Balans. Credit.

Kapitaal : 3 % leening 1898 f 18.080,43 4 % leening 1900 – 3.480.154,41 leening 1899 (uitgegeven 1902) – 1.433.838,61 4 % leening 1904 – 1.575.796,79 41/^% leening 1913 – 1.170.000, 4%% leening 1914 – 1.200.000,—

4 % leening 1916 – 840.000,— 5 % leening 1918 – 850.000,— 6 % leening 1922, 2de – 1.187.500,— 5 % leening 1923 – 1.572.500,—

4®/g% leening 1917 1 – 11.700,— 4®/4% leening 1918 voorm. Sloten . – 54.000,— leening 1919 J – 14.625,— Voorschot gemeente – 2.735.276,61 Agio op leeningen – 11.140,92 Reserve voor electr. stroomlevering ten behoeve van de wiegbrug Kostverlorenvaart – 4.050,— Afschrijving – 14.426.032,60

f 30.584.695,37 Girokantoor – 1.142.798,23 Schuldig aan andere takken v. dienst – 602.086,02 Pensioenfonds – 170.868,50 Extra-aflossing – 806.850,03

Uitkeering aan de gemeenten .... – 305.527,09 Crediteuren – 114.641,60 Kleedingrekening personeel .... – 33.778,80 Nog te betalen rente – 110.649,56 Idem loonen en salarissen – 154.813,84

Vervoer 1925 (vooruit ontvangen) . . – 32.045,65 Reserve voor waardevermindering v. magazijngoederen – 41.675.16 Reserve – 27.074,90

f 34.127.504,75

Verschillende Mededeelingen.

Electrische Tram. Autobus Trolleybus. Aan den vooravond van de behandeling in den gemeenteraad van het plan, om lijn I, Groote Markt—Helpman, opnieuw aan te leggen, moge hier nog eene beschouwing volgen van de verschillende kanten, welke deze materie aan den belangloozen, onpartijdigen buitenstaander biedt. Daartoe is het nuttig de geschiedenis van de tram in het algemeen na te gaan. De oervorm, de paardetram in het stadsverkeer, werd uitgevonden in het tijd])erk, dat het plaveisel in de steden hobbelig en slecht onderhouden was, terwijl men slechts ijzeren whlbanden kende. De rails, die een effen loopvlak boden aan de metalen wielen, en daardoor een geringen wegweerstand aan het tramvoertuig verzekerden, brachten een belangrijke verbetering in het overigens nog onbeteekenende stadsverkeer.

De invoering van den electromotor, zoo bij uitstek geschikt voor tractie-doeleinden, wegens het ontbreken van heen-en-weergaande deden en de groote en soepele aanzetkracht, maakte, dat de vervanging van het paard door den electromotor wederom een groote verbetering bracht, temeer toen de benoodigde electrische energie niet meer in het voertuig zelf behoefde te worden opgewekt (accumulatoren-trams), maar langs

een draadgeleiding door bengel of trolley aan den electroniotor in het train-rijtuig werd medegedeeld vanuit een electrische centrale, die natuurlijk veel goedkooper stroom kon leveren, dan de rondrijdende electriciteitsmagazijntjes, die de accumulatoren-trams waren.

Van dat tijdstip dateert de triomftocht, welken de electrische tram, zooals wij dien kennen, maakte door schier alle steden van eenige beteekenis over de geheele wereld. Overal bleek het een goed, populair, veilig, bedrijfszeker en meestal rendabel voertuig in het stadsverkeer.

Intnsschen ontwikkelden zich een drietal gewiclitige factoren in het stadsverkeerswezen, die een einde zouden maken aan dezen triomftocht.

le. IDe ontzaggelijke toeneming van het straatverkeer in de groote steden, gevolg van de snelle uitbreiding dier steden in horizontalen en verticalen zin, waardoor de oude stadskernen met hun veelal smalle en bochtige straten steeds minder berekend bleken om hun taak, n.l. die van het bloedvaatstelsel in het stadsorganisme, te vervullen.

IJe verhoogde bloeddruk gaf aanleiding tot ernstige stagnaties in het verkeer, en in dit licht vertoonden zich de eerste gebreken van de electrische tram, die men zou kunnen samenvatten in het begrip : starheid, aderverkalking. Het tramvoertuig is gebonden aan de rails, kan dientengevolge de regels van den w'eg niet volgen, ziedaar belemmering van het verkeer in de kiem. De veiligheid der passagiers werd bedreigd doordien zij niet langs de trottoirs kunnen worden opgenomen en afgezet.

Vluchtheuvels moesten dit euvel gedeeltelijk verhelpen, maar deze belemmerden weer het overige straatverkeer. Indien een tramvoertuig defect geraakte door aanrijding of anderszins, of indien de rails versperd w'erden door een verongelukt straatvoertuig, was de heele dienst over de betrokken lijn gestremd enz., enz, alle gebreken, die in een tijdperk van gering stadsverkeer minder belang hadden. i)e eenige radicale remedie tegen de bovengeschetste kwaal was, bij behoud van de electrische tram, het uitbreken in de oude stad van nieuwe breede verkeerswegen, welke remedie dan ook in vele steden is toegei)ast, edoch ten koste van ongetelde millioeneu.

2e. De tweede gewichtige factor was de uitvinding van de rubber wielband en die van het motorvoertuig. De rubber wielband was in staat om zelfs op hobbelige straten met betrekkelijk geringen wegweerstand een aangenaam geruischloos vervoer te bewerkstelligen. De met groote sprongen vorderende techniek in het bouwen van steeds meer economische motorvoertuigen bracht den gevreesden concurrent, de autobus, in het perk. Deze bezat alle eigenschappen, samen te vatten in het begrip : soepelheid, om zich aan te passen aan het zoo sterk toenemend stadsverkeer. Dit en het ontbreken van alle uitgaven, verband houdend met een eigen ijzeren weg, maakte, dat de autobus, zonder overheidssteun, en niettegenstaande eene sterk verbrokkelde, technisch veelal achterlijke, particuliere exploitatie, zich niet alleen wist te handhaven tegenover de electrische tram, maar zelfs voet voor voet veld won, zoodat thans vrijwel over de geheele wereld in de groote steden het verschijnsel is waar te nemen,, dat de exploitatie van electrische trams sterk achteruitgaande baten vertoont, en veelal zelfs al een noodlijdend bedrijf is gew'orden.

Zij, die door hun stem hebben te beslissen in kwesties, waarbij het al of niet voortbestaan van dit met ijzeren