wielen en 59 zitplaatsen loopt sedert korten tijd te Bradford; hij heeft vóóraan een twee-assig draaistel en wordt voortbewogen door een 70 pk motor met ketting-overbrenging-

De voorwielen worden op soortgelijke wijze als bij automobielen gestuurd. De wagen weegt 1 ton ; ae hoofdrem werkt op trommels aan de achterwielen, terwijl de voetrem op de motoras werkt.

Demping der geluiden.

Over ’t algemeen rijden de tramwagens in Engeland met minder gedruisch dan in Amerika. |

De Amerikaansche bezoekers schrijven dit toe aan de houtconstructie der wagens en het betere onderhoud van rollend materieel en spoor. Er worden geen losse deelen in de drijfinrichting geduld ; ook vermijdt men licht geconstrueerde en beweegbare ramen.

Hoofdzaak is de betere toestand van het spoor, vooral ook van de wissels en kruisingen en het tegengaan der golfslijtage waar deze voorkomt. Daarbij komt nog in gunstigen zin het geringere wagengewicht en de geringere rijd-snelheid.

Bij de ondergrondbanen heeft men met groote kosten omvangrijke proeven genomen om het geraas te dempen.

Men heeft de ijzeren wagens met hout beschoten en geraasdempende tusscheirlagen in het dak en de zijwanden aangebracht, de vensters van spiegelglasruiten gemaakt en ventilatoren met labyrinthvormige luchtkanalen geplaatst.

Andere middelen, b.v. lederen hoezen om de draaistellen, bleken te hinderlijk en te duur ; dat niettemin zekere verbetering bij het dempen van het gedruisch verkregen werd, is volgens het oordeel der Amerikanen, toe te schrijven aan de vaste ramen, de vaste zitplaatsen, het ontbreken van rolgordijnen en van andere beweegbare deelen in den wagen, zooals die in Amerika gebruikelijk zijn. 1)

Al verwacht het Anierikaansche publiek van de vervanging der tram door autobussen met gummibanden belangrijke vermindering van het gedruisch, de bezoekers hebben bevonden, dat te loonden in het ~tranilooze” gebied het geraas der autobussen, als gevolg van het inkoppelen, den gasuitlaat, het niotorgerommel en het stooten der wielen op oneffen plaveisel, al heel erg is. |

Waar trams en autobussen naast elkaar rijden, maakten de laatste stellig het meeste leven.

Wel is waar maken de autobussen meer en de trams aldaar minder geraas dan de overeenkomstige vervoermiddelen in Amerika, maar toch geven de Amerikanen de hoop op, dat men door autobussen het geraas zou kunnen tegengaan.

Wel echter kan het leven, dat de trams in Amerika maken, door beter onderhoud worden verminderd.

1) Het sterke geraas bij de Engelsche kokerbanen en de Amerikaansche ondergrondbanen mag in Plngeland, zoowel als in Amerika in de eerste plaats stellig wel een gevolg genoemd worden van de bijna niet medegevende spoorstaafbevestiging. Te Boston heeft men dit ingezien en is daar, ten minste op de vrije baan, tot den welbeproefden steenslag-ballast teruggekeerd. [Schrijver dezes).

[Wordt vervolgd).