Verwarming

Als verwarming is gekozen lage-druk-stoomverwarming ; de kleinere ruimten worden door middel van radiotoren verwarmd, terwijl de groote werkruimten worden verwarmd door z.g. Junker-calorifères, welke op de afbeelding zijn te zien. Deze apparaten zijn voorzien van z.g. lamellen, die, door stoom verhit, de daartusschen doorstroomende lucht verwarmen, welke daarna door ventilatoren in de ruimte wordt geblazen. Voor zoover deze apparaten tegen de buitenmuren zijn geplaatst, kan door het omstellen van een klep naar believen buitenlucht worden ingevoerd en verwarmd, of de lucht uit de lokalen opnieuw worden verwarmd. Het zal begrijpelijk zijn, dat de temperatuur in de diverse lokalen verschillend is naar gelang van haar bestemming en van de werkzaamheden, die er worden verricht ; zoo worden b.v. de groote werkruimten tot ongeveer 15 graden, het magazijn tot 12 graden, het wasch- en badlokaal tot 20 graden, de schilderswerkplaats tot 22 graden verwarmd.

De hierboven genoemde calorifères kunnen in den zomer voor ventilatie worden gebruikt door het in werking stellen van de ventilatoren.

II 'atervoorziening.

Het water wordt betrokken van de Industrieele Waterleiding Iklij. te Roermond. Behalve de gelegenheid tot het aankoppelen van slangen binnen het gebouw, zijn buiten op verschillende ])laatsen brandkranen aangebracht, waarop eveneens de koppelingen van de slangen der gemeentelijke brandweer passen, zoodat deze in geval van nood hulp zal kunnen verleenen.

Electrische licht- en krachtinstallatie.

De electrische stroom wordt rechtstreeks betrokken van den hoogspanningskabel der Prov. Stroomverkoo]>Maatschappij en in een in het gebouw ondergebrachte transformatorruimte in laagspanning omgezet.

De olieschakelaar in de hoogspanningsruimte is maximaal beveiligd.

De hoofdschakelaar der krachtinstallatie, welke zich bevindt in de electricienswerkplaats, is voorzien van nulspanning, ter beveiliging van de motoren, wanneer deze in bedrijf zijn en de hoogspanningsstroom plotseling zoir uitblijven en direct daarna weder zou worden ingeschakeld.

Van hieruit de verschillende leidingen naar de verdeelpunten. Zooals reeds vroeger medegedeeld, zijn de meeste werktuigmachines, alsook de kranen en de traverse voorzien van hun eigen motor ; daarvoor zijn afzonderlijke aanzetschakelaars aangebracht.

Behalve de verlichting in de kap, zijn wandarmen aangebracht boven de werkbanken, terwijl in ruime mate is voorzien in de behoefte aan stopcontacten tegen de muren, alsook in de werkkuilen ; deze laatste hebben eene spanning van niet hooger dan 20 volt, waardoor levensgevaar voor de werklieden is uitgesloten.

Het schakelbord voor de lichtinstallatie is geplaatst in den doorgang naar den ingang voor de werklieden. Hiermede zijn de voornaamste bijzonderheden van

dit werk vermeld en stel ik er prijs op te verklaren, dat bij de voorbereiding van dit plan de deskundige leiding van den Heer Ir. H. Ruyten, Directeur der D.T.M. en de zeer gewaardeerde voorlichting van

den Heer Ir. H. Verhoop, Hoofdingenieur bij het Rijkstoezicht, zeer veel hebben bijgedragen tot het welslagen ervan.

J. TURHINGS,

Architect.

Een benzine-motorwagen van Nederlandsch fabrikaat.

In de lyocomotief No. 11 van dit jaar gaven wij een beschrijving van den motorwagen van Werkspoor, die in proefgebruik zou worden genomen, door de Nederlandsche Tramweg Maatschappij. Aan het einde van die beschrijving spraken wij de verwachting uit, dat wij over eenige maanden zouden kunnen publiceeren, hoe de wagen in de practijk heeft voldaan. Wij zijn thans in de gelegenheid daaromtrent een en ander mede te deelen.

Daten wij beginnen te zeggen, dat de wagen tot dusverre in alle opzichten uitstekend voldeed, en dat geen gebreken aan het licht kwamen, die afbreuk deden aan de bedrijfszekerheid van den wagen, een resultaat waarmede wij Werkspoor van harte gelukwenschen.

De wagen werd op 14 April 1925 in dienst gesteld en heeft sedert dien dag onafgebroken gereden, behoudens twee korte onderbrekeningen tengevolge van kleine storingen, waarvan de eerste veroorzaakt werd door een verstopping van de benzine-toevoerleiding van reservoir naar motor door vuil, en de tweede door het breken van de cardankoppeling aan den versnellingsbak, welke koppeling van gegoten ijzer was gemaakt. Nadat de koppeling vervangen was door een nieuwe van S. M. staal, heeft de wagen vier maanden van 19 Mei tot heden dag in dag uit dienst gedaan zonder eenige bedrijfsstoring.

Bij het i)ubliek bleek de wagen ook zeer in den smaak te vallen.

Tusschen 1 Mei en 31 Augustus legde de wagen 4927 km af, waarvoor verbruikt werden 1423 1 benzine en 66 1 olie, dus per km 0.289 1 benzine en per 100 km 1.35 1 olie.

Bij de beoordeeling van het benzineverbruik is in aanmerking te nemen, dat de wagen dienst doet op een traject van slechts 1800 m, en dat op dien afstand nog 2 a 4 maal gestopt moet worden, dus onder zeer ongunstige omstandigheden.

De bediening van den wagen gaf tot geen moeilijkheden aanleiding en is zóó eenvoudig, dat iedereen haar in een half uur kan leeren.

De proef heeft aan de Nederlandsche Tramweg Maatschappij aanleiding gegeven om aan Werksjroor de levering op te dragen van een drietal soortgelijke wagens, die dienst zullen moeten doen op de lijn Dokkuni—Veenwouden, ter vervanging van de paardentram.

Binnenkort zullen wij een teekening van de wagens met beschrijving geven.

Verschillende Mededeelingen.

]'an autobussen en trams. Men schrijft uit Zeeland aan de Nieuw'e Rott. Crt. :

Het kan zijn, dat in sommige streken de strijcl tusschen deze twee verkeersconcurrenten een definitieve nederlaag heeft bezorgd aan de oudste van beide.